Categorie: Treinbesturing / LOCO

  • Treinpersoneel blootgesteld aan asbest?

    Treinpersoneel blootgesteld aan asbest?

    Eerder deze week werden twee motorstellen van het type ‘Sprinter ’aan de kant gezet omdat er bij een controle asbestvezels werden aangetroffen. Het is ons niet duidelijk of dit gebeurde na een routineonderzoek of een gerichte controle.

    Volgens de NMBS werd het asbest aangetroffen in twee van de twintig geteste motorstellen, en dit in een technische ruimte die niet toegankelijk is voor de reiziger. Nog volgens de NMBS bleek uit latere testen dat het asbest niet aanwezig was het ventilatiesysteem. Luchtstalen uit beide stellen testten negatief op asbest.

    Vanuit het oogpunt van het personeel werpt deze verklaring en de manier waarop de NMBS deze toestand minimaliseert de nodige vragen op. Blootstelling aan asbest kan immers een grote impact op de gezondheid en dus ook de levenskwaliteit en -verwachting hebben. Van de NMBS mocht dan ook de grootste zorgvuldigheid verwacht worden.

    Waarom werd de hele Sprintervloot niet aan de kant gehouden in afwachting van meer duidelijkheid omtrent de aanwezigheid van asbest, in plaats van het personeel en de reiziger mogelijk bloot te stellen aan de kankerverwekkende stof? Waarom rijden er nog steeds een dertigtal niet-onderzochte Sprinters rond? Welke garantie kan op dit ogenblik geboden worden dat deze stellen asbestvezelvrij zijn?

    In welke technische ruimtes werd asbest aangetroffen? Zijn deze ruimtes toegankelijk voor technisch personeel in het kader van depannage- of herstellings- en onderhoudswerken? Zijn zij bij deze werken mogelijk blootgesteld aan asbestvezels? Zo ja, is het dan zinvol om al het personeel dat ooit aan, met of in deze stellen gewerkt heeft preventief te testen?

    Werden de testen op de aanwezigheid van asbest in de lucht uitgevoerd op stellen in de bundel, of op stellen in bedrijf, met de ventilatie en verwarming in dienst?

    Waarom werd de mogelijke aanwezigheid van asbest na de eerste positieve testen niet onmiddellijk naar het personeel toe gecommuniceerd?Het heeft er nu alle schijn naar dat de NMBS deze affaire in de doofpot trachtte te steken.

    Met welke frequentie worden de Sprinters, en andere motorstellen die ook nog asbest bevatten, getest op de aanwezigheid van ongebonden asbest? Bestaat er een risico op besmetting tussen deze controles?

    De OVS eist duidelijkheid en totale openheid van de betrokken directies. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat de regelmaat van het verkeer primeert op het welzijn van het personeel. Dit is het zoveelste incident op korte tijd waarbij personeel mogelijk blootgesteld werd aan schadelijke stoffen. Bij het afschuren van de MR-75 motorstellen werd tussen 2014 en 2106 werkplaatspersoneel in Gentbrugge blootgesteld aan het kankerverwekkende chroom-6. Eerder dit jaar raakte bekend dat NMBS-personeel jarenlang zonder beschermende maatregelen werkzaamheden heeft verricht aan goederenwagons met asbesthoudende verf.

  • Tosci, staak je mee?

    Tosci, staak je mee?

    Beste instructeurs,

    Jullie hebben het de laatste weken niet altijd even gemakkelijk gehad. De directie nam jullie functie mee op in het dossier van de herwaardering van de machinisten. Er werd jullie een mooie financiële appreciatie toebedeeld. Sommige bestuurders namen jullie dit niet in dank af. Misschien begrijpelijk. Omdat de eigen ‘herwaardering’ maar een mager beestje bleek te zijn, werd al snel geopperd dat een te groot deel van de koek naar jullie zou gaan. Maar geloof ons, we gunnen jullie die herwaardering. Alleen moet de koek groter gemaakt worden zodat iedereen een groter stuk kan krijgen.

    Als OVS hebben we uiteraard ook een aantal voorstellen naar voren geschoven waarvan we denken dat ze zullen leiden tot meer wederzijds begrip tussen de treinbestuurders en hun instructiekader. In een aantal depots is dat wederzijds begrip haast volledig verdwenen, en dat is een spijtige evolutie.

