• Schaam u, Bellot!

    Geachte minister Bellot,

    Gisteren, 28 november 2018, wees u met een beschuldigende vinger naar het NMBS-personeel als oorzaak van veel treinvertragingen. Vertraging bij vertrek van de trein kan volgens u enkel maar te wijten zijn aan het te laat komen van de treinbestuurder of technische problemen.

    Uitspraken zoals deze zijn een klap in het gezicht van elke spoorwegmedewerker, mensen die dag en nacht op de meest onmogelijke uren en in moeilijke omstandigheden klaar staan om het treinverkeer, binnen de beperkingen opgelegd door uw regering, vlot te doen verlopen. Net dankzij de inzet van deze mensen ontsporen de spoorwegen niet volledig!

    Met uitspraken zoals deze, een voogdijminister onwaardig, bewijst u uw onkunde wat betreft de praktische kant van het spoorweggebeuren. We kunnen immers zonder problemen een dozijn redenen opsommen waardoor een trein te laat kan vertrekken, buiten de wil van het treinpersoneel om. 

    Door te stellen dat Infrabel en de NMBS maar de nodige maatregelen moeten treffen binnen de hen toebedeelde budgettaire enveloppe, onttrekt u zichzelf en de regering waarvan u deel uitmaakt aan elke verantwoordelijkheid. Het zijn echter net de door uw regering doorgevoerde besparingen, gecombineerd met een jarenlang gebrek aan broodnodige investeringen, die ertoe geleid hebben dat de situatie nu onhoudbaar wordt. Personeelstekorten leiden er haast dagelijks toe dat zieke collega’s niet vervangen kunnen worden, en bij technische problemen zijn er geen reserve-stellen of hulpelementen beschikbaar. Ooit stonden in alle grote depots locomotieven en een bestuurder klaar om defect materiaal snel af te slepen zodat de vertragingen op het net beperkt bleven.

    De investeringen die daarvoor nodig zijn kunnen enkel en alleen van u en uw regering komen. Het zou u sieren om de hand eerst in eigen borst te steken vooraleer u een beschuldigende vinger uitsteekt naar het personeel dat de spoorwegen, ondanks alles, nog draaiende houdt. Tenslotte willen we u nog wijzen op het enige lichtpuntje in de tevredenheidsenquête: over het personeel is de reiziger over het algemeen wel tevreden.

    Hoogachtend,
    OVS

  • Ga Stemmen!

    Militant Kasper, treinbegeleider in Leuven, schreef volgende boodschap over het belang van stemmen. Een boodschap waar wij als OVS volledig achterstaan, en die we hier dan ook graag delen.



    “AAN ALLE COLLEGA’S,

    Nu ik jullie aandacht heb, wil ik het even hebben over het belang van de komende sociale verkiezingen bij het spoor. Ik ga geen stemadvies geven, hoewel ik zelf natuurlijk wel een mening heb en op een lijst sta. Ik wil het nu gewoon even over het belang van te gaan stemmen hebben.

    We zullen beginnen met de moeilijkheden. Er zijn vier dagen om te gaan stemmen bij de NMBS, en slechts drie bij Infrabel. Het aantal stembureau’s is echter beperkt. Diegenen die niet in hun eigen standplaats kunnen stemmen, moeten voor of na hun dienst gaan en krijgen daarvoor 2 uur extra tijd, onder de vorm van een betaalde dienstvrijstelling. Dat zal misschien niet altijd genoeg zijn. Zelfs voor sommigen die in hun eigen standplaats kunnen gaan stemmen, is de extra voorziene tijd van 15 minuten niet altijd genoeg, zoals bijvoorbeeld in Leuven, waar je na 15 minuten wandelen slechts bij het stembureau bent, en dan heb je nog niet gestemd, en ben je zeker nog niet terug.

