Categorie: Treinbegeleiding / VECO

  • Staking OVS botste met de missie van de NMBS – Analyse van de tweede staking

    Staking OVS botste met de missie van de NMBS – Analyse van de tweede staking

    Op 17 augustus staakten de treinbegeleiders een tweede maal om hun recht op verlof af te dwingen. Ondanks alweer een massale inzet van omkadering, reed volgens de cijfers van de NMBS maar de helft van de treinen, waardoor deze actie nog succesvoller was dan de vorige.

    Een garantie dat 15 procent van het voorziene kader verlof toegestaan moet kunnen worden. In alle depots. Op elk ogenblik en in alle omstandigheden. Los van andere vormen van afwezigheid zoals loopbaanonderbreking of deeltijdse arbeid. Dat is de inzet van de acties die nu gevoerd worden. Hoewel de OVS tot het laatste moment geprobeerd heeft tot een overeenkomst te komen met de directie, bleken op een aantal essentiële punten de visies zover uit elkaar te liggen, dat de staking onvermijdelijk werd.

    Enkel een engagement

    Tijdens de verzoeningsvergadering herhaalde de directie haar engagement om medio 2020 15 procent verlof te garanderen. We herhaalden dat voor de OVS deze timing te weinig ambitieus is. Ondanks beloften dat de toestand zou verbeteren, is de verlofsituatie nooit zo dramatisch geweest. Het is niet aanvaardbaar dat deze situatie nog een jaar zal aanslepen, temeer daar de directie uitgaat van tal van veronderstellingen die ons niet realistisch lijken. Men gaat ervan uit dat er voldoende nieuwe treinbegeleiders zullen worden aangeworven en hoopt dat de uitstroom zal stoppen. Daarbij moeten de treinbegeleiders die nu aangeworven worden nog een lange opleiding doorlopen, waarin niet iedereen zal slagen. Onzekerheid troef dus…

    Eveneens werd duidelijk dat de regelmaat van het verkeer altijd zal primeren op het recht op verlof. Een engagement om 15 procent van het kader verlof te garanderen, vertaalt zich niet in een garantie dat 15 procent in alle omstandigheden verlof zal krijgen. Daarmee toont de directie aan dat ze niet begrijpt -of wil begrijpen- waar deze acties om draaien, en waarom er zoveel ontevredenheid is bij het treinbegeleidingspersoneel. Een engagement is waardeloos als het zich niet vertaalt in bindende zekerheden. De eerste 15 procent die verlof vraagt, moet er op kunnen vertrouwen dat dat verlof toegekend wordt zonder dat het kan worden ingetrokken. Zo kan men met een gerust hart tickets kopen voor een concert of de familie vertellen dat men aanwezig zal zijn op een feest.

    Hoewel we medio volgend jaar te weinig ambitieus vinden als timing, begrijpen we dat een onmiddellijke oplossing niet realistisch is. Ons tegenvoorstel om tegen februari 2020 de 15 procent te garanderen, maar tijdens de kerstvakantie een aangepaste dienstregeling te hanteren die moet toelaten dat meer verlof kan worden toegestaan, werd door de directie niet weerhouden.

    Vlinderkader

    Eén van de denkpistes die de OVS tijdens het verzoeningstraject lanceerde om aan de 15 procent-garantie te kunnen voldoen, ook in kleinere depots, is een vlinderkader van flexibel inzetbare treinbegeleiders. Voor de OVS zijn aan dit kader strikte voorwaarden verbonden. Het vlinderkader dient een supplementair kader te zijn,  dat op vrijwillige basis en tegen een aanzienlijke vergoeding, flexibel ingezet kan worden in andere depots dan hun standplaats. Deze flexibiliteit mag niet onbegrensd zijn. Een ‘vlinder’ heeft een maximale actieradius rondom de woonplaats, moet ingedeeld zijn in een vroege of late reeks en vrije dagen dienen op voorhand gekend te zijn. Tijdens de verzoeningsvergadering bleek dat de directie een andere visie op dit vlinderkader heeft, zowel met betrekking tot de verloning als de gewenste flexibiliteit.

    Bovenal bleek echter dat vanuit het standpunt van de directie het vlinderkader deel dient uit te maken van het normale treinbegeleidingskader. Uit dit verzoeningsgesprek werd dus ook min of meer duidelijk wat de directie met het vlinderkader voor ogen heeft, en dus ook de krijtlijnen waarbinnen de gesprekken met de erkende organisaties plaatsvinden. Krijtlijnen die voor elke rechtgeaarde syndicale organisatie onaanvaardbaar zouden moeten zijn. Op onze vraag om de notulen van de vergaderingen die met de erkende organisaties worden gevoerd te ontvangen om zelf vast te stellen welke vooruitgang er al dan niet werd geboekt, werd haast laconiek geantwoord dat er geen notulen worden bijgehouden. Hoe serieus kunnen we deze werkgroepen dan noemen?

