• Eunice blaast kaartenhuis NMBS omver

    Gisteren, 18 februari, waaide een storm over ons land. De ravage is enorm, en ook het spoor werd zwaar getroffen. De meest opvallende schade was echter die aan het – al niet geweldige – imago van de spoorwegen. Dat een storm hinder met zich meebrengt is normaal, maar vandaag zagen we wat een quasi onbestaande voorbereiding en een gebrek aan noodplannen en beslissingsvermogen aanrichtte.

    In de buurlanden werd gisteren al aangekondigd dat er vanaf bepaalde uren geen treinen meer zouden rijden, vooral dan in de regio’s waar de storm hard zou toeslaan. Voor de NMBS en Infrabel was een grondige waarschuwing al te veel gevraagd. Veel mensen dachten dus nog op hun werk -en vooral terug thuis- te kunnen geraken. Omstreeks 11u ’s ochtends werden echter berichten uitgestuurd -voornamelijk richting de media- dat het treinverkeer vanaf de namiddag grotendeels zou stilvallen. Dat doet vragen rijzen bij het functioneren van onze structuur en het management. Waar ’s ochtends het personeel de twijfelende reiziger nog kon geruststellen dat er de volledige dag een treinaanbod voorzien was, bleek van die informatie achteraf weinig te kloppen.

    Tot die tijd werd ook het personeel niet op de hoogte gebracht van eventuele aanpassingen in het vervoersplan. Meer nog. Sommige permanenties, de regelingsorganen die het personeel in real-time moeten aansturen, moesten de opschorting van het treinverkeer via de media vernemen! Het personeel ten velde werd dan ook voor voldongen feiten geplaatst: diensten en treinen werden à la carte afgeschaft, permanenties overbelast. Enige structuur of systematische aanpak bleek ver zoek. Personeel kreeg bij diensteinde te horen dat ze zelf maar een collega moesten gaan zoeken die hen kon aflossen!

    Het is absoluut niet zo dat deze storm onaangekondigd bleef. Integendeel, al dagenlang werd er door de meteorologische diensten voor gewaarschuwd dat een storm van dit kaliber al decennialang niet meer over ons land geraasd heeft. De chaos die dergelijke storm al sowieso met zich meebrengt, werd nog versterkt door pas enkele uren voor de start ervan in actie te schieten.

    De NMBS schuift de hete aardappel door naar Infrabel. Zij namen, aldus de NMBS, pas vandaag de beslissing dat het treinverkeer zou onderbroken worden. We kunnen ons hier vragen bij stellen: was het een financiële overweging van de NMBS om zelf geen initiatief te nemen, omdat ze anders zou moeten betalen voor rijpaden voor treinen die niet rijden? Spelen commerciële belangen hier een grotere rol dan de dienstverlening en vooral de veiligheid?

    Ondanks een uitbreiding van het middenkader met nog meer managers, ondanks tal van organisatorische maatregelen die de communicatie op het terrein zouden moeten stroomlijnen en het personeel lam slaan met acroniemen zoals OCC, RIOC, Paco, CPC, RTMS en dergelijke meer, kunnen we niet om de vaststelling heen dat bij calamiteiten geen beslissingen genomen worden, dat informatie niet doorsijpelt naar het personeel op het terrein of dat zelfs tegenstrijdige instructies gegeven worden. Vandaag bleek maar al te meer dat consistente noodplannen, scenario’s die toelaten om kort op de bal te spelen door consequent in te grijpen in het treinaanbod, ontbreken.

    Door jarenlange besparingen –efficiëntieverhogingen zo u wil- ontbreekt het ons vervoersbedrijf al jarenlang aan capaciteit om het hoofd te bieden aan dergelijke problemen. Dit is niet anders dan in onze buurlanden, al heeft men daar het besef dat men met onvoldoende personeel en middelen de treindienst beter vroegtijdig stillegt.

    De “nieuwe wind” van de minister Gilkinet

    Zonder buiten zijn beperkt denkkader te durven treden, was minister Gilkinet snel om de laksheid binnen de Belgische Spoorwegen te veroordelen. Hij richtte zijn pijlen daarbij vooral op de CEO van Infrabel, dhr. Gilson, en zal hem op het matje roepen.

    De euro blijkt echter maar moeilijk te vallen bij de man die zijn ‘Spoorvisie 2040’ nog maar enkele weken geleden lanceerde. Enkel extra middelen en massale aanwervingen van personeel, een eengemaakt spoorwegbedrijf, een volledige stopzetting van eender welke liberalisering en werk maken van een spoorbedrijf dat ten dienste van de maatschappij staat, kan zijn gevraagde modal shift succesvol verwezenlijken.

    Tijd dat die euro valt, mijnheer Gilkinet.

  • De OVS nieuwjaarsbrief

    Eerst en vooral willen we deze gelegenheid te baat nemen om iedereen alsnog vrolijke feesten te wensen. De afgelopen 2 jaar waren zeer zwaar voor ons allemaal, dus we hopen dat iedereen – al dan niet op een andere dag, en misschien ook in een andere vorm dan gewenst – fijne feestdagen heeft of heeft gehad, en we wensen iedereen een goed en strijdbaar 2022 toe.