    Toch wil ik vragen dat jullie er tijd voor maken. Voor gewone verkiezingen krijg je geen ’tijd’. Je wordt niet gecompenseerd voor de tijd die je ‘verliest’ door te gaan stemmen, en toch weten de meesten onder ons hoe belangrijk het is omdat effectief te doen. Pas hier hetzelfde principe toe, indien de tijd voorzien door de werkgever niet volstaat.

    Stemmen is immers belangrijk! Tot nog toe is er geen enkele democratische controle geweest over de beslissingen die worden genomen, ook door de vakbonden. Ja, vakbonden kunnen intern democratisch werken, en ja, lokale militanten luisteren doorgaans wel naar de leden en collega’s van hun depot, maar naar die stem wordt niet altijd geluisterd aan de top. De mensen die voor de vakbond samen zitten met de directie staan soms mijlenver van de dagelijkse realiteit van de Belgische spoorwegen, en dat laat zich soms ook voelen in de beslissingen die zij nemen. Zij hadden tot nog toe uiteindelijk heel weinig rekenschap af te leggen aan ons, de gewone spoormensen, want wij konden hun niet uit hun positie weghalen. Ja,je hebt altijd je lidmaatschap van een vakbond kunnen opzeggen, en ja, je kan veranderen van vakbond of ervoor kiezen om niet gesyndiceerd te zijn, maar dit gebeurt in veel te kleine mate om voelbaar te zijn. Veel collega’s weten niet goed bij wie ze gesyndiceerd zijn, of hoe ze dat moeten opzeggen. Maar of, of bij wie je gesyndiceerd bent maakt voor deze verkiezingen niet uit. Iedereen van ons mag gaan stemmen, en we moeten onze stem laten horen.

    Het belang van te gaan stemmen is echter niet alleen democratische controle over de beslissingen die worden genomen door de vakbonden.Het is ook een duidelijk signaal naar de werkgever toe, dat hoewel we al eens klagen over de vakbonden, of misschien zelfs niet meer aangesloten zijn bij een vakbond, we syndicalisme wel belangrijk vinden. Het toont dat we niet willen dat de directie hun wil maar kan doorduwen, omdat wij niet allemaal meer helemaal achter de vakbonden staan. Het toont dat de echte macht bij ons ligt, dat wij, als werknemers, het bedrijf doen draaien, en dat we in ruil daarvoor eerlijke verloning, werkbaar werk en veilige arbeidsomstandigheden willen. Niet gaan stemmen zal door de directie geïnterpreteerd worden als een gebrek aan interesse, een gebrek aan steun aan de vakbonden en een vrijbrief om verdere beslissingen door te drukken die ons statuut en onze arbeidsvoorwaarden nog verder inperken.Daarbij heeft de stem van een militant in een commissie veel meergewicht wanneer veel collega’s op hem of zijn syndicaat gestemd hebben.

    Dus, beste collega’s, kijk na of je jouw oproepingsbrief al hebt gekregen,kijk na waar je stemkantoor is, en wanneer je kan gaan stemmen, en ga dan alsjeblieft ook stemmen. Toon dat wij, ondanks alles, nog voor onszelf willen opkomen, en dit op een democratische manier.”

  • Identificatiebadges voor NMBS-personeel?

    De inwerkingtreding op 01/11/2018 van de ‘Wet op de politie van de spoorwegen’ dd. 27/04/2018 leidt momenteel tot grote ongerustheid bij een groot deel van het NMBS-personeel, vooral dan bij het treinbegeleidingspersoneel.

    Volgens deze wet dient vanaf volgende maand het spoorpersoneel in hun hoedanigheid van ‘vaststellende beambte’ “ten allen tijde en op zichtbare wijze bij zijn naam kunnen worden geïdentificeerd.” In navolging van de dwingende bepalingen van deze wet heeft de NMBS het begeleidingspersoneel ervan in kennis gesteld dat vanaf volgende maand een badge met naam gedragen dient te worden.