    Onze visie steunt op volgende punten:

    • Depots verdienen meer autonomie. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat het instructiekader maar al te vaak dient als doorgeefluik voor boetes, nota’s en sancties die opgelegd dienen te worden aan de hand van door hogerhand vastgelegde arbitraire richtlijnen. Dit creëert een vijandige sfeer. Wij gaan ervan uit dat niemand zijn bestuurders beter kent dan de lokale omkadering, en dat enkel zij in staat zijn om dit kader op een positieve manier te motiveren en bij te sturen naar nodig.

    • TSi’s worden vandaag de dag met een enorme hoeveelheid papierwerk en bijkomende taken opgezadeld. Ook het takenpakket van instructie bijft maar toenemen, waardoor onvoldoende tijd resteert om de eigen bestuurders op te volgen. Er moet bekeken worden of bepaalde taken niet overgenomen kunnen worden door ervaren, al dan niet medisch afgekeurde, treinbestuurders. We mogen vooral niet vergeten dat door het verhogen van de pensioenleeftijd in de toekomst veel meer bestuurders in het systeem van de medische ongeschiktheid zullen belanden.

    • Instructeurs klagen vaak dat ze amper nog aan rijden met een trein toekomen. We menen dat het belangrijk is dat instructeurs voldoende tijd in de stuurpost doorbrengen. Niet alleen omdat rijden met een trein fijn is, maar ook om een zekere routine te behouden en dezelfde problemen te ervaren die ook bestuurders tijdens hun dienstuitvoering tegenkomen. Hiertoe, en ook om naar de toekomst toe te kunnen blijven garanderen dat het instructiekader dezelfde voordelen als het rijdend personeel kan blijven genieten, hebben wij voorgesteld dat instructie op jaarbasis een zeker aantal diensten moet verzekeren.

    • Een goede werksfeer begint op de depot. Een goede sfeer op de werkvloer is eveneens een noodzaak om de werknemers, zowel treinbestuurders als instructeurs, gemotiveerd te houden. Ziekteverzuim vermindert, er moet minder op het laatste moment met diensten geschoven worden en eventuele personeelstekorten blijven beperkt. We zijn er zelfs van overtuigd dat gemotiveerd personeel de stiptheidscijfers een flinke opwaartse boost kan geven. Dit is een besef dat zelfs tot op het niveau van sommige IPTR’s en MDU’s is doorgedrongen. Als deze herwaardering op een sisser uitloopt, als een ‘akkoord’ wordt bereikt dat niet door het besturingspersoneel wordt gedragen, dan zal de rust in de depots nog lang niet terugkeren. Integendeel.

    Door weinig engagement te tonen op bovenstaande punten, lijkt de directie ons uit te zijn op een verdere breuk tussen het instructiekader en het besturingspersoneel. Een breuk die in sommige depots nu al pijnlijk voelbaar is. We hopen dan ook niet dat iemand in die val trapt, maar dat we samen actie kunnen voeren om een volwaardige herwaardering voor iedereen te bekomen.

  • Sociaal overleg is maar zo sterk als het aantal mensen dat aan de poort staat te roepen.

    Sociaal overleg is maar zo sterk als het aantal mensen dat aan de poort staat te roepen.

    Hoe oprecht zijn de intenties van de directie om het beroep van treinbestuurder te herwaarderen? Nog terwijl men aan de voordeur met grote woorden sprak over een herwaardering van de treinbestuurders, werden door de directie plannen gesmeed om langs de achterpoort in stilte een groot deel van de verworven rechten van het personeel af te nemen. De medische ongeschiktheid werd in negatieve zin hervormd, de professionele ongeschiktheid is op het toneel verschenen en de vastheid van betrekking voor nieuw aangeworven personeel werd in alle stilte afgevoerd.

    De invloed van deze hervormingen is het grootst voor het personeel dat een veiligheidsfunctie uitoefent, en voor wie de geestelijke en lichamelijke gezondheid van het grootste belang is om deze functie te kunnen blijven uitoefenen.

    Deze manier van handelen heeft veel treinbestuurders terecht zeer boos gemaakt. Men stelt een kleine financiële tegemoetkoming in het vooruitzicht, maar koppelt er meteen een productiviteitsverhoging aan en neemt ondertussen een groot deel van de bescherming die iemand geniet wanneer hij zijn beroep lichamelijk niet meer aankan af. En laten we niet vergeten dat door het verhogen van de pensioenleeftijd veel treinbestuurders in deze situatie gaan komen. Wie betaalt deze herwaardering eigenlijk? Gaan we te ver als we stellen dat de herwaardering van de bestuurders gedeeltelijk betaald wordt door de collega’s die niet het geluk hebben in goede gezondheid de pensioengerechtigde leeftijd te halen?

