• Machinisten blijven vertrekken

    De NMBS legde treinbestuurders die de firma wensen te verlaten een opzegtermijn van één jaar op, en een rendementsvergoeding die betaald dient te worden bij vertrek binnen de tien jaar na de opleiding. Als enige vakbond vocht de OVS deze regeling aan bij de Raad van State, helaas zonder succes.

    Desondanks lijkt de stroom aan bestuurders die de maatschappij willen verlaten niet te stoppen. Uit verschillende depots bereiken ons berichten van machinisten die hun ontslag hebben gegeven. De opzegtermijn bemoeilijkt het vertrek, maar neemt niet de redenen weg die de bestuurders doen besluiten dat het gras aan de andere kant van de weide groener is.

    Door een aantal recente maatregelen zoals onder meer het verhogen van de pensioenleeftijd, een minder gunstige berekening van het pensioenbedrag en het inleveren van enkele feest- en kredietdagen. Maar ook door de mogelijke ontwikkelingen in een aantal aanslepende dossiers zoals de al dan niet erkenning als zwaar beroep (wat een bijkomende verhoging van de pensioenleeftijd zou betekenen) en de herklassering van medisch ongeschikt personeel, dreigen de arbeidsvoorwaarden die golden bij aanwerving af te glijden tot de voorwaarden zoals die bij andere privé-goederenoperatoren van kracht zijn. Dit alles zonder dat daar dezelfde verloning tegenover staat. Het is geen geheim dat private treinbestuurders niet enkel genieten van een hoger loon, maar ook van voordelen zoals een bedrijfswagen en een aanvullende groepsverzekering.

    Ondertussen heeft de NMBS de grootst mogelijke moeite om voldoende kandidaat-treinbestuurders aan te trekken, een duidelijk signaal dat er een onevenwicht bestaat tussen de verwachtingen van de werkgever enerzijds, en de verloning die hij hier tegenover stelt anderzijds.

    Als OVS zijn we de mening toegedaan dat het de verantwoordelijkheid van de NMBS als werkgever is om een abnormaal hoog personeelsverloop te voorkomen door het aanbieden van een marktconform verloningspakket. Ook in de toekomst zullen we dan ook blijven ijveren voor een opwaardering van de job van treinbestuurder.

  • DICE naar de prullenmand

    Na miljoenen euro te hebben besteed aan onderzoek en het uitrusten van een groot deel van het rollend materieel en de perronuitrusting, heeft de NMBS de nieuwe DICE-vertrekprocedure naar de prullenmand verwezen. Testen en audits zouden cruciale tekortkomingen met impact op de operaties hebben vastgelegd, aldus de NMBS. Nochtans werd vanuit het operationeel personeel en de OVS al jarenlang aangegeven dat DICE, hoewel mooi op papier, in de praktijk niet werkbaar zou blijken. De NMBS bleef echter doof voor deze bedenkingen.

    Concreet betekent het dat na bijna vijf jaar onderzoek en testen, en meer dan acht jaar nadat een collega treinbegeleider beide benen verloor toen hij na een dispuut bij de vertrekprocedure onder de trein terechtkwam, treinen nog steeds met de laatste open deur moeten vertrekken.

    Vanuit de OVS zullen wij blijven ijveren voor een veilige vertrekprocedure, en roepen we de NMBS dan ook op om hier versneld werk van te maken. Desnoods door te rade te gaan bij de buurlanden, waar wel procedures in voege zijn die toelaten dat de trein vertrekt met alle deuren gesloten.

  • De “overgang”, een extra dagje thuis?

    Een overgang is een gekend begrip bij het rijdend personeel , maar bij het overige personeel een nogal obscuur gegeven dat soms op wat afgunst kan rekenen.
    Voor het rijdend personeel zijn er strengere voorwaarden verbonden voor het toekennen van een cx of een rx. Zo moet bijvoorbeeld een cx ten laatste aanvangen om 23:00 hr en moet minstens 34 uur duren. Na een cx mag je bovendien ten vroegste om 05:00 hr beginnen. Dit gecombineerd met de constant wisselende uren zijn er dagen dat er geen cx kan toegekend worden of dat de duur minder dan 34 uur is. In dat geval wordt er een overgang toegekend.

    Maar wat is nu juist een overgang ? Een overgang is om het simpel uit te drukken een gewerkte dag met nul uren. De treinbestuurder of treinbegeleider moet niet komen werken , er wordt geen cx/rx/kd/vv in mindering gebracht. Maar in ruil hiervoor mag je wel 7,8 uur extra werken per toegekende overgang in dat kwartaal. Zo kan bijvoorbeeld een treinbestuurder perfect  5 dagen werken van 9 uur gevolgd door een overgang en nog te weinig uren gepresteerd hebben ( 5 x 9 uur – 7,8 uur = 37,2 uur i.p.v de vereiste 40 uur ).

    Een overgang is om het simpel uit te drukken een gewerkte dag met nul uren.

    Maar het venijn zit hem in de details , zo heeft een overgang geen minimumduur of een uiterst begin- of einduur. Dit gecombineerd met het gegeven dat het rijdend personeel niet in een 3×8 stelsel werkt ( onregelmatige cyclus heet dit zo mooi ) maakt dit zeer brute en bedenkelijke ritme wisselingen mogelijk. Alle mogelijke uren kunnen en mogen ingepland worden zolang er maar 14 uur tussen twee diensten zit. Zo kan een treinbestuurder perfect op maandagavond aan nachtshift doen van bijvoorbeeld 23:00 hr tot dinsdagochtend 07:00 hr , op dinsdag een overgang krijgen om vervolgens op woensdagochtend een supervroege te doen van 03:00 hr tot 11:00 hr. Niet echt menswaardig en bevordelijk voor de veiligheid maar wel spijtig genoeg dagdagelijkse realiteit…

    Zo zie je maar elk voordeel heeft zijn nadeel ! ofwel stemt tot nadenken nietwaar !