    Ook voor OVS kijken we alvast naar volgend jaar, en hopen we dan enkele zaken te (her)bekijken. We hopen bijvoorbeeld in 2022 een algemene ledenvergadering te organiseren, zodat we de nodige aanpassingen kunnen doen aan onze interne werking, mét de steun van onze leden.

    Maar ook zullen we in 2022 blijven werken rond de sociale dialoog en strijd, en doen we ons best om de muren die de directie opwerpt te doorbreken, om zo voor alle spoormensen de werkomgeving beter te maken. Voor ons blijft ook daar de prioriteit voldoende volk, om zo alle diensten optimaal te laten werken, zonder dat dit ten koste gaat van het welzijn van de werknemers. Maar ook voor andere dossiers die bij ons belanden zullen we blijven strijden voor verbeteringen.

    Het is geen geheim dat de OVS afgelopen jaren veel kritiek heeft gespuid op de directie en politiek. Het niet aflatende besparingsbeleid en de immer hogere verwachtingen op vlak van productiviteit in alle sectoren en beroepen van de Belgische Spoorwegen bereikte haar plafond reeds jaren geleden. Het tekort aan middelen maakt een performant en gebruiksvriendelijk aanbod al langer dan vandaag een onmogelijke taak. Deze boodschap en deze aanklacht, maakte de OVS allerminst populair bij de hiërarchische lijn en haar machtige overheid, maar dit is nu eenmaal het onprettige lot van een strijdbare vakbond.

    Balancerend tussen de loopgraven en de (non) speaking terms werden we dan ook meermaals geconfronteerd door tegenstrevers. Op zich is dat niet verwonderlijk: wanneer je als syndicale organisatie niet akkoord gaat met de liberalisering en dus stervensbegeleiding van de openbare dienstverlening, dan leidt dit uiteraard tot grote meningsverschillen met wie dit plan wel nastreeft. We kunnen ons vrolijk maken over zaken als “samen pro’s”, waar we in de grond wel achter staan, maar als dit als een facade wordt opgetrokken voor een bedrijf dat besparingen ten koste laat gaan van welzijn, dienstverlening en veiligheid, dan voelt dit aan als een kers zonder taart.

    Toch bewoog er heel wat op syndicaal gebied. Wederom liet de basis haar onvrede merken en werd een nieuw voorstel voor sociaal akkoord naar de prullenbak verwezen, we hopen dat onze analyse voor alle collega’s nuttig was om een oordeel te vellen over dit voorstel. De sociale inspectie kwam, mede dankzij OVS, tot een ingebrekestelling van de maatschappij omdat reeds 50 jaar lang de geldende wetgeving werd overschreden: overwerk en overdragen van rust en compensatiedagen zijn voortaan ook verboden voor de Belgische Spoorwegen, wat zal leiden tot een betere work-life balance. Diezelfde inspectie houdt de NMBS ook nauw in het oog voor het komende hitteplan.

    We hopen dat we in onze toekomstige werking, zoals steeds, de steun van onze militanten en leden kunnen genieten, die we alvast bedanken voor alles wat ze voor ons hebben gedaan en blijven doen. Zonder hen waren wij niet in staat te doen wat we doen.

    Ten slotte hopen we ook dat de intersyndicale samenwerking volgend jaar nog beter gaat. De militanten van verschillende bonden kunnen elkaar vaak op lokaal of zelfs gewestelijk vlak vinden, en we hopen dat we die lijn kunnen blijven doortrekken.

    Dus we wensen iedereen alvast een fijn oud- en nieuwjaar, op het pad naar een strijdbare toekomst!

  • Kantekeningen bij vakbondsmanifestatie

    Morgen worden de vlaggen, blazers en de grote trom weer vanonder het stof gevist en is een grote en luide manifestatie gepland in onze hoofdstad door de erkende organisaties. Wederom zullen ze in vrolijke ganzenpas door de straten huppelen en zich opwerpen als de grote beschermheren van de syndicale strijd. Ze maken hier zelfs gewag van in hun officiële communiqué. Een luide gil van protest om de vrijheid tot het voeren van syndicale acties te vrijwaren. Ik viel hiervoor onmiddellijk op mijn knieën en de Heer weze geprezen.
    Toch een kleine kanttekening van kritiek in deze lofzang naar onze collega-syndicalisten toe, als u mij toestaat.
    Wij, als onafhankelijke, niet politiek gebonden en helaas ook niet erkende vakbeweging, missen het voorrecht om een stoel bij te schuiven aan de grote-mensen-tafel. Dus daar waar de grote spelers de grote beslissingen nemen, kunnen wij onze stem niet laten horen. Waaruit we helaas ook moeten besluiten dat de mening van onze talloze leden hun onverschillig koud laat.