    Zelfs in de crisissituatie waarin we ons nu bevinden, tracht de directie voordeel uit de situatie te slaan door aan te sturen op een verdere opsplitsing van het treinbegeleiderkader in ‘gewone’ treinbegeleiders en superflexibele ‘vlinders’. En dat is zowel onacceptabel als ongepast. Ofwel is het vlinderkader een goedbetaald, vrijwillig contingent bovenop het normale kader, ofwel moet het kader zodanig worden uitgebreid dat aan de 15 procent-garantie wordt voldaan zonder ‘vlinders’. Dit is de enige manier om zowel de rechten van het personeel te vrijwaren, als te voorzien in het gewenste treinaanbod. Zelfs een voltallig kader is tegenwoordig zodanig krap berekend dat nauwelijks een minimum aan verlof gegarandeerd kan worden.

    Crisissituaties vragen ingrijpende maatregelen, en die wil de directie niet nemen. Dit staat in schril contrast met de privésector, waar de werkgever gevangenisstraffen riskeert als hij de verlofrechten van het personeel met de voeten treedt. Bij de Belgische Spoorwegen gelden echter andere wetten.

    Missie van de NMBS

    De directie verwijt de OVS dat de acties de maatschappelijke missie van de NMBS om reizigers te vervoeren onmogelijk maken. Onze vraag naar een vervoersplan aangepast aan het aantal beschikbare treinbegeleiders werd met dezelfde sneer beantwoord. De OVS stelt dat de eerste verplichting van de NMBS naar het personeel toe is, en dan pas naar de reiziger. Het zijn niet de acties die de maatschappelijke missie onmogelijk maken, maar het chronische personeelsgebrek dat de aanleiding vormt voor deze acties.

    Keer op keer bewijst de NMBS bovendien zelf haar onvermogen om haar maatschappelijke missie te vervullen. Bij een incident zijn zodanig veel diensten betrokken die elk een vinger in de pap hebben zonder dat iemand beslissingen kan of durft nemen. Het personeel te velde slaagt er niet in om in contact te komen met overbelaste, gecentraliseerde permanenties en krijgt vaak tegengestelde informatie, wat uitmondt in totale chaos. Een goed voorbeeld was de brand in de Noord-zuidverbinding enkel maanden geleden.

    Elke zomer zijn er problemen met het materiaal wat leidt tot afschafte treinen en verminderde samenstellingen. Recent werden zelfs treinen uit roulatie genomen omdat ze niet opgewassen bleken tegen de hitte. Bij de renovatie van enkele materiaaltypes vond men het niet nodig om te investeren in airco in stuurposten en/of reizigerscompartimenten, waardoor treinbestuurders en treinbegeleiders bevangen door de hitte afgevoerd dienden te worden, met afgeschafte treinen tot gevolg.

    De missie van de NMBS lijkt te bestaan uit ruzie maken met de netbeheerder Infrabel over wie er verantwoordelijk is voor vertragingen, en hierbij vooral niet in eigen boezem te kijken. Of het afschaffen van loketten en de mensen te dwingen een automaat te gebruiken, wat niet voor iedereen evident is waardoor reizigers afhaken.

    De missie van de NMBS is niet het oprichten van nog meer directies, waardoor nog meer duurbetaalde bazen het personeel kunnen komen vertellen dat het niet hard genoeg werkt en productiever moet zijn.

    De missie van de NMBS bestaat er blijkbaar niet uit om een vuist te maken naar de regering, om hen duidelijk te maken dat de werking in gevaar komt met de huidige besparingen waardoor het vervullen van de maatschappelijke taken onmogelijk wordt.

    Vergist de directie zich niet, en is de haar door de regering opgelegde missie niet het besparen op de dienstverlening en het personeel, zodat de liberaliseringsideologie haar ingang kan vinden bij reizigers en personeel?

    Protocol van sociaal akkoord

    Volgens de directie zou er op onze voorwaarden nood zijn aan een kader van 200 vlinders, en daar wil ze niet aan voldoen. En daarmee komen we bij de kern van het probleem: door de aanhoudende besparingen op de NMBS zijn er onvoldoende middelen om de werking te blijven garanderen. Ook bij het personeel heerst het gevoel dat de NMBS onwerkbaar wordt, niet in het minst door personeelsgebrek bij zowat alle uitvoerende personeelscategorieën.

