• OVS vraagt directie om ouderen en zwakkeren thuis te houden en een 24u werkweek tijdens coronacrisis

    Op vraag van onze leden, hebben wij een aantal vragen, ideeën en bedenkingen geuit naar de directie in verband met de huidige maatregelen die worden genomen in kader van de coronacrisis. Lees hieronder de volledige tussenkomst. 

    Brussel, 25/03/2020

    Geachte Mevrouw de gedelegeerd bestuurder,

    De Coronacrisis stelt zowel de NMBS als haar personeel momenteel voor zelden geziene uitdagingen. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, werden met betrekking tot de werkorganisatie een aantal verregaande maatregelen doorgevoerd. Maatregelen die in een normaal klimaat volstrekt onacceptabel zouden zijn voor het personeel en de syndicale organisaties, maar die nu -zij het tijdelijk- worden aanvaard om de continuïteit van de dienst ook in deze moeilijke tijden te blijven waarborgen.

    Desalniettemin voelen we ons -vanuit de bezorgdheden die momenteel leven bij het personeel- genoodzaakt een aantal bedenkingen te formuleren.

    • Door personeelstekorten heeft een aanzienlijk deel van het operationeel personeel de afgelopen jaren een achterstand aan rust- en compensatiedagen opgebouwd. Dagen die door de maatschappij niet werden toegekend in het jaar waarop ze van toepassing waren. Het getuigt van bijzonder veel cynisme dat deze crisis nu aangegrepen wordt om deze achterstand weg te werken. We pleiten er dan ook voor dat personeel in deze situatie op dagen dat het niet operationeel benut kan worden een dienstvrijstelling toegekend krijgt.

    • Het lijkt ons vanzelfsprekend dat werknemers die een verhoogd risico lopen om na besmetting op intensieve zorgen te belanden, of die inwonen bij dergelijke personen, zo veel mogelijk vrijgesteld worden van dienst, zeker als ze door hun functie veelvuldig in contact komen met reizigers of andere personen. We denken hierbij aan oudere of zwangere werknemers, of mensen met een medische voorgeschiedenis.

    • Door het inperken van het treinaanbod is een gevoelig aantal bestuurders- en treinbegeleidersprestaties geschrapt. We verzoeken met aandrang om de resterende prestaties zo gelijkmatig mogelijk te verdelen over de verschillende depots en standplaatsen, wat nu niet het geval blijkt. Tevens dienen waar mogelijk reserveprestaties zo veel mogelijk in de woning opgesteld worden. Ook hier merken we verschillende werkwijzen tussen depots en districten. Eénvormige richtlijnen dringen zich op.

    • Teneinde te voorkomen dat het resterende personeel te zwaar belast wordt zodat hun weerstand vermindert en ze vatbaar worden voor ziektes, stellen we voor om de wekelijkse arbeidsduur te beperken tot 24 uur, met behoud van volledig loon. Dit door het toekennen van een extra wekelijkse compensatiedag bovenop het normale jaarlijkse quota totdat deze crisis bezworen is. Hierdoor wordt ook deels tegemoetgekomen aan de problemen die zich momenteel stellen met kinderopvang, zorg voor zieke familieleden en praktische bekommernissen zoals boodschappen doen, wat in deze tijden allerminst een evidentie is.

    • Voor zover het huidige transportplan het vervoer van hulpverleners en werknemers van essentiële bedrijven tot doel heeft, schiet het haar doel voorbij in de zin dat er na 21:00 nog nauwelijks treinen zijn. Bovendien merken we dat er nog veelvuldig gebruikt gemaakt wordt van de trein voor niet noodzakelijke verplaatsingen. We vragen dan ook dringend overleg met de overheid om de politiediensten hierop te laten controleren in stations en op de treinen.

    • Tenslotte stellen we ons ernstige vragen bij de manier waarop de arbeidsvoorwaarden van de veiligheidsberoepen binnen onze maatschappij zonder enige -wettelijk vereiste!- risicoanalyse worden gewijzigd, enkel en alleen na bespreking op het sturingscomité. In combinatie met het tijdelijk opschorten van zowat alle comités die betrekking hebben op veiligheid en welzijn, wordt een diepe bres in het veiligheidsbeleid geslagen. We stellen ons de vraag wie de verantwoordelijkheid zal dragen voor fouten door het personeel, misschien ten gevolge van de zware druk die die de huidige situatie op hen legt.

    De afgelopen dagen werd het personeel overstelpt met uitingen van appreciatie van managers en leidinggevenden waarvan ze voordien soms nog nooit hadden gehoord. We hopen van harte dat deze appreciatie zich ook zal vertalen in een werkelijke bezorgdheid voor het welzijn van het personeel in deze moeilijke situatie, en dat onze aanbevelingen ter harte worden genomen.

    Zoals steeds zijn we bereid om in een constructieve sfeer deze voorstellen mee uit te werken. Voor nadere toelichting staan we steeds ter uwer beschikking.

    Hoogachtend,

    Joachim Permentier
    Algemeen Secretaris OVS

  • Corona: vraag om aangepaste dienstregeling.

    We richtten onderstaand schrijven aan mevrouw Dutordoir, CEO NMBS.

    Aan Mevrouw S. Dutordoir
    Atriumgebouw
    Hallepoortlaan 40
    1060 BRUSSEL

     

    Brussel, 13/03/2020

     

    Mevrouw de CEO,

    Gisteren werd door de federale regering een resem noodmaatregelen uitgevaardigd om de verspreiding van het coronavirus te vertragen, waaronder het opschorten van de lessen en de aanbeveling kinderen niet te laten opvangen door de grootouders. Ouderen blijken immers het meest gevoelig voor het virus, en kennen een hoge mortaliteit.