    Dit is een ontwikkeling die ons grote zorgen baart. Via de sociale media is het immers vaak een koud kunstje om aan de hand van deze gegevens de volledige identiteit, in sommige gevallen zelfs het adres, van een personeelslid te achterhalen. Net om deze reden wordt er in de opleiding tot treinbegeleider op gehamerd dat men zich in een conflictsituatie steeds moet identificeren aan de hand van het treinnummer in plaats van met de eigen naam. Er kan dan ook niet in alle redelijkheid worden ontkend dat het zichtbaar moeten dragen van een badge met naam verregaande complicaties kan hebben voor zowel de privacy als de veiligheid van het personeel.

    De agressie tegenover het treinpersoneel is al enige tijd in stijgende lijn. Door het zichtbaar moeten dragen van persoonsgegevens kan het risico op agressie zich ook verplaatsen naar de privésfeer. Het nu meestal loze dreigement dat “men iemand wel zal weten te vinden” wordt angstwekkend reëel, net als de mogelijkheid dat personeelsleden gestalkt zullen worden, zowel online als in het echte leven. Om deze reden hebben verschillende treinbegeleiders ons al laten weten dat ze zullen weigeren deze badge te dragen, en zelfs andere professionele oorden op te zoeken als de draagplicht ervan afgedwongen zou worden.

    We vinden het bovendien enigszins tegenstrijdig dat voornoemde wet het treinbegeleidingspersoneel verregaande mogelijkheden biedt om vaststellingen te doen van feiten die aanleiding kunnen geven tot een zware administratieve boete, maar dat er net door de identificatieplicht bij het begeleidingspersoneel weinig animo zal zijn om zulke vaststellingen te doen aangezien hun identiteit onmiddellijk gekend zal zijn door de overtreder, en ze zich dus blootstellen aan represailles.

    In het verleden werden de politiediensten met een gelijkaardige problematiek geconfronteerd. Een wetswijziging in 2014 heeft deze kwestie voor hen geregeld in die zin dat de naam op de badge vervangen kan worden door een identificatienummer zodat hun persoonlijke levenssfeer en veiligheid gewaarborgd blijven.

    We menen dat dezelfde bezorgdheid voor de veiligheid en de privacy van het politiepersoneel die de aanleiding vormde tot deze wetswijziging evenzeer opgaat voor het treinbegeleidingspersoneel (en bij uitbreiding al het NMBS-personeel dat kan fungeren als vaststellende ambtenaar), dat eveneens onder moeilijke omstandigheden die maar al te vaak aanleiding geven tot agressie haar werk moet doen.

    We erkennen de nood aan een ondubbelzinnige identificatie van een vaststellende beambte. Het lijkt ons echter perfect mogelijk om dit te doen aan de hand van een identificatienummer of een schuilnaam in plaats van de eigen naam. De NMBS kan zich echter niet boven de wet stellen, die duidelijk aangeeft dat het personeel een badge met de eigen achternaam en voorletter moet dragen. We zullen daarom eerstdaags de minister van Binnenlandse Zaken aanschrijven om aan te dringen op een wetswijziging die andere manieren van identificatie toelaat. We hopen dat vanuit de NMBS gelijkaardige stappen zullen worden ondernomen.

  • Tussenkomst: Agressie tegen NMBS-personeel.

    Naar aanleiding van een aantal zware gevallen van agressie tegen het boordpersoneel, heeft het nationaal bureau van de OVS de bevoegde directie geïnterpelleerd omtrent de maatregelen die genomen zullen worden om deze tendens een halt toe te roepen.

    Aan de general manager NMBS Transport
    De heer Windmolders

    Brussel, 18 september 2018
    Betreft: Toenemende agressie tegen het NMBS-personeel.

    Mijnheer de general manager,

    De afgelopen weken werden gekenmerkt door verschillende zware gevallen van agressie tegen het boordpersoneel. Zeer recent noteerden we onder meer een treinbegeleider die gewond werd door een scherp voorwerp bij de controle van een zwartrijder te Lier, en een treinbegeleidster die werd aangevallen te Hoei.

