Beste instructeurs,
Jullie hebben het de laatste weken niet altijd even gemakkelijk gehad. De directie nam jullie functie mee op in het dossier van de herwaardering van de machinisten. Er werd jullie een mooie financiële appreciatie toebedeeld. Sommige bestuurders namen jullie dit niet in dank af. Misschien begrijpelijk. Omdat de eigen ‘herwaardering’ maar een mager beestje bleek te zijn, werd al snel geopperd dat een te groot deel van de koek naar jullie zou gaan. Maar geloof ons, we gunnen jullie die herwaardering. Alleen moet de koek groter gemaakt worden zodat iedereen een groter stuk kan krijgen.
Als OVS hebben we uiteraard ook een aantal voorstellen naar voren geschoven waarvan we denken dat ze zullen leiden tot meer wederzijds begrip tussen de treinbestuurders en hun instructiekader. In een aantal depots is dat wederzijds begrip haast volledig verdwenen, en dat is een spijtige evolutie.
Onze visie steunt op volgende punten:
• Depots verdienen meer autonomie. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat het instructiekader maar al te vaak dient als doorgeefluik voor boetes, nota’s en sancties die opgelegd dienen te worden aan de hand van door hogerhand vastgelegde arbitraire richtlijnen. Dit creëert een vijandige sfeer. Wij gaan ervan uit dat niemand zijn bestuurders beter kent dan de lokale omkadering, en dat enkel zij in staat zijn om dit kader op een positieve manier te motiveren en bij te sturen naar nodig.
• TSi’s worden vandaag de dag met een enorme hoeveelheid papierwerk en bijkomende taken opgezadeld. Ook het takenpakket van instructie bijft maar toenemen, waardoor onvoldoende tijd resteert om de eigen bestuurders op te volgen. Er moet bekeken worden of bepaalde taken niet overgenomen kunnen worden door ervaren, al dan niet medisch afgekeurde, treinbestuurders. We mogen vooral niet vergeten dat door het verhogen van de pensioenleeftijd in de toekomst veel meer bestuurders in het systeem van de medische ongeschiktheid zullen belanden.
• Instructeurs klagen vaak dat ze amper nog aan rijden met een trein toekomen. We menen dat het belangrijk is dat instructeurs voldoende tijd in de stuurpost doorbrengen. Niet alleen omdat rijden met een trein fijn is, maar ook om een zekere routine te behouden en dezelfde problemen te ervaren die ook bestuurders tijdens hun dienstuitvoering tegenkomen. Hiertoe, en ook om naar de toekomst toe te kunnen blijven garanderen dat het instructiekader dezelfde voordelen als het rijdend personeel kan blijven genieten, hebben wij voorgesteld dat instructie op jaarbasis een zeker aantal diensten moet verzekeren.
• Een goede werksfeer begint op de depot. Een goede sfeer op de werkvloer is eveneens een noodzaak om de werknemers, zowel treinbestuurders als instructeurs, gemotiveerd te houden. Ziekteverzuim vermindert, er moet minder op het laatste moment met diensten geschoven worden en eventuele personeelstekorten blijven beperkt. We zijn er zelfs van overtuigd dat gemotiveerd personeel de stiptheidscijfers een flinke opwaartse boost kan geven. Dit is een besef dat zelfs tot op het niveau van sommige IPTR’s en MDU’s is doorgedrongen. Als deze herwaardering op een sisser uitloopt, als een ‘akkoord’ wordt bereikt dat niet door het besturingspersoneel wordt gedragen, dan zal de rust in de depots nog lang niet terugkeren. Integendeel.
Door weinig engagement te tonen op bovenstaande punten, lijkt de directie ons uit te zijn op een verdere breuk tussen het instructiekader en het besturingspersoneel. Een breuk die in sommige depots nu al pijnlijk voelbaar is. We hopen dan ook niet dat iemand in die val trapt, maar dat we samen actie kunnen voeren om een volwaardige herwaardering voor iedereen te bekomen.
Een reactie achterlaten