    Deze situatie plaats een groot deel van het NMBS-personeel, vooral dan diegenen die werken in onregelmatige cyclus of in een ploegenstelsel, in een onmogelijke situatie. Op school is enkel opvang voorzien tussen 08:00u en 16:00u. Terugvallen op grootouders, en bij uitbreiding een groot deel van het sociaal netwerk, is niet meer mogelijk.

    Tevens gelet op het feit dat er door diverse preventieve maatregelen zoals telewerken, het sluiten van musea en culturele instellingen en het afschaffen van tal van evenementen aanzienlijk minder reizigers zijn, zouden we durven verzoeken om de mogelijkheid te onderzoeken om ook op weekdagen een weekenddienst of andere alternatieve dienstregeling te organiseren.

    Dit geeft het personeel ademruimte, laat de maatschappij toe om achterstallige rust- of compensatiedagen te recupereren en voorziet tevens in een reserve mocht in de nabije toekomst een aanzienlijk deel van het betrokken personeel ziek worden of in quarantaine worden geplaatst.

    Zoals steeds legt het personeel ook in deze moeilijke tijden een groot professionalisme aan de dag, en we hopen dan ook dat de maatschappij hen tegemoetkomt in het zoeken naar oplossingen om deze situatie het hoofd te bieden.

    In afwachting van uw reactie verblijven wij,

     

    Hoogachtend,

     

  • Yoleen Van Camp (N-VA) pleit voor betaalstaking.

    Tot onze niet geringe verbazing pleit Yoleen Van Camp (N-VA) op haar facebookpagina verschillende keren voor een betaalstaking bij de spoorwegen. Het federaal parlementslid zou echter beter moeten weten, want in België bestaat er geen enkele wettelijke basis voor dergelijke actie.



    Wie niet staakt wordt immers geacht zich niet te onttrekken aan de door de werkgever oplegde taken. Enkele jaren geleden leverde een groep treinbegeleiders voor een symbolische actie hun kniptangen in zodat ze geen controletaken meer konden uitvoeren. Ze werden hiervoor gesanctioneerd. Een staker wordt bovendien niet geacht op de werkvloer aanwezig te zijn, wat een betaalstaking inherent onmogelijk maakt.

    Los daarvan zult u bij een betaalstaking nog steeds een vervoersbewijs moeten kopen, want het kan best zijn dat de treinbegeleider die u moet controleren niet deelneemt aan de actie, waardoor u vooralsnog een duurder ticket aan boordtarief zult moeten kopen, of zelfs beboet kan worden.

    Een ticket bevat bovendien ook een verzekeringscomponent. De kans dat een verzekeringsmaatschappij zich terugtrekt bij een ongeval op een betaalstakingsdag, mocht deze al georganiseerd kunnen worden, is dus niet onbestaande.

    Bovendien is zo’n actie beperkt tot het personeel dat tussenkomt in de verkoop en controle van vervoersbewijzen, dus slechts een klein deel van het spoorpersoneel. In het verlengde van het voorstel van Van Camp zouden treinbestuurders misschien actie kunnen voeren door hun snelheid te beperken tot stapvoets rijden, of kan het personeel op de blokposten hun ongenoegen uiten door treinen langs alternatieve langere routes te sturen? 

    Een wettelijke basis om op dergelijke manier actie te kunnen voeren zonder dat het stakend personeel daar financieel bij inschiet, legt de lat om tot syndicale acties over te gaan heel laag. Los van alle praktische bezwaren, kijken we dan ook reikhalzend uit naar een wetgevend initiatief van N-VA om dergelijke manieren van actie mogelijk te maken.

    Mogen we dan ineens ook suggereren om dergelijk initiatief uit te breiden naar de privé-sector? Stakende caissières die in de supermarkt de producten gratis meegeven, geweldig toch?

  • Bijdrage van een militant: “Waarom ik staak!”

    Vaak verwoorden onze militanten nog het best zelf waar deze staking eigenlijk om draait:

    “Toch even iets zeggen over de staking van komende donderdag bij de NMBS.

    Ik weet dat er veel mensen zijn, reizigers en collega’s, die niet goed weten waarover het gaat, of die met opvattingen zitten die niet helemaal stroken met de realiteit. Dus ik zal proberen om een paar zaken wat te verduidelijken.

    Eerst en vooral, het behoud van de 36-uren week. Nu weet ik dat veel mensen 38u/week werken, verdeeld over 5 dagen, van maandag tot vrijdag. Sommigen doen zelfs 40u/week omdat ze in ploegen werken, of zelfs nog meer. Wij kunnen in principe tot 63u/week werken (of meer, indien we vertraging hebben met de laatste trein, maar bon). Maar om onze arbeidsduur te verminderen krijgen wij 13 kredietdagen per jaar, die we overigens ook nodig hebben om ons werk met ons privéleven te kunnen combineren. Dat is niet hetzelfde als extra verlof, maar gewoon een compensatie in tijd voor de gepresteerde uren, geen overbodige luxe, dus. Los van het feit dat we die dagen ook lang niet altijd kunnen opnemen, of toch niet zoals we willen…

    Dan, het behoud van het statuut. Ja, wij zijn nog statutaire medewerkers. Nee, dat wilt niet zeggen dat wij niet kunnen ontslagen worden, integendeel, als wij fouten maken, of het nu drinken op het werk is, of slecht spreken over onze werkgever, of … kunnen wij wel degelijk op straat worden gezet. Maar het biedt ons wel enerzijds zekerheid tegen ontslag op willekeurige basis, bijvoorbeeld om de bonus van een CEO te betalen, en anderzijds staat het ons ook toe om op onze rechten te staan, of kunnen we zelfs onze werkgever soms aan hun plicht herinneren, zonder dat we moeten vrezen om daarvoor buiten gegooid te worden. Ook biedt het een belangrijke (doch zeker geen perfecte!) bescherming tegen medische ongeschiktheid.