    Zo was het ook toen het akkoord over de stakingsreglementering werd beklonken. Immers, met de intrede van de wetgeving betreffende de minimale dienstverlening bij het spoor, diende een voorafgaande procedure tot staking te worden ontwikkeld. Als vakbond streef je dan best naar eenvoud en duidelijkheid, maar de erkende organisaties hebben daar blijk gegeven van een zeer enge tunnelvisie en hebben plaats genomen aan de verkeerde kant van de tafel, netjes op de schoot van de werkgevers. Dit in een wanhopige poging om iedere vorm van vernieuwing en concurrentie van andere spelers monddood te maken. Aan die tafel is de syndicale strijd binnen de NMBS een stille dood gestorven. Om dan nu zingend en scanderend door de straten te benen, lijkt me dan ook wat schijnheilig. Ze zijn op zijn minst medeplichtig aan deze syndicale misdaad. Bovendien worden wij als spoorwegpersoneel weer verbannen van deze manifestatie. Blijkbaar heeft iedereen recht om op te komen voor hun rechten behalve één categorie, zijnde wij.
    Maar optimistisch als we zijn, hebben we gepoogd onze strijd verder te zetten in dit verstikkende keurslijf, ons netjes aan deze nieuwe regels gehouden en dit met een vernieuwde, verbeten inzet. Keurig dienen wij alarmbelprocedure na alarmbelprocedure in en dit steeds om ernstige en legitieme redenen. Maar keer op keer ketsen deze af op het granieten veto van HR-Rail, die zich als onverbiddelijk despoot het alleenrecht toegeëigend om over de legitimiteit van een actie te beslissen. Ja, u lees dit goed, de werkgever bij ons heeft de exclusieve stem om te beslissen of wij, de werknemers mogen actie voeren en dit werd beslist met de goedkeuring van bepaalde syndicale organisaties. Ik weet niet welke alcoholische dranken aan die tafel werden genuttigd, maar ze moeten behoorlijk pittig zijn geweest.

    Ik weet dat we eindeloos kunnen debatteren over de zin of onzin van stakingen en voor beide meningen zijn er valabele argumenten te vinden. Maar het gaat daar niet over. Het gaat erover dat men er bruutweg is in geslaagd om ons volledig te ontwapenen van een heel belangrijk element in iedere syndicale strijd; de mogelijkheid om actie te voeren.
    We geven de strijd uiteraard niet op. Daarvoor zijn we veel te koppig en te heilig overtuigd van ons gelijk. En we weten dat jullie op ons rekenen om jullie belangen te blijven verdedigen. Wat wij zeker zullen blijven doen. Maar ik denk dat we onze strijd een versnelling hoger zullen moeten schakelen en even haasje over zullen moeten spelen met onze werkgevers. De logische volgende stap lijkt ons dan ook om deze zaak aanhangig te maken bij de arbeidsrechtbank. Als ze niet naar ons willen luisteren, vinden wij wel een middel om hen te doen luisteren.

    Dus vergeef ons als wij maandag forfait moeten geven in de hoofdstad. We zullen het even te druk hebben met de reële strijd om met een vlaggetje te zwaaien of op een trom te slaan.

  • Reactie OVS nav agressieproblematiek

    Deze morgen werden we opgeschrikt door het zoveelste schrijnende verhaal van een daad van agressie naar één van onze collega’s toe. De koffie smaakte plotseling dubbel zo bitter. Ditmaal betrof het een vrouwelijke collega uit Ottignies met vijftig levensjaren, maar slechts zes maanden werkervaring. Bij het uitvoeren van haar controle, een taak waar onze werkgever meer en meer terug de nadruk meent op te moeten leggen, kreeg ze uit het niets twee vuistslagen toegediend in haar buikstreek.


    In oktober werd een collega uit Brugge in Sint-Truiden aangevallen door een reiziger van vijftien jaar met als resultaat een flinke hersenschudding, een dubbele hernia en een klaplong. Ik weet dat ik laat ben om deze informatie met jullie te delen, maar men is er vakkundig in geslaagd om dit incident onder het tapijt te vegen waardoor wij als collega’s de kans werden ontzegd op een emotionele actie zoals degene die de collega’s uit Ottignies nu momenteel voeren.


    Dit zijn slechts twee van de vele verhalen die zich schuilhouden achter de vrolijk gekleurde slideshow betreffende het masterplan anti-agressie die de directie donderdag rijkelijk laat en na veel aandringen heeft voorgesteld. Een plan dat vooral baadt in een zee van vaagheid. Het ontbreekt aan duidelijke targets en deadlines. Om het kort samen te vatten; ze zijn er mee bezig. Meer kan ik uit die tekst, gegoten in een cryptisch management-bargoens niet puren. Het meest interessante in het document zijn het schrikbarende cijfer materiaal. Die tonen een duidelijke stijging van feiten en incidenten over de volledige lijn. Een stijging van 46% bij slagen en verwondingen, 50% bij lichte geweldpleging, 57% bij bedreigingen en 69% bij beledigingen en dit op amper een jaar tijd. Toen ik vele lange jaren geleden in de opleiding zat om treinbegeleider te worden, werd me laconiek gemeld dat wij de pispaaltjes van de maatschappij zouden zijn, dixit een opleider daar. Wel de gele vloeistof staat tot aan de lippen.


    De manier waarop dit nijpend probleem wordt benaderd door de directie balanceert op het randje van schuldig verzuim. Er staat volgens mij nog steeds in de arbeidswetgeving dat een werkgever de heilige taak heeft om een veilige werkomgeving voor zijn personeel te voorzien en hier wringt het schoentje. De ondersteuning op het terrein is quasi onbestaand en bij iedere besparing wordt de buikriem hier nog wat meer aangetrokken. Over de hele lijn kampt men met personeelstekort en daar schuift men alle schuld op. Dit zonder te zoeken naar een methode om dit probleem te remediëren. Tenzij het ophalen van de schouders als een effectieve methode kan worden omschreven. Dit kan zo niet langer.