    OVS strijdt al jaren, met dank aan zijn militanten, voor humane werkomstandigheden. Spoorwegpersoneel werkt dan misschien “maar” 36u per week gemiddeld, de voorwaarden die worden opgelegd zijn soms mensonterend. Door bemiddeling, maar ook aan te kaarten dat de bundel 541 op zich geen afdoende humaniseringsmechanisme bevat, trachten wij het hoofd te bieden aan een steeds veeleisender omgeving.

  • ​Centralisatie van de blokposten

    Waar eindigt de besparingswoede op het personeel?

    Hoeveel stations en zones moet één persoon onder controle, bediening en besturing kunnen houden?

    Binnenkort iedereen naar Brussel (mobiliteit is blijkbaar van ondergeschikt belang) of wordt het meteen Frankfurt? Om met een minimum van personeel een maximum aan treinen te laten rijden, met in het achterhoofd een totalitair automatisme.

    De besparingen op personeel staan echter niet recht evenredig op de investeringen in nieuwe software van de orde van enkele miljoenen euros, waarvan men dan naar de media toe juicht over kwaliteit met een holle slogan: “De treinen gaan nu op tijd rijden!”

    Niets is echter minder waar, T.M.S. (Traffic Management System) in het Engels uiteraard,  minachting over onze landstalen. Het systeem draait momenteel één jaar effectief, maar nog steeds is de werking een ramp, ook al wordt nog dagelijks met man en macht gesleuteld aan de achterliggende software door eigen zeer gedreven personeel.

    Wat men wel heeft is een volledige controle van al diegenen die een bewerking uitvoeren (Big Brother) via het programma, zodat men perfect kan zien wie fouten maakt, tenzij men via het E.B.P. (Elektronische Blokpost) systeem gaat ingrijpen, dan gaat TMS zelfs niet meer mee. Waarom heeft men geen eigen team samengesteld, in eigen beheer om op basis van de eigen wensen een degelijk programma op te bouwen, en waaraan men dan zelf nieuwe evoluties kan aanbreien, het zou een smak goedkoper zijn geweest en ook flexibeler.

    Maar aangezien ik ook mijn legerdienst heb gedaan, begrijp ik de militaire visie: “Wij denken voor u!” Hoe zal dit verder gaan?

  • Interview met Ivan Ranson, oprichter VECO

    Ivan, je stond mee aan de wieg van de OVS. Waarom was het nodig van een nieuwe vakbond op te richten?

    In 1983 werd OVS opgericht onder het voorzitterschap van Hugo De Rycke als reactie op de 2 gepolitiseerde vakbonden. De O staat voor onafhankelijkheid (zonder politieke bindingen) ,V van vakbond en S van spoorweg. In 1989 kreeg ik van Hugo de toelating om een sector treinbegeleiders op te richten, namelijk VECO (vereniging controle personeel). Ik voelde mij als treinbegeleider misbruikt bij mijn voormalige vakbond, want hoewel wij steeds in de eerste linie stonden bij stakingen (politieke of algemene stakingen), werden er voor onze specifieke eisen of problemen nooit gestreden.

    Hoe verliep dat in de eerste jaren bij OVS? Welke actie is je het meest bijgebleven?

    De eerste jaren gebeurde alles op vrijwillige basis en kregen we een lokaal van de NUOD ter beschikking in de Bischoffheimlaan. De vergadering ging op een zaterdag door en er waren collega’s van alle uithoeken van het land, van Oostende tot Aarlen. Er was een nood aan een vakbond die oog had voor problemen van specifieke beroepscategorieën. Vandaar de onderverdeling in sectoren volgens beroep. Wie kan er beter de grieven en belangen verdedigen dan iemand uit die beroepscategorie? De actie die mij het meest bijbleef, is het bekomen van een vergoeding voor de collega’s die na 19u00 op 24 en 31 december moesten werken. Deze actie werd ALLEEN gedragen en gevoerd onder het vaandel van de OVS.

    Vandaag ga je met pensioen, welke boodschap geef je mee aan de volgende generatie?

    De boodschap die ik aan mijn collega’s wil meegeven is van te strijden tegen een verdere afbraak van ons statuut en onze verworvenheden. Mobiliteit tegen een betaalbare prijs is een basisrecht van iedere burger. Men wil de weg van privatisering op maar vergeet lessen trekken uit talloze voorbeelden in de ons omringende landen. Het moet stoppen dat de spoorweg de speeltuin is van de politiek. De spoorweg kost niet enkel maar geeft ook veel terug aan de burger, maar dit wordt niet genoeg benadrukt!

    Binnen de OVS zal je nog een rol blijven spelen, wat zijn je plannen?

    Op 1 December ga ik met pensioen maar wil ik mij verder blijven inzetten voor de OVS. Sinds 1 oktober kunnen alle leden telefonisch bij mij terecht en zal ik de vragen doorgeven aan de sectorverantwoordelijken. Gelieve mijn nachtrust evenwel te respecteren. Voorts tracht ik een sector voor gepensioneerden op te richten omdat zij ook specifieke problemen en belangen hebben.

    Kan je wat concrete voorbeelden geven van wat een gepensioneerd lid voor de OVS kan betekenen?

    Logistieke steun is daar een mooi voorbeeld van, zoals verdeling van jaarlijkse agenda’s en administratieve taken. Ook hun ervaring delen met de nieuwe garde is nodig. Dat extra duwtje in de rug geven, wanneer nodig, bij acties bijvoorbeeld.

    Dank je wel Ivan en geniet vooral van je welverdiend pensioen!