    Wij willen dan ook dat dat statuut blijft, zowel voor de huidige collega’s, als de toekomstige, want zodra er een grote groep contractuelen werkt, komt dat hele statuut nog meer onder druk.

    Dan die loonsverhoging van 1,1%… Bij het vorige sociaal akkoord werd van ons een productiviteitsverhoging gevraagd (geëist) en zijn we daarmee akkoord gegaan, omdat ons beloofd werd dat bij dit sociaal akkoord we de vruchten ervan gingen kunnen plukken, en belofte maakt nu eenmaal schuld, ook voor werkgevers.

    Maar dat alles gezegd zijnde, vind ik de eisen niet ver genoeg gaan. Deze zomer hebben wij gestreden voor ons recht op verlof, en meer zekerheid dat we het zouden kunnen opnemen. Dat zit niet in deze eisenbundel, helaas.

    Verder vind ik ook dat er een eis zou moeten zijn om ons verder te beschermen tegen verdere flexibilisering. De directie hoopt ons verder te kunnen flexibiliseren, door onze diensten bijvoorbeeld te laten aanvangen in de trein, of door ons gesplitte diensten te laten draaien, zaken die ons sociaal en familiaal leven nog verder onder druk zouden zetten… Terwijl men moet beseffen dat er veel collega’s nu al vertrekken om een job te vinden die ze wel kunnen combineren met hun privéleven. Immers werken de meesten onder ons om te leven, en leven we niet om te werken.

    Alles gewikt en gewogen ga ik donderdag dus staken, en ik roep mijn collega’s op om hetzelfde te doen, maar de keuze is aan jullie. Aan mijn vrienden die niet bij het spoor werken, vraag ik enkel een beetje begrip, overal komen de werkomstandigheden verder onder druk, en ik hoop dat jullie begrijpen dat wij dat niet meer pikken!”

  • Stakingsactie 19/12/2019: Standpunt van de OVS

    Reeds enige tijd worden er onderhandelingen gevoerd tussen de syndicale organisaties en de directie over de inhoud van een nieuw protocolakkoord. Dit akkoord zal in belangrijke mate de toekomstige arbeidsvoorwaarden van al het spoorwegpersoneel bepalen. Aangezien geen overeenstemming met de directie gevonden kon worden, hebben ACOD-CGSP en VSOA-SLFP een stakingsaanzegging neergelegd.

    Een evenwichtig protocolakkoord dient verder te gaan dan het louter financiële aspect, en moet vanuit de realiteit van het terrein oplossingen trachten te bieden voor de problemen waarmee het spoorpersoneel wordt geconfronteerd. Dit bijvoorbeeld door het verlenen van een garantie op verlof, het verbeteren van de interne mobiliteit of het bieden van harde garanties voor het behoud van werkzekerheid en werkzetels.

    Als aangenomen vakbond maakt OVS geen deel uit van deze onderhandelingen en moeten we onze informatie uit tweede hand bekomen. Hoewel het voorstel uitblinkt in vaagheid, is het meer dan duidelijk dat de directie niet focust op het welzijn of de financiële herwaardering van het spoorpersoneel, maar op het verder uithollen van het statuut, dit onder meer door de poort wijd open te zetten voor contractuele tewerkstelling, 

    Contractueel personeel zal wellicht aangeworven worden in een 38-urenstelsel, waarna het kinderspel zal zijn om het personeel tegen elkaar op te zetten door het verlenen van voordelen aan contractuelen waar statutairen geen recht op hebben.

    Tenslotte herinneren we eraan dat de productiviteit van het spoorwegpersoneel de afgelopen 5 jaar met 20 procent gestegen is, en dat de financiële compensatie die ons hiervoor in 2016 beloofd werd door de toenmalige CEO’s om de sociale rust te doen weerkeren, tot op vandaag is uitgebleven.

    Hoewel we betreuren dat er alweer niet in gemeenschappelijk front naar het slagveld getrokken wordt, gelooft de OVS nog oprecht in syndicale en sociale solidariteit, en moet zowel naar de directie als naar de organisaties die wel aan de onderhandelingstafel zitten het sterke signaal gegeven worden dat het huidige voorstel voor een protocol van sociaal akkoord over de hele lijn onaanvaardbaar is voor de totaliteit van het spoorwegpersoneel.

    Daarom heeft het directiecomité van de OVS, na consultatie van de militanten, besloten om de stakingsactie van 19/12 te steunen, en een stakingsvergoeding uit te betalen.

     

  • Reiziger draait op voor falend betalingssysteem: nieuw dieptepunt voor klantvriendelijkheid.

    Al enige tijd melden treinbegeleiders moeilijkheden bij betalingen via Bancontact aan boord van de trein. Blijkbaar schuilt het probleem in een update van het satelliettoestel dat de treinbegeleider in combinatie met het ITRIS-toestel gebruikt om betalingsverrichtingen uit te voeren.