    De situatie op het terrein is angstaanjagend en wraakroepend. De vele tussenkomsten en mails die wij als vakbeweging opstellen worden de facto beantwoord met een standaardantwoord dat men copy/paste uit het grote boek van verontschuldigingen en ontwijkingen. En de algemene deler in hun antwoorden is; we zijn er mee bezig.
    Het verbaast ons enorm dat er eigenlijk nog treinen rijden op ons net en wij menen dat de tijd van onderhandelen haar versheidsdatum ruim heeft overschreden. Het is tijd voor actie.


    En sterkte aan onze getroffen collega’s. Wij denken aan jullie en zullen niet rusten voor we dit misdadig verzuim op welke wijze dan ook onder handen hebben genomen.

  • Achterstallige RX/CX – reactie OVS op het “rugzak-voorstel”

    Beste collega’s,

    We vernamen via sociale media het nieuwe voorstel van HR-Rail inzake achterstallige dagen.

    Dit voorstel zou nog steeds besproken moeten worden met de directie van FOD WASO en het is dus op dit moment niet meer dan een denkpiste.

    Voor zover wij begrijpen zouden de achterstallige dagen in een rugzakje worden gestopt en stelt de directie voor om het aantal dagen in deze rugzak af te bouwen vooraleer het pensioen is bereikt. Het goede nieuws -maar dit was reeds het geval door de tussenkomst van de FOD WASO- is dat er binnen de Belgische Spoorwegen geen verdere opbouw van achterstallen of overuren mag plaatsvinden. Dit laatste betekent in zekere zin dat die broodnodige rusttijd moet toegekend worden. We stellen ons de vraag hoe de Belgische Spoorwegen, kampend met een dermate groot personeelstekort, alle vrije dagen inclusief verlof en kredietdagen zal kunnen toekennen tijdens de komende jaren zonder in te zetten op massale aanwervingen.

    Voor de OVS is er ten gronde niets veranderd dat onze houding ten aanzien van dit probleem wijzigt. Wat nu op tafel ligt dwingt de NMBS op geen enkele manier om actief het aantal achterstallige dagen weg te werken. Meer nog, ook bij de kredietdagen is de achterstand alarmerend, en we vrezen dat door de focus te verleggen naar de rust- en compensatiedagen, deze achterstand verder zal oplopen. Nog steeds is de werkdruk fenomenaal hoog in zowat alle beroepscategorieën. Er blijft een duidelijke nood aan massale aanwervingen teneinde de work-life balance van het personeel opnieuw in evenwicht te brengen. De 5000 medewerkers die de NMBS niet heeft vervangen zijn nodig om een goede dienstverlening en een gezonde werksituatie te creëren. Het welzijn van ons personeel hangt aan een zijden draadje. En hoewel het eerste voorstel, met name de uitbetaling van die achterstallige dagen, als een schaar dat zijden draadje zou doorgeknipt hebben, blijft het personeel in een precaire situatie bengelen.

    Wat wij vernemen in de wandelgangen, is dat de Belgische Spoorwegen het aanwervingsquotum zou verhogen naar 2500 medewerkers. In het laatste voorstel voor sociaal protocol sprak men echter over een totaal van 2190 FTE voor een één op één vervanging van pensioneringen. Met andere woorden, slechts 310 nieuwe medewerkers moeten het gat van 5000 vertrokken medewerkers dichten. Dit is uiteraard niet realistisch en zal de werkdruk niet naar een aanvaardbaar niveau doen dalen.

    Sinds de weigering van onze vorige alarmbelprocedure heeft de OVS verschillende stappen ondernomen, waaronder het voor de zoveelste keer aanklagen van de te hoge psychosociale belasting in de bevoegde comités, het onbehagen van personeel dat steeds meer geconfronteerd wordt met agressie, de link tussen personeelstekorten enerzijds en stress en burn-outs anderzijds, het aanschrijven van de bevoegde minister (die het tot op heden naliet om dit schrijven te beantwoorden) en het aankaarten van het probleem van personeelstekorten in de gewestelijke paritaire comités (alwaar HR-Rail deze punten weigert te agenderen). We menen hiermee alle mogelijke pistes te hebben bewandeld om tot een oplossing middels overleg te komen.

    De OVS zal in de komende dagen haar reactie aan NMBS en HR-Rail overmaken en sluit daarbij acties niet uit.

  • Brief van OVS aan de Minister van Mobiliteit, Dhr Gilkinet

    Betreft: Crisis bij de NMBS – personeelstekort en verplichte uitbetaling rustdagen

    Geachte heer Gilkinet,

    Onlangs werd het NMBS-personeel ervan in kennis gesteld dat de achterstallige rust- en compensatiedagen waar ze nog recht op hebben, door de maatschappij zullen worden uitbetaald, dit naar aanleiding van een onderzoek door de FOD WASO. Als voogdijminister van de Belgische Spoorwegen bent u hiervan ongetwijfeld op de hoogte.