    De directie voelt zich gesterkt omdat ze veel van deze maatregelen zonder slag of stoot eenzijdig kon doordrukken, waardoor haar vastberadenheid om in de toekomst nog meer sociale verworvenheden in te perken enkel maar toegenomen is. Deze tendens kan enkel maar gekeerd worden door een breed gedragen krachtsverhouding. De herwaardering van de treinbestuurders kan perfect gekaderd worden binnen deze krachtsverhouding. Wanneer werknemers voelen dat er voor de specifieke eisen van hun beroepscategorie wordt gevochten (loon, welzijn…), dan zullen zij ook inzicht krijgen in het breder kader (bescherming, statuut, pensioen…) van de sociale strijd.

    Het verleden heeft de OVS geleerd dat het overlegmodel maar zo sterk is als het aantal mensen dat aan de poort staan te roepen. Dat draait niet om ledenaantallen of syndicale kleuren, maar om het aantal collega’s die samen een lijn trekken die niet overschreden zal worden. OVS schept het kader waarin actie gevoerd kan worden, maar het succes ervan hangt enkel en alleen af van de strijdbaarheid van het besturingspersoneel.

  • Stakingsaanzegging voor het treinbesturingspersoneel

    Stakingsaanzegging voor het treinbesturingspersoneel

    Op de verzoeningsvergadering die in het kader van de alarmbelprocedure werd gehouden op 19 juni 2018, werd geen gevolg gegeven aan de eisen van OVS betreffende de herwaardering van het treinbesturingspersoneel. Om deze reden heeft de OVS een stakingsaanzegging van 48 uur neergelegd voor het treinbesturingspersoneel. Deze zal ingaan op 10 juli 2018 om 3 uur, en eindigen op 12 juli 2018 om 3 uur.
    OVS verzet zich omwille van volgende redenen tegen het herwaarderingsvoorstel dat voor het treinbesturingspersoneel werd geformuleerd:

    • De voorgestelde financiële enveloppe laat geen betekenisvolle en billijke herwaardering toe voor het geheel van het treinbesturingspersoneel;
    • de herwaardering is gelinkt aan nieuwe productiviteitsverhogende maatregelen;
    • wat de niet-financiële aspecten zoals de humanisering van de prestaties en de eindeloopbaanregeling betreft, gaat het engagement niet verder dan vage toezeggingen.

    OVS zal van 10 juli 2018 03:00 tot 12 juli 2018 03:00 op nationaal niveau alle stakingsacties dekken van:

    • alle (eerste) treinbestuurders en hun omkadering van de directie transport, voor alle depots;
    • alle bestuurders rangeringen, technische sectorchefs en ondersectorchefs tractie voor alle werkzetels NMBS van de directie transport.
  • Niet in onze naam!

    Niet in onze naam!

    De onderhandelingen om het beroep van treinbestuurder te herwaarderen hebben niet tot een resultaat geleid dat breed door het besturingspersoneel wordt gedragen.

    Door het ondertekenen van een akkoord met twee bonden die een minderheid van het besturingspersoneel vertegenwoordigen en zonder dat daarvoor een mandaat van de basis was, heeft de NMBS haar eigen doelstelling, het laten weerkeren van de rust in de bestuurdersdepots, onmogelijk gemaakt. Getuige hiervan de spontane acties die eerder vandaag uitbraken.

    Wij hadden reeds eerder ons woord gegeven dat indien een akkoord zou worden doorgedrukt dat niet op de steun van een duidelijke meerderheid van de bestuurders zou kunnen rekenen, het besturingspersoneel onze volle steun zou genieten om zich hiertegen te verzetten.

    WIJ ZULLEN ONS AAN DEZE BELOFTE HOUDEN.

    Wij zijn momenteel nog in gesprek met een aantal personen en organisaties om de beste strategie te bepalen.

    Wij begrijpen de emoties die oproepen tot onmiddellijke actie, maar het lijkt ons niet verstandig om de strijd onvoorbereid aan te gaan.

    In de loop van het weekend mag u van ons een syndicaal bericht met concrete informatie verwachten.