    In een INFO Flash-bericht naar het treinbegeleidingspersoneel erkent de NMBS op 13 september het probleem, en geeft meteen de werkwijze aan indien een reiziger alleen met een bankkaart kan of wil betalen, en dit onmogelijk blijkt via de terminal van de treinbegeleider. De treinbegeleider dient dan een document C170 (‘zonder vervoersbewijs’) en een document C6 (‘andere vaststellingen’) op te maken, met als vermelding dat de betaling via kaart niet mogelijk was. Met deze twee documenten moet de reiziger zich binnen de 14 dagen wenden tot de klantendienst met een verzoek tot regularisatie. [lees verder onder het bericht]

    Deze werkwijze is vanuit het oogpunt van klantvriendelijkheid op geen enkele manier te verantwoorden. De dienstverlening in de stations wordt aan sneltempo afgebouwd. De reiziger wordt verwezen naar geautomatiseerde verkoopkanalen via automaten en internet. Voor wie niet mee is met de digitale maatschappij, anderstaligen, mensen met een beperking of leesproblemen,… is een ticket kopen bij de treinbegeleider vaak de enige manier om in contact te komen met een mens die advies kan geven, vragen kan beantwoorden en een dienstverlening op maat kan bieden.

    Wanneer het dan tenslotte niet mogelijk blijkt om bij de treinbegeleider te betalen omdat de apparatuur het wegens technische problemen laat afweten, iets waar de klant absoluut geen schuld aan heeft, schuift de NMBS de verantwoordelijkheid hiervoor volledig van zich af, en ziet de klant zich verplicht een administratieve regularisatieprocedure te doorlopen, op straffe van 75 euro boete.

    Gelukkig laten de meeste treinbegeleiders doorgaans hun gezond verstand spreken als ze deze situatie tegenkomen.

    De OVS is voorstander van een degelijk en goedkoop openbaar vervoer. Het boordtarief kan daarin een plaats hebben, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo dient het bedrag redelijk en in verhouding tot zowel de prijs van het ticket als de reële aanmaakkosten te zijn. Naast de geautomatiseerde verkoopkanalen dienen er voor de reiziger voldoende mogelijkheden te zijn om aan een loket een ticket te kopen. Ticketautomaten moeten betrouwbaar en gebruiksvriendelijk zijn. En tenslotte moet de klant uit een ruime waaier van betalingsmogelijkheden kunnen kiezen.

    De NMBS schiet momenteel op elk van deze voorwaarden schromelijk te kort.

  • Staking OVS botste met de missie van de NMBS – Analyse van de tweede staking

    Op 17 augustus staakten de treinbegeleiders een tweede maal om hun recht op verlof af te dwingen. Ondanks alweer een massale inzet van omkadering, reed volgens de cijfers van de NMBS maar de helft van de treinen, waardoor deze actie nog succesvoller was dan de vorige.

    Een garantie dat 15 procent van het voorziene kader verlof toegestaan moet kunnen worden. In alle depots. Op elk ogenblik en in alle omstandigheden. Los van andere vormen van afwezigheid zoals loopbaanonderbreking of deeltijdse arbeid. Dat is de inzet van de acties die nu gevoerd worden. Hoewel de OVS tot het laatste moment geprobeerd heeft tot een overeenkomst te komen met de directie, bleken op een aantal essentiële punten de visies zover uit elkaar te liggen, dat de staking onvermijdelijk werd.

    Enkel een engagement

    Tijdens de verzoeningsvergadering herhaalde de directie haar engagement om medio 2020 15 procent verlof te garanderen. We herhaalden dat voor de OVS deze timing te weinig ambitieus is. Ondanks beloften dat de toestand zou verbeteren, is de verlofsituatie nooit zo dramatisch geweest. Het is niet aanvaardbaar dat deze situatie nog een jaar zal aanslepen, temeer daar de directie uitgaat van tal van veronderstellingen die ons niet realistisch lijken. Men gaat ervan uit dat er voldoende nieuwe treinbegeleiders zullen worden aangeworven en hoopt dat de uitstroom zal stoppen. Daarbij moeten de treinbegeleiders die nu aangeworven worden nog een lange opleiding doorlopen, waarin niet iedereen zal slagen. Onzekerheid troef dus…

    Eveneens werd duidelijk dat de regelmaat van het verkeer altijd zal primeren op het recht op verlof. Een engagement om 15 procent van het kader verlof te garanderen, vertaalt zich niet in een garantie dat 15 procent in alle omstandigheden verlof zal krijgen. Daarmee toont de directie aan dat ze niet begrijpt -of wil begrijpen- waar deze acties om draaien, en waarom er zoveel ontevredenheid is bij het treinbegeleidingspersoneel. Een engagement is waardeloos als het zich niet vertaalt in bindende zekerheden. De eerste 15 procent die verlof vraagt, moet er op kunnen vertrouwen dat dat verlof toegekend wordt zonder dat het kan worden ingetrokken. Zo kan men met een gerust hart tickets kopen voor een concert of de familie vertellen dat men aanwezig zal zijn op een feest.

    Hoewel we medio volgend jaar te weinig ambitieus vinden als timing, begrijpen we dat een onmiddellijke oplossing niet realistisch is. Ons tegenvoorstel om tegen februari 2020 de 15 procent te garanderen, maar tijdens de kerstvakantie een aangepaste dienstregeling te hanteren die moet toelaten dat meer verlof kan worden toegestaan, werd door de directie niet weerhouden.