    Deze beslissing wordt uitdrukkelijk niet aanvaard door het personeel dat al lange tijd op hun tandvlees zit omwille van een structureel personeelstekort bij zowat alle operationele beroepscategorieën. Eén en ander blijkt duidelijk uit de protesten die de syndicale vertegenwoordigers hebben geuit, personeelsleden die spontaan het werk hebben neergelegd, een stijging van het ziekteverzuim sinds de bekendmaking, verschillende petities en talloze berichten op de sociale media. Het personeel ervaart deze uitbetaling als een georganiseerde diefstal van hun vrije tijd, van mooie momenten die ze met vrienden of familie hadden kunnen doorbrengen.

    Een groot deel van het personeel heeft ondertussen -volkomen begrijpelijk- aangegeven geen enkele vorm van flexibiliteit meer aan de dag te leggen wat betreft hun werkroosters. Laat het net deze flexibiliteit zijn die de maatschappij de afgelopen jaren drijvende heeft gehouden.

    Het onvoldoende toekennen van deze rust- en compensatiedagen -waarmee de NMBS reeds jarenlang de bepalingen van de Arbeidswet van 1971 overtreedt- en de alsmaar stijgende productiviteit in combinatie met een personeelsbestand dat steeds verder

    ingekrimpt wordt, leiden tot een hogere prevalentie van werkgerelateerde stress, burn-outs en een toenemende uitval door ziekte. Onze spoorwegmedewerkers vinden in de huidige uurroosters -zoals ze veelal worden toegepast- geen tijd meer om te recupereren. Deze herstelbehoefte bleek ook zeer duidelijk uit de resultaten van een welzijnsanalyse die eerder dit jaar werd uitgevoerd. De sociale vrede binnen het bedrijf kan op deze manier niet langer bewaakt worden, en het is hallucinant dat net een overheidsbedrijf met een voorbeeldfunctie voor de maatschappij zich al jarenlang op deze manier boven de wet stelt.

    Om de vicieuze cirkel van personeelstekort en ziekte te kunnen doorbreken is er nood aan concrete oplossingen voor structurele problemen: massale aanwervingen zijn van cruciaal belang en extra middelen zijn levensnoodzakelijk. Dergelijke injectie van mensen en middelen is voor de aanpak van de torenhoge ziektecijfers op dit ogenblik echter niet voldoende. Voor vele sleutelfuncties binnen onze maatschappij is er immers sprake van een tijdsintensieve aanwervings- en opleidingsperiode. Om u een idee te geven, de opleiding van een treinbegeleider duurt ongeveer vier maanden, de basisopleiding van een treinbestuurder een jaar waarna deze beperkt inzetbaar is en nog verschillende maanden van materieelopleiding en lijnstudie volgen. Kostbare tijd die de nu al wankele fysieke en mentale gezondheid van ons personeelsbestand niet meer kan blijven trekken. Volgens OVS is er dan ook een nood aan onmiddellijke maatregelen zoals aan een aangepast en afgeslankt vervoersplan. Dit om ervoor te zorgen dat de toename van ziektecijfers geen aanleiding zou geven tot een toename van veiligheidsrisico’s en willekeurig afgeschafte treinen.

    In uw beleidsnota van 12 november 2020 staat te lezen: “Alle mannen en vrouwen die het mogelijk gemaakt hebben om tijdens de pandemie de dienstverlening te behouden, verdienen onze erkentelijkheid en dankbaarheid.” Vandaag spijt het ons te moeten vaststellen dat deze erkentelijkheid ver te zoeken is wanneer u in de zitting van de Kamer jongstleden als reactie op de door uw collega’s gestelde vragen met betrekking tot deze problematiek slechts wil benadrukken “dat het een kwestie is die raakt aan het sociaal beheer van de ondernemingen zelf” waarin u zich niet wenst te mengen. Het spoorwegpersoneel, het personeel dat één van de motoren van de samenleving zelfs doorheen de coronacrisis draaiende hield, verdient beter.

    We wijzen u er graag op dat u als bevoegde minister de macht bezit om punten op de agenda van de Nationale Paritaire Commissie te laten plaatsen. Hoewel het u siert dat u in eerste instantie de autonomie van de NMBS wil garanderen, toont de huidige situatie vooral aan dat het hoog tijd is om in te grijpen. De directie blijkt al jaren doof te zijn voor de verzuchtingen van het personeel, tot op het punt dat de Federale Overheidsdienst WASO moest ingrijpen om een overheidsbedrijf te verplichten om de wettelijke bepalingen na te leven. Indien er morgen een oververmoeide spoorwegbediende een fout maakt die leidt tot een zwaar ongeval, zal dit dan uitsluitend interne materie voor NMBS of Infrabel zijn, of zou de overheid hierin eveneens een verantwoordelijkheid dragen?

    We willen u dan ook verzoeken om zo snel mogelijk in te grijpen, om de uitermate scheefgetrokken verhoudingen weer recht te zetten en om zo verder te kunnen bouwen aan de modal shift die we samen met u willen bewerkstelligen. We hopen dan ook dat u zult bekijken of de directies van NMBS en HR-Rail hun dotatie ‘als een goede huisvader’

    besteden, en dat u zich, binnen de regering waarvan u deel uitmaakt, zal inzetten voor het verkrijgen van de fondsen die noodzakelijk zijn voor een bestendig treinaanbod met bijbehorende investeringen, in de eerste plaats in personeel.