  • Spontane stiptheidsacties treinbestuurders

    Spontane stiptheidsacties treinbestuurders

    Er wordt weinig vooruitgang geboekt in de gesprekken omtrent de herwaardering van de treinbestuurders. De geformuleerde voorstellen houden nauwelijks een financiële herwaardering in, en er wordt quasi volledig voorbijgegaan aan alle aspecten die ‘werkbaar werk’ en de omkadering betreffen. Daarenboven wordt nog maar eens een productiviteitsverhoging verwacht.

    Uit onvrede met deze trage gang van zaken en om druk te zetten op de onderhandelingen, wordt momenteel opgeroepen onder treinbestuurders om de reglementering zo strikt mogelijk en met zodanige focus op veiligheid toe te passen dat de regelmaat van het verkeer mogelijk in het gedrang komt. Er worden hiertoe zelfs pamfletten verspreid in de depots en achtergelaten in de stuurposten.

    Voor zover we weten is dit geen initiatief van een vakbond, maar van militanten en strijdbare treinbestuurders van alle slag. De OVS begrijpt en erkent de emoties die aanleiding geven tot deze actie. We zullen dan ook niet aanvaarden dat deze bestuurders op enige wijze geviseerd of gesanctioneerd worden, zolang ze binnen het kader van de reglementering handelen.

    Ondertussen herhalen we ons engagement om een stakingsaanzegging in te dienen mocht binnen een redelijke termijn geen akkoord bereikt worden, of mocht de directie een akkoord doordrukken dat voorbijgaat aan de verzuchtingen van het besturingspersoneel.

  • Herwaardering, brief aan de CEO NMBS

    Herwaardering, brief aan de CEO NMBS

    Brussel, 25 04 2018

    Betreft: opwaardering van het beroep van treinbestuurders

    Mevrouw de gedelegeerd bestuurder,

    Enkele maanden geleden werd de treinbestuurders een herwaardering van hun beroep voorgehouden. De voorstellen die hiertoe gedaan werden naar de erkende organisaties toe, blijken echter elke voeling met wat er momenteel leeft onder het besturingspersoneel te missen, en sluiten op geen enkele manier aan op de bundels met voorstellen die door verschillende syndicale organisaties werden overgemaakt. Het mag dan ook niet verbazen dat ze met quasi unanimiteit door het besturingspersoneel worden verworpen.

    Zonder in detail te willen treden of volledig te willen zijn, wensen we vanuit onze basis volgende bedenkingen en pijnpunten over de tot nu toe voorgelegde voorstellen over te maken:

    • De vooropgestelde financiële enveloppe is te klein om een betekenisvolle salarisverhoging te verwezenlijken. Daarenboven wordt vooral uitgegaan van premieverhogingen, hetwelk geen enkele garantie naar de toekomst toe biedt.

    • De voorgestelde premies zijn bovendien van die aard dat ze vooral een voordeel inhouden voor beginnende bestuurders, en er dus eerder op gericht zijn om makkelijker nieuwe bestuurders aan te trekken en te verhinderen dat deze snel na aanwerving andere professionele oorden opzoeken, dan om de huidige generatie bestuurders te herwaarderen.

    • De herwaardering wordt gekoppeld aan verdere productiviteitsverhogende maatregelen. We moeten er niet aan herinneren dat in een recent verleden in deze zin aan het boordpersoneel al verregaande maatregelen werden opgelegd, die nog zeer vers in het geheugen liggen.

    • Op enkele vage toezeggingen na gaan de voorstellen volledig voorbij aan aspecten zoals de garantie op werkzekerheid en loonbehoud -integendeel, nog terwijl de gesprekken liepen werden maatregelen m.b.t. medische en professionele geschiktheid geforceerd-, de pensioenvoorwaarden, de ‘kleutermentaliteit’ en bestraffingscultuur, een consistente reglementering, een humane reeksopbouw en realistische invulling van de diensten, werkbaar werk voor bestuurders op leeftijd, en dergelijke meer. Dat terwijl net door de focus te leggen op deze aspecten de NMBS het verschil zou kunnen maken met de privé.

    • Voorstellen omtrent verpozingslokalen, koffieautomaten en werkinstrumenten zoals jassen en tablets zouden geen plaats mogen hebben in een voorstel tot herwaardering. Dit zijn zaken die per definitie onder de verantwoordelijkheid vallen van de werkgever die geacht wordt het beste voor te hebben met het personeel.