    Vlinderkader

    Eén van de denkpistes die de OVS tijdens het verzoeningstraject lanceerde om aan de 15 procent-garantie te kunnen voldoen, ook in kleinere depots, is een vlinderkader van flexibel inzetbare treinbegeleiders. Voor de OVS zijn aan dit kader strikte voorwaarden verbonden. Het vlinderkader dient een supplementair kader te zijn,  dat op vrijwillige basis en tegen een aanzienlijke vergoeding, flexibel ingezet kan worden in andere depots dan hun standplaats. Deze flexibiliteit mag niet onbegrensd zijn. Een ‘vlinder’ heeft een maximale actieradius rondom de woonplaats, moet ingedeeld zijn in een vroege of late reeks en vrije dagen dienen op voorhand gekend te zijn. Tijdens de verzoeningsvergadering bleek dat de directie een andere visie op dit vlinderkader heeft, zowel met betrekking tot de verloning als de gewenste flexibiliteit.

    Bovenal bleek echter dat vanuit het standpunt van de directie het vlinderkader deel dient uit te maken van het normale treinbegeleidingskader. Uit dit verzoeningsgesprek werd dus ook min of meer duidelijk wat de directie met het vlinderkader voor ogen heeft, en dus ook de krijtlijnen waarbinnen de gesprekken met de erkende organisaties plaatsvinden. Krijtlijnen die voor elke rechtgeaarde syndicale organisatie onaanvaardbaar zouden moeten zijn. Op onze vraag om de notulen van de vergaderingen die met de erkende organisaties worden gevoerd te ontvangen om zelf vast te stellen welke vooruitgang er al dan niet werd geboekt, werd haast laconiek geantwoord dat er geen notulen worden bijgehouden. Hoe serieus kunnen we deze werkgroepen dan noemen?

    Zelfs in de crisissituatie waarin we ons nu bevinden, tracht de directie voordeel uit de situatie te slaan door aan te sturen op een verdere opsplitsing van het treinbegeleiderkader in ‘gewone’ treinbegeleiders en superflexibele ‘vlinders’. En dat is zowel onacceptabel als ongepast. Ofwel is het vlinderkader een goedbetaald, vrijwillig contingent bovenop het normale kader, ofwel moet het kader zodanig worden uitgebreid dat aan de 15 procent-garantie wordt voldaan zonder ‘vlinders’. Dit is de enige manier om zowel de rechten van het personeel te vrijwaren, als te voorzien in het gewenste treinaanbod. Zelfs een voltallig kader is tegenwoordig zodanig krap berekend dat nauwelijks een minimum aan verlof gegarandeerd kan worden.

    Crisissituaties vragen ingrijpende maatregelen, en die wil de directie niet nemen. Dit staat in schril contrast met de privésector, waar de werkgever gevangenisstraffen riskeert als hij de verlofrechten van het personeel met de voeten treedt. Bij de Belgische Spoorwegen gelden echter andere wetten.

    Missie van de NMBS

    De directie verwijt de OVS dat de acties de maatschappelijke missie van de NMBS om reizigers te vervoeren onmogelijk maken. Onze vraag naar een vervoersplan aangepast aan het aantal beschikbare treinbegeleiders werd met dezelfde sneer beantwoord. De OVS stelt dat de eerste verplichting van de NMBS naar het personeel toe is, en dan pas naar de reiziger. Het zijn niet de acties die de maatschappelijke missie onmogelijk maken, maar het chronische personeelsgebrek dat de aanleiding vormt voor deze acties.

    Keer op keer bewijst de NMBS bovendien zelf haar onvermogen om haar maatschappelijke missie te vervullen. Bij een incident zijn zodanig veel diensten betrokken die elk een vinger in de pap hebben zonder dat iemand beslissingen kan of durft nemen. Het personeel te velde slaagt er niet in om in contact te komen met overbelaste, gecentraliseerde permanenties en krijgt vaak tegengestelde informatie, wat uitmondt in totale chaos. Een goed voorbeeld was de brand in de Noord-zuidverbinding enkel maanden geleden.

    Elke zomer zijn er problemen met het materiaal wat leidt tot afschafte treinen en verminderde samenstellingen. Recent werden zelfs treinen uit roulatie genomen omdat ze niet opgewassen bleken tegen de hitte. Bij de renovatie van enkele materiaaltypes vond men het niet nodig om te investeren in airco in stuurposten en/of reizigerscompartimenten, waardoor treinbestuurders en treinbegeleiders bevangen door de hitte afgevoerd dienden te worden, met afgeschafte treinen tot gevolg.

    De missie van de NMBS lijkt te bestaan uit ruzie maken met de netbeheerder Infrabel over wie er verantwoordelijk is voor vertragingen, en hierbij vooral niet in eigen boezem te kijken. Of het afschaffen van loketten en de mensen te dwingen een automaat te gebruiken, wat niet voor iedereen evident is waardoor reizigers afhaken.

    De missie van de NMBS is niet het oprichten van nog meer directies, waardoor nog meer duurbetaalde bazen het personeel kunnen komen vertellen dat het niet hard genoeg werkt en productiever moet zijn.

    De missie van de NMBS bestaat er blijkbaar niet uit om een vuist te maken naar de regering, om hen duidelijk te maken dat de werking in gevaar komt met de huidige besparingen waardoor het vervullen van de maatschappelijke taken onmogelijk wordt.

    Vergist de directie zich niet, en is de haar door de regering opgelegde missie niet het besparen op de dienstverlening en het personeel, zodat de liberaliseringsideologie haar ingang kan vinden bij reizigers en personeel?

    Protocol van sociaal akkoord

    Volgens de directie zou er op onze voorwaarden nood zijn aan een kader van 200 vlinders, en daar wil ze niet aan voldoen. En daarmee komen we bij de kern van het probleem: door de aanhoudende besparingen op de NMBS zijn er onvoldoende middelen om de werking te blijven garanderen. Ook bij het personeel heerst het gevoel dat de NMBS onwerkbaar wordt, niet in het minst door personeelsgebrek bij zowat alle uitvoerende personeelscategorieën.