    We hopen oprecht dat deze crisis nog afgewend kan worden zonder syndicale acties, en zijn uiteraard steeds bereid om deze problematiek persoonlijk te komen bespreken op uw kabinet.

    Met de meeste hoogachting,

    Joachim Permentier

    Voorzitter OVS

  • OVS “volgens vakbondskringen” verantwoordelijk voor ziekteverzuim.

    Via de media hebben we vernomen dat “volgens vakbondskringen”, die verder gemakshalve volledig anoniem blijven, onze organisatie de drijvende kracht achter de plotse stijging van het ziekteverzuim onder het treinpersoneel zou zijn. Zelfs in het huidige klimaat van fake news snijdt deze berichtgeving weinig hout. Dit houdt op zich immers ook in dat de medische wereld een stille medeplichtige zou wezen in deze denkbeeldige samenzwering. 

    Wij betreuren ten zeerste dat deze geruchten -beschuldigingen?- klakkeloos overgenomen worden door de nationale media. Erger nog; blijkbaar vond men het niet nodig ons even aan de mouw te trekken en zich te bezondigen aan bronbevestiging. Neen, deze lage insinuaties van andere organisaties werden woordelijk overgenomen. Zo werd de media een willoze marionet met het doel OVS in een slecht daglicht te plaatsen. Opdracht geslaagd.

    Laten we heel duidelijk wezen: wij hadden helemaal geen weet van enige actie. We hebben er zelfs onze bedenkingen bij of we hier wel kunnen spreken van een actie, laat staan dat wij deze zouden hebben georganiseerd.

    Eigenlijk zou dit fenomeen ons toch echt niet mogen verbazen. Onze collega’s werken zich al jaren uit de naad om een degelijke treindienst te verzekeren, met hun rustdagen als de spreekwoordelijke wortel aan een draadje in het vooruitzicht. Wanneer deze rustdagen met één enkele pennentrek worden weggevaagd en dit perspectief van de tafel wordt geruimd, lijkt het ons enkel logisch dat mensen op instorten komen te staan. Als er de laatste weken sprake zou zijn van een significante toename in ziekteverzuim onder het treinpersoneel kunnen we dat enkel toeschrijven aan het manke welzijnsbeleid dat ons bedrijf voert.

    Ondanks het stringent controlebeleid dat onze werkgever voert, is absentie door ziekte, vaak langdurig, schrikbarend hoog. Dit heeft als onmiddellijk gevolg dat de werkdruk voor het resterend personeel wordt opgevoerd en dat er nog meer verlof wordt geweigerd en vrije dagen worden ingetrokken. De NMBS lijkt in vrije val en enkel massale aanwervingen kunnen deze negatieve spiraal doorbreken.

    De waarheid is dat de gezondheid van veel van onze collega’s aan een zijden draadje bengelt en dit al jaren. Wanneer wij als syndicale organisatie het welzijnsoverleg moeten beginnen met een smeekbede aan onze werkgever om zich alsjeblief aan het wettelijk kader te houden en daarop al jaren het antwoord te krijgen dat dit helaas niet mogelijk is, dan moet niemand het personeel dat nu ziek wordt met de beschuldigende vinger wijzen. Niet de directie, niet die anonieme vakbondskringen uit het artikel en zeker wij niet.

    Inderdaad, momenteel heerst er een enorme onrust over het eenzijdige plan van de NMBS om rust- en compensatiedagen verplicht uit te betalen. Dertig zilverlingen om het falend personeelsbeleid onder het tapijt te vegen. Het management krijgt geen lettergreep van spijt over de lippen voor het flagrant overtreden van de wet. Ze zijn nu eindelijk betrapt en willen zich er nu uitkopen met deze financiële aalmoes. Op deze wijze lijkt overleg bij voorbaat al een verloren strijd.

    De raad van bestuur die het mom van sociale vrede wil ophouden, verhindert ondertussen legitieme acties. Ze zou beter aan de tafel gaan zitten met de politiek om uit te dokteren hoe ze deze situatie tot ieders tevredenheid kunnen rechttrekken. Wat ons als syndicale vereniging betreft moet dit een krachtig signaal zijn om de broze sociale vrede enigszins te herstellen;

    • een evaluatie van het functioneren van dit management, dat verantwoordelijkheid dient te nemen voor deze scheefgegroeide situatie. Misschien zijn ze niet de architecten van dit probleem, op zijn minst hebben ze het gedoogd en geprolongeerd.
    • het welzijn van het personeel moet op gelijke voet geplaatst worden met de missie van de NMBS. Dit kan enkel als het treinaanbod wordt aangepast aan het beschikbare personeel met de nodige aandacht voor hun rusttijden en sociaal en familiaal leven.
    • de opeenvolgende besparingsrondes werden steeds uitgevoerd op de rug van het personeel op het terrein. Dit heeft verregaande gevolgen, zowel voor het welzijn als voor de exploitatieveiligheid. Desondanks blijkt de loonmassa gestegen. Het rijkelijk betaalde middenkader barst uit haar voegen en dit terwijl er effectief minder mensen beschikbaar zijn in de stations en op de treinen om een degelijke dienstverlening te verzekeren. Dit bedrijf wordt meer en meer topzwaar en lijkt verder dan ooit te staan van haar basistaak; een degelijke openbare dienstverlening met die broodnodige persoonlijk toets.
  • HR-RAIL weigert alarmbelprocedure OVS te aanvaarden