    Ondanks een anti-agressieplan kunnen we niet om de vaststelling heen dat het aantal gevallen van agressie in stijgende lijn is. Los van deze stijgende tendens menen we ook een escalatie van het gebruikte geweld op te merken. Waar agressie zich vroeger veeleer leek te beperken tot verbaal geweld of getrek en geduw, worden tegenwoordig vuistslagen uitgedeeld of zelfs wapens bovengehaald. Ook het stationspersoneel deelt overigens steeds vaker letterlijk en figuurlijk in de klappen.

    Eén van de kerntaken van het boordpersoneel is het verzekeren van de veiligheid aan boord van de trein. Het kan echter niet de bedoeling zijn dat het boordpersoneel zich van deze taak kwijt met angst voor de eigen veiligheid of lichamelijke integriteit. We blijven dus onze eis herhalen dat de nodige maatregelen dienen te worden genomen om de veiligheid van al het personeel te garanderen. In deze context durven we onder meer pleiten voor:

    1. een gevoelige uitbreiding van het aantal veiligheidsbeambten.
    2. de inzet van controleteams die uit minstens twee bedienden bestaan op gekende risicolijnen.
    3. een betere communicatie met en ondersteuning door verschillende veiligheidsdiensten zoals Securail, SPC en (lokale) politie.
    4. het beter in kaart brengen van probleemlijnen en -treinen, waarna kort op de bal gespeeld kan worden door een gerichte verhoogde aanwezigheid van veiligheidspersoneel en controleteams.
    5. een opleiding van het stations- en treinpersoneel door hierin gespecialiseerde firma’s omtrent hoe te reageren in conflictsituaties. De opleiding die in de basisopleiding wordt gegeven is te beperkt en te weinig specifiek.
    6. een duidelijk signaal naar de bevolking toe dat agressie niet meer getolereerd wordt en zwaar wordt bestraft.
    7. een betere samenwerking met justitie om daders snel en zwaar te straffen door middel van procedures in snelrecht.


    We erkennen dat agressie en geweld in de hedendaagse maatschappij in toegenomen mate voorkomen, en dat dit dus een tendens is die niet enkel de NMBS treft. Dit mag echter geen excuus zijn om de toename van het aantal gevallen tegen NMBS-personeel te aanvaarden als een maatschappelijke evolutie.

    Als werkgever is de NMBS ertoe gehouden om een veilige werkomgeving te creëren. Graag hadden we dan ook vernomen welke maatregelen de NMBS zal nemen om de veiligheid van haar personeel te garanderen, en op welke termijn deze maatregelen zullen worden geïmplementeerd.

    In afwachting van uw reactie verblijven wij,

    Hoogachtend,

  • Moeten er doden vallen?

    Afgelopen weekeinde was er een zoveelste triest geval van geweld tegen het boordpersoneel. Een treinbegeleider die een zwartrijder die zich op het toilet had weggestoken wou controleren, werd in het station van Lier neergestoken. Het slachtoffer stelt het volgens onze informatie naar omstandigheden redelijk goed, maar het staat buiten kijf dat dit incident een veel dramatischer afloop gehad zou kunnen hebben.

    Nog maar enkele maanden geleden rapporteerden we dat er in 2017 1.165 gevallen van agressie tegenover personeelsleden van de NMBS genoteerd werden tegenover 1.051 in 2016. Een forse stijging met 11 procent. In 455 gevallen was er sprake van fysieke agressie, wat leidde tot 2.117 dagen werkonbekwaamheid.

    Los van deze stijgende tendens is het een angstwekkende evolutie dat er een escalatie lijkt te zijn in het gebruikte geweld. Waar dit zich vroeger veeleer beperkte tot verbaal geweld of trekken en duwen, worden tegenwoordig vuistslagen uitgedeeld en zelfs de wapens bovengehaald.