    Na jarenlange aanhoudende problemen wil de directie, onder aanhoudende stakingsdreiging, plots spreken over een oplossing voor het personeelstekort bij slechts één beroepscategorie. Maar die oplossing moet wel passen in hun visie, en verlangt een verdere flexibilisering van een deel van het personeel, waardoor de kaders nog krapper kunnen worden berekend.

    Voor het grotere geheel, het ondermaatse welzijn van het personeel, lijkt de directie geen oog te hebben. De onderhandelingen voor het protocolakkoord tonen dit maar al te duidelijk aan: in plaats van ruimte te creëren om het personeel terug zuurstof te geven, en geloof te bieden in dit bedrijf dat  gekenmerkt wordt door aanhoudende besparingen, inkrimping en sociale afbraak, kiest de directie voor de vlucht vooruit en heeft ze in de eerste gesprekken niet meer te bieden dan “budgetneutrale maatregelen”, ongeacht beloftes in het verleden over het financieel doen meegenieten van het personeel vanaf 2018 voor de productiviteitsverhogende maatregelen die reeds werden doorgevoerd.

    In de praktijk komt dit neer op pure inleveringen voor een financiële tegemoetkoming, ten koste van familiaal en sociaal leven, van vrije tijd, van levenskwaliteit. Na jaren inleveren is dit niet wat het personeel van een directie verwacht. De resultaten van de recente welzijnsenquête die onlangs in de CPBW’s getoond werden, bewijzen dat voor zowat al het operationeel personeel de algemene tevredenheid zich rond het vriespunt bevindt. Men voegde er meteen aan toe dat de directie deze keer echt wel begrepen had dat het zo niet verder kan, dat er zaken moeten veranderen. Het voorstel van protocol dat onlangs werd voorgelegd, bewijst enkel maar dat de boodschap nog steeds niet doorgedrongen is!

    En verder?

    De acties van 27/07 en 17/08 hebben overduidelijk aangetoond dat het personeel niet gelooft in de manier waarop de directie samen met de erkende organisaties het personeelsgebrek bij het treinbegeleidingspersoneel wil aanpakken, en dat het personeel een duidelijk mandaat geeft aan de OVS om in hun naam te spreken. Desondanks heeft de directie alweer niet spontaan een initiatief genomen om het overleg verder te zetten. We bekijken nu welke verdere stappen we zullen nemen, maar gaan daarbij niet overhaast te werk.

    De standpunten van de directie en het personeel liggen zo ver uit elkaar dat verdere acties onvermijdelijk lijken. We zullen de minister van Transport verzoeken een bemiddeling te starten om uit de impasse te geraken. De sleutel voor de oplossing van dit sociaal conflict ligt immers bij de politiek: het is de verplichting van de overheid om voldoende middelen te voorzien zodat de NMBS als overheidsbedrijf haar verplichtingen naar het personeel toe kan nakomen.

    In tussentijd zal een gespecialiseerd advocatenkantoor een juridische analyse maken van de wettelijkheid van de verlofregeling binnen de NMBS en het niet kunnen opnemen van verlof in het voorziene jaar.

    De erkende organisaties hebben van hun leden en militanten geen duidelijk mandaat gekregen voor de koers die ze nu varen. Een meerderheid van hen heeft de acties van de OVS dan ook gesteund en er zelfs actief voor gemobiliseerd. Het is nu aan hen om de leiding van hun vakbonden te doordringen van de boodschap dat ze geen vertrouwen hebben in de manier waarop de zaken worden aangepakt. We vrezen dat als de leiding van de erkende organisaties er niet in slaagt om het vertrouwen van het personeel terug te winnen, er weinig animo zal zijn bij het rijdend personeel om eventuele acties die hoogstwaarschijnlijk gevoerd zullen moeten worden in het kader van het protocol van sociaal akkoord, te steunen.

    Ongeacht het verleden blijft de hand van de OVS nog steeds uitgestoken voor samenwerking met andere syndicale organisaties om de problemen waar het spoorwegpersoneel voor staat, samen aan te pakken. Deze problematiek overstijgt immers de syndicale grenzen. Wij hopen nogmaals dat de uitgestoken hand ditmaal wel aanvaard wordt.

  • Geen engagementen, wel garanties!

    Op de verzoeningsvergadering die naar aanleiding van de stakingsaanzegging voor 17 augustus werd georganiseerd, bleek nogmaals een fundamenteel verschil in visie met de directie over de verlofproblematiek voor het treinbegeleidingspersoneel.

    De graduele opbouw van het minimum gegarandeerd verlof verloopt in onze ogen te langzaam. De OVS deed een tegemoetkoming door te verzoeken dat in de kerstvakantie volgens een aangepaste dienstregeling zou worden gereden die meer ruimte tot verlof laat, en dat vanaf februari verlof zou kunnen worden toegekend aan 15% van het voorziene kader. Dit voorstel werd niet aanvaard door de directie.

    Meer nog, uit de gesprekken bleek dat de 15% een doelstelling blijft, die volgens de directie welliswaar in de meeste gevallen gehaald zal worden zonder dat ze daar evenwel harde garanties voor wil bieden. Nochtans is deze garantie voor de OVS essentieel omdat ze het personeel zekerheid biedt.