    De kogel is door de kerk. Onze werkgever heeft onze alarmbelprocedure van de tafel geveegd. De reden hiervoor werd uit de doeken gedaan in een mistige mail waar noch kop noch staart aan te binden is. Ergens is er een regel te vinden in een paragraaf van één of andere bundel die hen toelaat uitgebreid te kommaneuken. En daar staan we dan. De werkgever eigent zich het recht toe om te beslissen dat de werknemer iedere vorm van protest moet laten varen. Dit is niet een uitholling van het stakingsrecht, dit is een complete negatie ervan. Terwijl ik dit schrijf, vertelt de radio mij dat de staking bij distributieketen Lidl haar tweede dag ingaat. Proficiat aan onze collega-werknemers. Het verheugt me dat toch nog iemand een kruimel rechten heeft.

    Akkoord, we zijn een aangenomen vakbeweging, het geadopteerde kneusje in de uitgebreide spoorwegfamilie. En in tegenstelling tot onze grotere broers hebben wij geen gouden ticket om ons te nestelen in de knusse zetels van de achterkamerpolitiek. Wij strijden met open vizier en benutten alle mogelijke wettelijke middelen om ons doel te bereiken. En dit doel is het beschermen van de fundamentele rechten van de werknemers van deze ijzeren weg.

    Helaas heeft iemand onderweg de spelregels wat herschreven en vergeten dit addendum op te sturen naar ons. Aangezien wij moeten hunkeren naar de pauselijke zegen van onze werkgever om actie te kunnen voeren, worden wij de facto monddood gemaakt. Daarom lijkt het mij opportuun dat we deze werkwijze uitgebreid in vraag stellen.

    Tijdens de laatste en eigenlijk enige sociale verkiezing behaalden wij een behoorlijke score. We kregen een duidelijk mandaat van onze collega’s en als resultaat zijn we nu vertegenwoordigd in ongeveer ieder officieel orgaan. Daar is ons verhaal helaas meestal een eenzame stem in een woestijn van onverschilligheid. Het is dan ook ironisch dat de werkgever nu onze aanwezigheid in die praatbarakken hanteert om onze eisen af te wijzen. Men verwijst alles terug door naar deze comités waar ons protest weer zal botsen op de bakstenen van hun muur van stilzwijgen. En kan iemand me alsjeblief uitleggen hoe men kan debateren over een beslissing die reeds is genomen en ze niet willen terugdraaien? Dat lijkt me een oefening in zinloosheid.

    Onze eisen zijn gegrond. Daarvan zijn we heilig overtuigd. Ze willen nu met deze eenmalige uitbetaling de spons vegen over alles en daar blijft het bij. De mensen, laten we ze managers noemen, die dit probleem in het leven hebben geroepen, blijven zelfgenoegzaam in hun zetel loungen. Er komt tot nader bericht geen bijsturing aan het beleid. Alles blijft zoals het is tot het emmertje weer overloopt. En dan wat? Gaan ze weer hun chequeboekje tevoorschijn toveren? 

    Er wordt bewust voorbijgegaan aan het feit dat de NMBS gewetensloos de wet al sinds 1971 negeert. En ergens zal er wel iemand een schouderklopje krijgen voor deze briljante oplossing die de werkvloer volledig in rep en roer zet. Nergens slaat een verantwoordelijke een mea culpa. Waarschijnlijk te druk bezig premies en bonussen op te tellen.

    Wij kunnen ons niet neerleggen bij deze werkwijze. De sociale strijd is altijd al een doorn in het oog van de werkgevers geweest. Dat is van alle tijden. Maar hier gaat men ons inziens een brug te ver. Een werknemer moet niet op zijn kniëen zitten om alsjeblief eens actie te kunnen voeren en de ring kussen van de werkgever.

    Wat hier is gebeurd, is niet meer en niet minder dan een strafbaar feit, een misdrijf…

  • OVS luidt alarmbel voor verplichte uitbetaling achterstallige dagen.

    Aan de gedelegeerd Bestuurder Hr-Rail

    Dhr Hautekiet Paul
    Frankrijkstraat 85
    1060 Brussel

    Afschrift aan de CEO van NMBS, Mevrouw Dutordoir

    BETREFT: Initiëren van de alarmbelprocedure m.b.t. verplichte uitbetaling achterstallige rust- en/of compensatiedagen bij het NMBS personeel.

    Brussel, 11/10/2021

    Geachte heer Hautekiet,
    Geachte mevrouw Dutordoir,

    Het droge bericht dat de NMBS wil overgaan tot de verplichte uitbetaling van achterstallige compensatie- en/of rustdagen, heeft bij het personeel -geheel terecht- geleid tot een enorme verontwaardiging.