    We vragen ons af waar dit gaat eindigen? Wanneer gaat de NMBS wakker worden? Reeds in 2012 werd een anti-agressieplan voorgesteld, maar desondanks is er op het terrein weinig tot niets veranderd. Moeten er misschien zwaargewonden of doden vallen vooraleer er wordt besloten tot een krachtdadig optreden tegen elke vorm van agressie tegenover het personeel?

    De OVS herhaalt dan ook de eisen die ze reeds eerder stelde: een gevoelige verhoging van het aantal veiligheidsbedienden, de inzet van controleteams die uit minstens twee bedienden bestaan op de gekende risicolijnen en een burgerlijke partijstelling door de NMBS telkens er tot vervolging wordt overgegaan.

    Daarenboven menen we dat het van het grootste belang is dat het personeel voldoende opgeleid wordt om adequaat op te treden in conflictsituaties. In de opleiding van treinbegeleider wordt nu één of twee dagen besteed aan het onderwerp agressie, en deze opleiding blijkt zelfs niet specifiek bij het beroep aan te sluiten. We vernemen van treinbegeleiders die vroeger in de beveiligingssector werkzaam waren dat er opleidingen bestaan van meerdere dagen die heel specifiek focussen op conflictbeheersing, en dat ze als treinbegeleider vaak terugvallen op wat ze in deze opleidingen geleerd hebben. Vergelijkbare opleidingen op maat dienen geïntegreerd te worden in de basisopleiding van al het personeel dat in aanraking komt met de reiziger.

    Eén van de kerntaken van het begeleidingspersoneel is het controleren van vervoersbewijzen. We blijven dan ook de eis herhalen dat de nodige maatregelen genomen worden dat ze deze taak in alle veiligheid kunnen uitvoeren.

  • Sociale verkiezingen 2018

    In december 2018 worden voor de eerste maal sociale verkiezingen georganiseerd bij de Belgische Spoorwegen. Vanzelfsprekend zal ook de OVS hieraan deelnemen.


    De leden van volgende overlegorganen kunnen worden verkozen:

    • Voor de sociale overlegorganen: de regionale paritaire comités.
    • Voor de sociale overlegorganen die betrekking hebben op het welzijn op het werk: de bedrijfscomités van HR-RAIL, NMBS en INFRABEL, en tevens de (sub)comités voor preventie en bescherming op het werk.

    Voor de eerste keer kan het spoorwegpersoneel vrij hun vertegenwoordigers in deze paritaire organen kiezen. Als u ons uw vertrouwen schenkt, wil de OVS haar stempel drukken op de vergaderingen van deze paritaire organen om zo de collectieve belangen van de spoorwegarbeiders te verdedigen.

    Sinds 2013 stijgt de productiviteit jaarlijks met 4%. De werklast en de psychosociale belasting hebben een kritiek niveau bereikt. De OVS heeft deze situatie keer op keer aangekaart bij de directie en gewezen op de mogelijk gevaarlijke situaties die hieruit ontstaan. Keer op keer kregen we vanuit de directie een oorverdovende stilte als antwoord. Onze aanwezigheid in de paritaire organen zal de directie uiteindelijk dwingen van gevolg te geven aan onze verzoeken.

    Waarom voor de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel stemmen ? 

    Onze syndicale organisatie vertegenwoordigt al sinds 1983 het spoorwegpersoneel. De OVS is politiek ongebonden en onafhankelijk op elk niveau. We ontvangen geen enkele financiële of materiële steun van de NMBS, wat deze onafhankelijkheid garandeert.

    De structuur van de OVS, tot het bestuur toe, bestaat volledig uit vrijwilligers die nog met beide voeten op de werkvloer staan, en dus ook dagdagelijks dezelfde problemen ervaren als het personeel dat we vertegenwoordigen.

    Binnen deze structuur worden syndicale keuzes en beslissingen steeds genomen met de grootste transparantie. Met een stem voor de OVS, nummer 1 op de kieslijsten, stem je voor een nieuwe frisse speler die op het veld het verschil kan maken.