    Het vlinderkader dat naar aanleiding van een eerdere staking door de OVS werd gesuggereerd aan de directie om aan deze 15% te kunnen voldoen, vormt reeds een flinke tegemoetkoming omdat we absoluut geen voorstander zijn van de flexibiliteit die van deze mensen zal worden verwacht. Voor de OVS zijn dus een flink een aantal voorwaarden verbonden aan dit idee. Het moet gaan om een supplementair kader, boven het normale treinbegeleidingscontingent, zuiver op vrijwillige basis en tegen een flinke bijkomende vergoeding zodat het ook interessant wordt om de extra inspanning te leveren. Ook moeten een aantal zekerheden voor dit kader vastgelegd worden, zoals een beperking van de afstand waarop ze inzetbaar zijn, een voorkeur voor vroege of late diensten en een aantal gekende vrije dagen.

    De directie stelde dat, onder die voorwaarden, flink wat extra aanwervingen nodig zouden zijn. Nochtans is dit kader een vereiste om ook in kleinere depots de 15% verlof te kunnen garanderen. Het gegeven dat door de directie onze voorwaarden voor dit vlinderkader als te beperkend werden ervaren, legt ook duidelijk de krijtlijnen bloot waarbinnen de werkgroepen die met de erkende organisaties over dit onderwerp worden georganiseerd. Het wantrouwen voor deze werkgroepen blijkt dus terecht.

    Hoewel de vergaderingen op een serene en constructieve wijze zijn verlopen, zijn we alsnog op een punt komen waar een staking onoverkomelijk is. De directie wil immers niet voorzien in een personeelsbestand dat in alle depots voor 15% van het voorziene kader verlof garandeert.  

    Natuurlijk is er extra personeel nodig, bovenop de huidige aanwervingen, om een werkbaar systeem te ontwikkelen waarmee men in alle depots (ook de kleinere) steeds een garantie op verlof kan bieden. Zulk een kader laat bovendien toe om méér personeel op de treinen in te zetten, waardoor zowel de kwaliteit van de dienstverlening als de veiligheid stijgen.

    Bij de vorige actie reed volgens onze eigen tellingen minder dan de helft van de treinen, en dan nog door de massale inzet van omkaderingspersoneel, wat een zeer krachtig signaal was. De directie is zich daarvan bewust en deed alle moeite om dit cijfer te minimaliseren door in hun ‘officiële’ tellingen ook niet commerciële ritten van en naar de stelplaatsen mee te nemen.

    De 15% verlofgarantie is een positieve strijd, een gerechtvaardigde strijd en dient op een eerlijke manier te worden verwezenlijkt. Daar gaan we als OVS voor. En we rekenen nogmaals op jullie massale steun.

  • Analyse OVS na staking

    Beste collega, lid, sympathisant,

    Met betrekking tot de verlofproblematiek van het treinbegeleidingspersoneel is uit de gesprekken met de directie is een fundamenteel verschil in visie gebleken, wat de actie van 27 juli, en mogelijk verdere acties, onvermijdelijk maakte. We hebben de afgelopen week benut om de situatie grondig te analyseren en een reactie te formuleren.

    De OVS stelt steeds het personeel op de eerste plaats. Als onafhankelijke vakbond vinden wij dat alles eerst vanuit de noden van het personeel dient bekeken te worden. Elk toekomstig vervoersplan dient uit te gaan van het effectief kader, en dan pas dient er naar de noden van reizigers en de NMBS gekeken te worden. De NMBS ziet dat andersom. Treinen zullen rijden, desnoods ten koste van het recht op vakantie van het personeel.

    Wat de directie op de verzoeningsvergadering op tafel heeft gelegd, ging verder dan wat er via werkgroepen werd bereikt. Desondanks waren het niet meer dan louter engagementen. Engagementen die afhangen van onzekere factoren zoals het moeten aanwerven van voldoende nieuwe collega’s en voorkomen dat nog meer treinbegeleiders het bedrijf verlaten. Enige garantie dat het treinbegeleidingskader niet alweer het kind van de rekening zal worden als de doelstellingen niet worden gehaald, wil de directie hierbij niet bieden.

    Dat enorme verschil in visie zorgt ervoor dat de strijd die wij moeten aangaan ook in dat licht dient geëvalueerd te worden, en daar hebben we nog even tijd voor nodig om te zien hoe we dat gaan aanpakken.

    Op de verzoeningsvergadering die volgde op onze stakingsaanzegging werd door HR-Rail vrij expliciet het dreigement geuit dat de OVS niet langer beschouwd zal worden als een acceptabele sociale gesprekspartner als we hun -naar eigen zeggen- ‘uitermate constructief voorstel’ niet zouden aanvaarden. Wij zijn de mening toegedaan dat het niet aan HR-Rail is te bepalen wat een ‘uitermate constructief voorstel’ is, maar aan het personeel zelf, en bij uitbreiding dus ook de vertegenwoordigers van het personeel. De OVS bevindt zich niet in een positie waarin ze het standpunt van het personeel dat door haar wordt vertegenwoordigd, naast zich neer kan leggen en op eigen initiatief een andere koers kan varen. Het miskennen van de OVS als gesprekspartner betekent eveneens het miskennen van de syndicale rechten van onze leden en iedereen die 27 juli het werk heeft neergelegd en zo het mandaat van de OVS om voor het personeel te spreken heeft bevestigd.

    Het -alweer volgens HR-Rail- ‘uitermate constructieve voorstel’ werd op 27 juli breed door het personeel verworpen. Normaal zou dit alarmbellen moeten doen afgaan bij de directie, tot een besef moeten leiden dat hetgeen ze als oplossing voor ogen hebben en de manier waarop ze tot deze oplossing willen komen, onaanvaardbaar is voor het personeel. De normale gang van zaken zou dan ook zijn dat de sociale partners zo snel mogelijk opnieuw rond de tafel worden gesommeerd.