    De achterstand in het aantal achterstallige compensatie- en rustdagen is een rechtstreeks gevolg van het personeelsgebrek dat door onze organisatie al jarenlang wordt aangeklaagd in alle relevante comités waarin we vertegenwoordigd zijn, en dat in 2019 nog leidde tot een staking bij het treinbegeleidingspersoneel.

    Blijkbaar was de NMBS reeds in juli op de hoogte van de vaststellingen vanwege de FOD Waso, maar werd het niet nodig geacht om het personeel middels de daartoe geëigende comités in te lichten. We kunnen ook niet om de vaststelling heen dat er in tussentijd bitter weinig werd gedaan om actief de achterstand weg te werken. Integendeel, onder druk van enkele kustburgemeesters werden extra treinen naar de kust ingelegd, die veelal zo goed als leeg reden. Ook een aanwervingscampagne bleef uit. Zelfs nu vinden we voor veel knelpuntberoepen met de grootste achterstanden binnen de spoorwegen geen vacatures terug op www.despoorwegenwervenaan.be / www.jobs.belgiantrain.be 

    We zien dan ook geen enkele andere mogelijkheid dan aan de alarmbel te trekken in dit dossier, en eisen:

    • Een herziening van het plan om de achterstallige dagen uit te betalen.
    • Onmiddellijke aanwervingen om personeelstekorten aan te zuiveren, evenals garanties dat geen achterstanden meer worden opgebouwd.
    • Een psychosociale risicoanalyse specifiek voor de beroepen waar veel uitval is door (langdurige) ziekte m.b.t. de diensten en reeksen, de invulling van de prestaties, de jobinhoud en de arbeidsvoorwaarden.
    • Een evaluatie van de managers die deze situatie hebben laten ontstaan en bestaan, ondanks vele protesten en waarschuwingen dat de NMBS zich hier buiten het wettelijk kader begeeft.

    Verder verzoeken we u ons per kerende een volledig overzicht te laten geworden van het aantal achterstallige rustdagen, compensatiedagen en kredietdagen, per beroepscategorie en per gewest.

    We vinden het hallucinant dat de NMBS deze situatie heeft laten escaleren tot het punt waarop een interventie van de toezichthoudende overheid noodzakelijk bleek. Dit is een overheidsbedrijf, waarvan een voorbeeldfunctie verondersteld mag worden, onwaardig.

    Hoogachtend,
    Voor OVS,

    Joachim Permentier,
    Voorzitter OVS-SIC

  • Uitbetalen compensatiedagen: standpunt OVS.

    Beste collega’s,

    Met grote verbazing en stijgende woede vernamen wij vanmorgen het bericht waarin de NMBS verklaart over te gaan tot het verplicht laten uitbetalen van achterstallige compensatiedagen.

    De federale overheidsdienst welzijn op het werk heeft het probleem van achterstallen in vrije dagen geanalyseerd na klachten en stelde de NMBS voor een ultimatum: toekennen of uitbetalen.

    Voor zover we begrijpen, was geen enkele syndicale organisatie echt op de hoogte dat dit dossier al maandenlang met de top van de NMBS werd besproken.

    Reeds jarenlang, onder meer tijdens de verzoeningsvergaderingen bij de stakingen van treinbegeleidingspersoneel, hamert de OVS op het feit dat het overdragen van vrije dagen, evenals het niet voorzien van voldoende ruimte om verlof toe te kennen, niet wettelijk is. De NMBS negeerde de boodschap telkenmale.

    In een periode waarin veel personeel uitvalt door stress en burnouts, waarin het toekennen van verlof moeilijk verloopt bij veel beroepscategorieën, waarin het management over elk onvolmaaktheidje valt en zelfs een ultimatum leek te stellen wat betreft niet opgenomen verlofdagen, net nu volgt plots een communicatie waarin de NMBS klaarblijkelijk betreurt dat de FOD hen voor dit ultimatum heeft gesteld en zogezegd moet overgaan tot uitbetaling. Andere mogelijke opties, zoals het vervoersplan aanpassen of meer personeel voorzien teneinde de achterstallen weg te werken, worden klaarblijkelijk zelfs niet overwogen.

    Dit is voor ons wraakroepend. De dagen die men nu dreigt af te nemen zijn dagen die we niet met ons gezin konden doorbrengen, zijn feestdagen die we gemist hebben, vrienden die we niet hebben gezien. Deze dagen zijn onbetaalbaar.

    De OVS verwacht van de directie dat ze haar verantwoordelijkheid neemt tegenover het personeel. Dat de beloften over een betere work-lifebalans worden hard gemaakt.

    We zullen tevens alle middelen die ons ter beschikking liggen aanwenden om alsnog de vrije dagen toe te laten kennen, en bekijken de mogelijkheid om juridische stappen te ondernemen.

    Volgens het sociaal strafwetboek is het niet toekennen van de vrije dagen waar het personeel recht op heeft een zwaar vergrijp. We verwachten dat de verantwoordelijken voor dit debacle, het resultaat van jarenlang mismanagement tegen beter weten en verschillende waarschuwingen in, hun verantwoordelijkheid nemen, of dat de NMBS of de politiek dat voor hen doen.