    Ondertussen loopt de spanning op. Vanuit de achterban begint de roep om harde acties om druk te zetten op het overleg steeds luider te klinken, en in verschillende depots zijn bestuurders begonnen met bepaalde elementen uit hun reglementering rigoureus toe te passen, met mogelijke impact op de stiptheid tot gevolg.

    De OVS heeft tot nu toe opgeroepen tot kalmte. Dat neemt echter niet weg dat we de gesprekken op de voet volgen, en elk voorstel tot herwaardering zullen afwegen aan de terechte verzuchtingen van het besturingspersoneel. In die zin lijkt het ons wenselijk dat alle syndicale organisaties bij de gesprekken betrokken worden, zo niet dat minstens de integrale voorstellen tot herwaardering ter studie aan alle syndicale organisaties worden overgemaakt, en dat er desgewenst toelichting bij wordt gegeven.

    De OVS heeft zich in het verleden steeds een verantwoordelijke gesprekspartner getoond. Mocht echter binnen een redelijke termijn geen akkoord bereikt worden, of zou een akkoord worden doorgedrukt dat niet door een meerderheid van het besturingspersoneel wordt gedragen, dan zullen we ons helaas genoodzaakt zien tot een escalatie in de vorm van een stakingsaanzegging.

    Desalnietemin blijven we hopen dat de rede en een pragmatische instelling het zullen winnen van de emotie, en dat dit dossier op korte tijd tot een goed einde gebracht kan worden.

    In afwachting van uw reactie verblijven wij,

    Hoogachtend,

    Joachim Permentier
    Algemeen secretaris OVS
    Voorzitter ad interim

  • Open brief aan leden, niet-leden, groepen en andere vakbonden

    Open brief aan leden, niet-leden, groepen en andere vakbonden

    Momenteel worden gesprekken gevoerd met de EO’s omtrent de herwaardering van het beroep van treinbestuurder. Deze gesprekken lopen trager dan verwacht, de geformuleerde voorstellen houden geen substantiële herwaardering in en aan het aspect ‘werkbaar werk’ wordt quasi volledig voorbijgegaan, op enkele vage toezeggingen na. Hierdoor laaien de emoties hoog op, en klinkt de roep om harde actie steeds harder.

    We begrijpen deze emoties, maar emoties zijn zelden een goede raadgever. We zijn er niet van overtuigd dat in dit stadium harde acties van welke organisatie dan ook zullen leiden tot een sneller of beter resulaat. Integendeel. Een mislukte actie van een minderheid van de treinbestuurders vandaag hypothekeert het succes van alle acties die mogelijk in de toekomst nog gevoerd moeten worden.

    We zijn de mening toegedaan dat geen enkele bond deze strijd alleen kan leveren, en dat enkel een breed front over de syndicale grenzen heen, en dat ook groeperingen zoals Belgian Train Driver (BTD) omvat, kan leiden tot een grondige herwaardering. Wat dit dossier betreft zijn er immers geen onoverbrugbare ideologische verschillen, en op lokaal niveau wordt over heel het land reeds constructief samengewerkt door lokale militanten, ongeacht hun syndicale kleur.

    We nodigen alle betrokken organisaties dan ook uit om samen rond de tafel te gaan en een gemeenschappelijke lijst met eisen en breekpunten op te stellen, die als basis kan dienen voor de verdere onderhandelingen, en een gezamenlijk actieplan.

    Betekent dit dat de OVS zich in slaap laat wiegen of niet strijdlustig is? Allerminst! Mocht blijken dat op termijn de onderhandelingen nergens toe leiden, of mocht een ‘akkoord’ worden doorgedrukt dat niet gedragen wordt door een duidelijke meerderheid van het besturingspersoneel, dan zal de OVS wel degelijk haar verantwoordelijkheid opnemen om de hoognodige herwaardering af te dwingen. In die zin werd ook een schrijven aan onze CEO mevr. Dutordoir gericht.

  • De overgang geherwaardeerd?

    De overgang geherwaardeerd?

    In het kader van de herwaardering van de treinbestuurders heeft de directie een aantal denkpistes voorgesteld om de productiviteit van het besturingspersoneel nog verder te verhogen. Dat de directie daardoor voorbijgaat aan de definitie van het begrip ‘herwaardering’ laten we even terzijde. Eén van deze pistes heeft betrekking op de overgangen. Men beweert immers dat machinisten op jaarbasis te weinig uren presteren.