    Indien u zich graag wilt inzetten voor uw collega’s, dan kan u zich aanbieden als eventuele kandidaat op onze lijsten. Personeelsleden die verkozen worden in één van de overlegorganen, kunnen vanzelfsprekend genieten van dienstvrijstelling voor de vergaderingen, en eventueel de voorbereiding ervan. Contacteer ons op info@ovs-sic.be.

    OVS – Uw stem, het verschil.

  • Nieuw persoonsongeval tussen Berchem en Mechelen

    Vanochtend heeft zich alweer een persoonsongeval voorgedaan op het baanvak tussen Antwerpen-Berchem en Mechelen. De Beneluxtrein richting Amsterdam reed een persoon aan ter hoogte van Hove. Na de drie aanrijdingen te Duffel is dit het vierde persoonsongeval op vier dagen tijd op dit baanvak.

    Aangezien zelfdodingen en de berichtgeving hierover in de media kunnen aanzetten tot suïcidaal gedrag, vrezen we dat het einde van deze golf wanhoopsdaden nog niet in zicht is.

    Daarom roept de OVS Infrabel en NMBS op om het credo “Veiligheid voor regelmaat.” in de praktijk te brengen, en om op dit baanvak de volgende dagen de procedure “voorzichtig rijden” te laten toepassen door de treinbestuurders. Ook dient te worden voorzien in extra preventieve maatregelen zoals aanwezigheid van stationspersoneel in de stations en haltes op de betrokken lijnen.

    In afwachting van structurele maatregelen adviseren we de treinbestuurders hun snelheid op dit baanvak tussen Hove en Sint-Katelijne-Waver te matigen op zowel Lijn 25 als Lijn 27.

    Denk je aan zelfmoord en heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be.

  • HR-Rail weigert uitbetaling overuren

    De OVS kwam tussen bij de Algemeen Directeur HR-RAIL ten gevolge van een weigering om overuren (P260) uit te betalen aan het personeel met rang 3 van I-TMS. Deze situatie is eveneens van toepassing op al het operationeel personeel van rang 3. Wij betwisten de interpretatie van ARPS bundel 541 door HR-RAIL.

    Mijnheer de Algemeen Directeur,

    Verschillende P260 van personeelsleden die de functie van Traffic Officer bij I-TMS (rang 3) uitoefenen, werden geweigerd.

    Volgens HR I-TMS baseert de dienst Workconditions van HR-RAIL deze weigering op artikel 64 van het ARPS bundel 541:

    « Voor de hierna opgesomde categorieën van personeel moet het overwerk nochtans niet bezoldigd worden wanneer de compensatie niet kon worden toegestaan:

    1. ingenieurs, technische inspecteurs, sectiechefs, architecten 1e klasse, architecten,inspecteurs, toezichtscommissarissen en bedienden belast met gelijkwaardige of soortgelijke functies, die in speciale omstandigheden werken;
    2. toezichtsbedienden, alsmede aan de Directie verbonden eerste factagechefs van wie de verplaatsingsuren niet juist zouden kunnen bepaald worden;
    3. huisbewaarders.».

    Wij zijn het niet eens met deze interpretatie van de reglementering die indruist tegen de statutaire bepalingen omdat het personeel dat de taken van de Traffic Officer vervult niet onder de in punt 1 opgesomde categorieën valt, en ze hun taken niet uitvoeren in speciale omstandigheden omdat ze werken in 3X8-prestaties, zoals het overige personeel in de seinposten.

    Daarom stellen we dat deze personeelscategorie valt onder de bepalingen van ARPS bundel 541, artikel 63:

    « Het overwerk van bedienden belast met een vertrouwenspost en voor wie derhalve de wet van 15 juli 1964 niet van toepassing is, wordt bezoldigd tegen de bedragen van 150 of 200 % wanneer het niet kan gecompenseerd worden in de periode waarin het werd verricht ».

    Wij verzoeken u dan ook dat de bepalingen van RGSP bundel 541 gerespecteerd worden, en niet in restrictieve zin, die niet onderschreven werd door de nationale paritaire commissie, zullen worden geïnterpreteerd.