    Dit gebeurde echter niet. Pas nadat de OVS zelf opnieuw contact opnam, leerden we dat voor HR-Rail nieuw overleg ten vroegste 20 augustus zou kunnen doorgaan. Uit de automatische antwoorden die we kregen op onze mail, leerden we eveneens dat, cynisch genoeg, sleutelfiguren in het sociaal overleg met verlof waren. Laat het recht op verlof nu net zijn waar deze strijd om draait.

    Het dreigement dat de OVS niet langer als een aanvaardbare sociale partner zal worden beschouwd, nemen wij uitermate ernstig. In het verleden is men er reeds tijdelijk in geslaagd ons het stakingsrecht te ontzeggen. We bereiden ons dan ook voor op een reactie op dit dreigement. Maar deze strijd gaat in de eerste plaats over het personeelstekort, en niet over de rechten van onze vakbond, en we hoeden er ons dan ook voor om beide met elkaar te vermengen.

    We erkennen dat er vooruitgang is geboekt in het dossier in de zin dat de directie communiceerde dat “het signaal begrepen hebben”. We hebben echter weinig vertrouwen in de weg die men wil volgen om het probleem op te lossen via werkgroepen.

    Het is geen geheim dat de OVS, net zoals het personeel, erg kritisch staat tegenover werkgroepen. Ook bij het herwaarderingsdossier voor de treinbestuurders is dit volledig misgelopen. We wachten nog altijd op concrete resultaten van de werkgroepen over ‘work-lifebalans’ en ‘reglementering’. Een deel van de uitwerking van een eventueel akkoord moet inderdaad in werkgroepen gebeuren, maar dat kan vanzelfsprekend pas als een akkoord werd bereikt en de doelstelling zijn vastgelegd. De manier waarop andere organisaties in syndicale berichten omheen de definitie van 15% gegarandeerd verlof draaien, bevestigen ons enkel maar dat men nog maar bezig is een doelstelling te definiëren. De eis, die over de vakbondsgrenzen heen door de verkozen vertegenwoordigers in diverse comités werd geformuleerd, was nochtans eenvoudig: op elk moment moet in elke depot minstens 15% van het voorziene kader verlof kunnen krijgen, los van ziekte, loopbaanonderbreking en dergelijke meer.

    De OVS werd afgelopen week fel bekritiseerd door een andere sociale partner. We zouden eraan willen herinneren dat deze beweging voor 15% gegarandeerd verlof vanuit de basis ontstond, los van de OVS, door contacten van verkozen leden van de CPBW’s en GPC’s. We zouden er tevens aan willen herinneren dat de OVS nog voor er door eender welke organisatie aan de alarmbel werd getrokken, een oproep deed naar de andere organisaties om dit probleem samen aan te pakken. Een oproep die, als vanouds, onbeantwoord bleef.

    Desondanks blijft de uitgestoken hand nog altijd uitgestoken. De OVS vecht hier niet voor onverdedigbare eisen of privileges, maar voor een basisrecht, het recht op verlof. En dit niet in juli volgend jaar, maar zo snel mogelijk door middel van ingrijpende maatregelen. In het verleden heeft de OVS steeds deelgenomen aan acties tegen het inkrimpen van de werkingsmiddelen van de Belgische Spoorwegen. Die acties, destijds ‘politieke’ stakingen genoemd, werden georganiseerd door de erkende organisaties en OVS begreep destijds goed waarom ze noodzakelijk waren.

    De malaise waarmee we vandaag op verschillende gebieden worden geconfronteerd, is een rechtstreeks gevolg van het inkrimpen van deze werkingsmiddelen. Het statuut wordt systematisch afgebouwd, vrije dagen worden afgenomen, diensten zitten overvol en de kaders zijn zodanig krap berekend dat tekorten snel ontstaan. Dit is niet alleen voelbaar bij het treinbegeleidingspersoneel, maar bij alle uitvoerende beroepen binnen de NMBS. We zien trouwens dat, in navolging van de treinbegeleiders, ook bij beroepscategorieën militanten van verschillend pluimage zich beginnen te verenigen om gezamenlijk hun eisen kracht bij te zetten. We kunnen hen hierbij alleen maar aanmoedigen!

    Omdat we vertrokken zijn voor een potentieel lange en ongetwijfeld zware strijd die nog meer harde acties zal vereisen, hopen we dat we maximaal op solidariteit mogen rekenen. Solidariteit van de andere syndicale vertegenwoordigers en hun militanten. Solidariteit van de reiziger. Solidariteit aan beide kanten van de taalgrens. In het verleden werd de strijd aan de Waalse kant van de taalgrens vaak net iets heviger gevoerd, waarbij de Vlaamse kant evenveel mee kon profiteren van behaalde resultaten, wat wij steeds betreurd hebben. We hopen dan ook dat 27 juli aan iedereen heeft getoond dat de bereidheid tot actie ook bestaat in Vlaanderen, en hopen dan ook dat toekomstige acties in Wallonië nog beter gevolgd zullen worden dan nu al het geval was.

    Uiteindelijk oefenen we allemaal hetzelfde beroep uit bij hetzelfde bedrijf, en worden we vaak met dezelfde problemen geconfronteerd. De eis tot 15% verlof in alle omstandigheden is een algemene eis waar ook depots die niet met een personeelstekort kampen bij gebaat zijn. Ze biedt immers zekerheid dat verlof toegekend moet worden, zekerheid die er nu niet is.

    Het is dus  niet meer dan vanzelfsprekend dat we ook samen leren strijden, beter laat dan nooit.