    De OVS heeft de afgelopen weken een groot aantal reeksen van depots verspreid over heel het land grondig geanalyseerd. Uit deze analyse blijkt dat men in een overgrote meerderheid van de reeksen overuren presteert als men het normale reeksverloop volgt. Deze overuren kunnen dan weggewerkt worden in de buitenreeksperiode door ofwel een aantal korte diensten, ofwel één of meerdere overgangen in te plannen.

    Deze werkwijze is zelfs voordelig voor de NMBS aangezien overuren op kwartaalbasis vergoed worden aan 150%, terwijl een overgang steeds maar voor 7,6 gewerkte uren telt, ongeacht of het personeelslid in kwestie overuren heeft of niet.

    Elk voorstel om aan de overgangen te sleutelen, hetzij door het versoepelen van de toekenningsvoorwaarden van een gewone dienst of een rust- of compensatiedag, hetzij door het vervangen van bepaalde overgangen door een halve overgang en een halve CX, is dus bij voorbaat onaanvaardbaar.

    Tegelijk met het voorstel omtrent de overgangen wordt voorgesteld om de gemiddelde duur per prestatie op te trekken naar 8u15. Tevens wordt voorgesteld om ook bij meer dan zeven overuren deze standaard uit te betalen in plaats van een compenserende rustdag toe te kennen. Aan de ironie om enerzijds te stellen dat de machinisten te weinig uren presteren, en anderzijds de modaliteiten om het uitbetalen van overuren te versoepelen, gaan we even voorbij.

    Maken we de optelsom van deze voorstellen, dan is het ons duidelijk dat directie hiermee structureel overwerk -weliswaar betaald- bij het besturingspersoneel beoogt. Dit vanzelfsprekend met als doel om met hetzelfde aantal machinisten meer treinen te doen rijden.

    Daarbij herinneren we er ook nog maar eens aan dat nog maar in 2016 al twee vrije dagen werden ingeleverd, met goedkeuring van de EO’s, waardoor dit voorstel alweer een aanslag zou betekenen op de nu reeds precaire balans tussen werk en privé.

  • Traumatische ervaring nà ongeval…

    Traumatische ervaring nà ongeval…

    Eén van onze afgevaardigden was ervan getuige hoe een bestuurder die betrokken was bij een persoonsongeval onder druk gezet werd door een politieagent om onmiddellijk na de feiten een verklaring af te leggen, dit terwijl de bestuurder duidelijk aangaf nood te hebben aan een vertrouwenspersoon of API.

    De betrokken agent bleef aandringen, er daarbij veelvuldig op wijzend dat de bestuurder zich zou onttrekken aan een direct bevel van de procureur, wat mogelijk strafrechtelijke gevolgen zou hebben, en waardoor hij ook beschouwd zou worden als een verdachte in plaats van als getuige.
    Een en ander heeft ertoe geleidt dat de bestuurder om medische bijstand heeft verzocht.

    Aangezien dit incident redelijk wat commotie teweegbracht onder de bestuurders, werden vanuit de OVS volgende vragen voorgelegd aan het CPBW van de betrokken TCT:

    1. In hoeverre dient de (spoorweg)politie rekening te houden met de emotionele toestand van de bestuurder vooraleer na een potentieel traumatische ervaring een verhoor afgenomen kan/mag worden?
    2. In hoeverre is het recht op bijstand van een vertrouwenspersoon of API bij het afleggen van een verklaring absoluut? Kan de (spoorweg)politie eisen dat onmiddellijk een verhoor wordt afgenomen als de emotionele toestand van de bestuurder dit niet toelaat?
    3. Kunnen er strafrechtelijke gevolgen zijn voor een treinbestuurder die na een potentieel traumatische ervaring stelt dat zijn emotionele gesteldheid de bijstand van een API vereist, en op basis hiervan weigert om onmiddellijk een verhoor te laten afnemen?

    Het standpunt van de OVS in deze is duidelijk. Een personeelslid dient alle mogelijke medewerking te verlenen aan de bevoegde autoriteiten na een ongeval, maar pas wanneer zijn emotionele gesteldheid het toelaat.

    Een personeelslid dat betrokken is bij een potentieel traumatische ervaring dient in de allereerste plaats steeds beschouwd te worden als een slachtoffer, vervolgens als een getuige en nooit als een verdachte.