    Wij verzoeken u het voorgaande te analyzeren en ons uw conclusies te laten geworden.

    Wij danken u bij voorbaat.

    Hoogachtend,

    Voor de OVS,
    Luc MICHEL
    Voorzitter

    Hoewel deze correct is, aanvaardt de directie HR-RAIL onze argumentatie niet. Op autoriteit van HR wordt de reglementering wederom op een restrictieve manier en niet in lijn met het paritair akkoord geïnterpreteerd.

    Samenvattend: « Personeelsleden met rang III,  werk langer maar zonder financiële compensatie of compensatie in tijd ».

    Het personeel zal deze beslissing waarderen, en ervan leren…

    Het antwoord van HR-Rail:

    Mijnheer de Voorzitter.

    Uw brief van 20 juli 2018 heeft onze volle aandacht genoten.

    De Arbeidswet van 16 maart 1971 sluit bepaalde categorieën, dewelke bij het Koninklijk Besluit van 12 februari 1970, hoofdstuk I, afdeling 2 gedefinieerd worden als personeel dat een vertrouwenspost bekleedt, uit.

    Voor personeel dat een vertrouwenspost bekleedt (hetzij door rang, hetzij door de uitgeoefende functie), maakt ARSP bundel 541 hoofdstuk IV – Overuren – F. Bezoldiging van overwerk, Sectie VIII een onderscheid tussen personeel voor hetwelk betaling van overuren onder bepaalde strikt omschreven voorwaarden mogelijk is (paragraaf 63) en personeel dat niet kan genieten van de betaling van overuren die niet tijdig in tijd konden worden gecompenseerd (paragraaf 64). De “Traffic Officer” behoren ongetwijfeld tot het personeel van rang III en vallen onder de werkingssfeer van laatstgenoemde bepalingen (§64).

    Bijgevolg moet ik u bevestigen dat geen positief gevolg gegeven kan worden aan uw vraag om overuren die niet gecompenseerd worden in tijd uit te betalen voor deze personeelsleden.

    Hoogachtend,

    (vertaling uit het Frans)

  • Waarom mogen alleen maar de treinbestuurders staken?

    De laatste tijd krijgen we vaak de vraag waarom OVS nu enkel voor de trein- en rangeerbestuurders actie voert. In tegenstelling tot wat her en der beweerd wordt, is de OVS geen machinistenvakbond, maar vertegenwoordigen we alle personeelscategorieën binnen de NMBS.

    Het dossier over de herwaardering van de treinbestuurders ligt aan de basis van de onvrede bij het besturingspersoneel. Gedurende de ganse tijd dat dit dossier al loopt, heeft de OVS ten gepaste tijde gereageerd richting directie. Dit was noodzakelijk, zowel om de druk op te voeren, maar ook om de alarmbelprocedure te respecteren. Deze procedure houdt onder andere in dat je aantoonbaar de nodige stappen hebt gezet om een conflict zoals een staking te voorkomen.

    Om deze reden kunnen we momenteel helaas geen andere groepen bij deze actie betrekken. We erkennen dat de onvrede vandaag bij al het personeel voelbaar is, maar net omdat er nog geen concrete stappen gezet werden om deze onvrede aan te kaarten is het moeilijk om ook voor hen een geldige stakingsaanzegging in te dienen. Het recente verleden leert ons immers dat men zeer ver gaat in het creatief interpreteren van de reglementering om de geldigheid van een stakingsaanzegging in twijfel te trekken.

    We hopen momenteel dan ook op het grootste begrip van andere categorieën, die uiteraard terecht verwachten dat er in de toekomst ook voor hen zal worden gestreden. De OVS zal niet nalaten om ook jullie problemen ter harte te nemen, zoals het ook in het verleden steeds gedaan heeft.

  • Tosci, staak je mee?

    Beste instructeurs,

    Jullie hebben het de laatste weken niet altijd even gemakkelijk gehad. De directie nam jullie functie mee op in het dossier van de herwaardering van de machinisten. Er werd jullie een mooie financiële appreciatie toebedeeld. Sommige bestuurders namen jullie dit niet in dank af. Misschien begrijpelijk. Omdat de eigen ‘herwaardering’ maar een mager beestje bleek te zijn, werd al snel geopperd dat een te groot deel van de koek naar jullie zou gaan. Maar geloof ons, we gunnen jullie die herwaardering. Alleen moet de koek groter gemaakt worden zodat iedereen een groter stuk kan krijgen.

    Als OVS hebben we uiteraard ook een aantal voorstellen naar voren geschoven waarvan we denken dat ze zullen leiden tot meer wederzijds begrip tussen de treinbestuurders en hun instructiekader. In een aantal depots is dat wederzijds begrip haast volledig verdwenen, en dat is een spijtige evolutie.

    Onze visie steunt op volgende punten:

    • Depots verdienen meer autonomie. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat het instructiekader maar al te vaak dient als doorgeefluik voor boetes, nota’s en sancties die opgelegd dienen te worden aan de hand van door hogerhand vastgelegde arbitraire richtlijnen. Dit creëert een vijandige sfeer. Wij gaan ervan uit dat niemand zijn bestuurders beter kent dan de lokale omkadering, en dat enkel zij in staat zijn om dit kader op een positieve manier te motiveren en bij te sturen naar nodig.

    • TSi’s worden vandaag de dag met een enorme hoeveelheid papierwerk en bijkomende taken opgezadeld. Ook het takenpakket van instructie bijft maar toenemen, waardoor onvoldoende tijd resteert om de eigen bestuurders op te volgen. Er moet bekeken worden of bepaalde taken niet overgenomen kunnen worden door ervaren, al dan niet medisch afgekeurde, treinbestuurders. We mogen vooral niet vergeten dat door het verhogen van de pensioenleeftijd in de toekomst veel meer bestuurders in het systeem van de medische ongeschiktheid zullen belanden.

    • Instructeurs klagen vaak dat ze amper nog aan rijden met een trein toekomen. We menen dat het belangrijk is dat instructeurs voldoende tijd in de stuurpost doorbrengen. Niet alleen omdat rijden met een trein fijn is, maar ook om een zekere routine te behouden en dezelfde problemen te ervaren die ook bestuurders tijdens hun dienstuitvoering tegenkomen. Hiertoe, en ook om naar de toekomst toe te kunnen blijven garanderen dat het instructiekader dezelfde voordelen als het rijdend personeel kan blijven genieten, hebben wij voorgesteld dat instructie op jaarbasis een zeker aantal diensten moet verzekeren.

    • Een goede werksfeer begint op de depot. Een goede sfeer op de werkvloer is eveneens een noodzaak om de werknemers, zowel treinbestuurders als instructeurs, gemotiveerd te houden. Ziekteverzuim vermindert, er moet minder op het laatste moment met diensten geschoven worden en eventuele personeelstekorten blijven beperkt. We zijn er zelfs van overtuigd dat gemotiveerd personeel de stiptheidscijfers een flinke opwaartse boost kan geven. Dit is een besef dat zelfs tot op het niveau van sommige IPTR’s en MDU’s is doorgedrongen. Als deze herwaardering op een sisser uitloopt, als een ‘akkoord’ wordt bereikt dat niet door het besturingspersoneel wordt gedragen, dan zal de rust in de depots nog lang niet terugkeren. Integendeel.

    Door weinig engagement te tonen op bovenstaande punten, lijkt de directie ons uit te zijn op een verdere breuk tussen het instructiekader en het besturingspersoneel. Een breuk die in sommige depots nu al pijnlijk voelbaar is. We hopen dan ook niet dat iemand in die val trapt, maar dat we samen actie kunnen voeren om een volwaardige herwaardering voor iedereen te bekomen.