    Na jarenlange aanhoudende problemen wil de directie, onder aanhoudende stakingsdreiging, plots spreken over een oplossing voor het personeelstekort bij slechts één beroepscategorie. Maar die oplossing moet wel passen in hun visie, en verlangt een verdere flexibilisering van een deel van het personeel, waardoor de kaders nog krapper kunnen worden berekend.

    Voor het grotere geheel, het ondermaatse welzijn van het personeel, lijkt de directie geen oog te hebben. De onderhandelingen voor het protocolakkoord tonen dit maar al te duidelijk aan: in plaats van ruimte te creëren om het personeel terug zuurstof te geven, en geloof te bieden in dit bedrijf dat  gekenmerkt wordt door aanhoudende besparingen, inkrimping en sociale afbraak, kiest de directie voor de vlucht vooruit en heeft ze in de eerste gesprekken niet meer te bieden dan “budgetneutrale maatregelen”, ongeacht beloftes in het verleden over het financieel doen meegenieten van het personeel vanaf 2018 voor de productiviteitsverhogende maatregelen die reeds werden doorgevoerd.

    In de praktijk komt dit neer op pure inleveringen voor een financiële tegemoetkoming, ten koste van familiaal en sociaal leven, van vrije tijd, van levenskwaliteit. Na jaren inleveren is dit niet wat het personeel van een directie verwacht. De resultaten van de recente welzijnsenquête die onlangs in de CPBW’s getoond werden, bewijzen dat voor zowat al het operationeel personeel de algemene tevredenheid zich rond het vriespunt bevindt. Men voegde er meteen aan toe dat de directie deze keer echt wel begrepen had dat het zo niet verder kan, dat er zaken moeten veranderen. Het voorstel van protocol dat onlangs werd voorgelegd, bewijst enkel maar dat de boodschap nog steeds niet doorgedrongen is!

    En verder?

    De acties van 27/07 en 17/08 hebben overduidelijk aangetoond dat het personeel niet gelooft in de manier waarop de directie samen met de erkende organisaties het personeelsgebrek bij het treinbegeleidingspersoneel wil aanpakken, en dat het personeel een duidelijk mandaat geeft aan de OVS om in hun naam te spreken. Desondanks heeft de directie alweer niet spontaan een initiatief genomen om het overleg verder te zetten. We bekijken nu welke verdere stappen we zullen nemen, maar gaan daarbij niet overhaast te werk.

    De standpunten van de directie en het personeel liggen zo ver uit elkaar dat verdere acties onvermijdelijk lijken. We zullen de minister van Transport verzoeken een bemiddeling te starten om uit de impasse te geraken. De sleutel voor de oplossing van dit sociaal conflict ligt immers bij de politiek: het is de verplichting van de overheid om voldoende middelen te voorzien zodat de NMBS als overheidsbedrijf haar verplichtingen naar het personeel toe kan nakomen.

    In tussentijd zal een gespecialiseerd advocatenkantoor een juridische analyse maken van de wettelijkheid van de verlofregeling binnen de NMBS en het niet kunnen opnemen van verlof in het voorziene jaar.

    De erkende organisaties hebben van hun leden en militanten geen duidelijk mandaat gekregen voor de koers die ze nu varen. Een meerderheid van hen heeft de acties van de OVS dan ook gesteund en er zelfs actief voor gemobiliseerd. Het is nu aan hen om de leiding van hun vakbonden te doordringen van de boodschap dat ze geen vertrouwen hebben in de manier waarop de zaken worden aangepakt. We vrezen dat als de leiding van de erkende organisaties er niet in slaagt om het vertrouwen van het personeel terug te winnen, er weinig animo zal zijn bij het rijdend personeel om eventuele acties die hoogstwaarschijnlijk gevoerd zullen moeten worden in het kader van het protocol van sociaal akkoord, te steunen.

    Ongeacht het verleden blijft de hand van de OVS nog steeds uitgestoken voor samenwerking met andere syndicale organisaties om de problemen waar het spoorwegpersoneel voor staat, samen aan te pakken. Deze problematiek overstijgt immers de syndicale grenzen. Wij hopen nogmaals dat de uitgestoken hand ditmaal wel aanvaard wordt.

  • Geen engagementen, wel garanties!

    Geen engagementen, wel garanties!

    Op de verzoeningsvergadering die naar aanleiding van de stakingsaanzegging voor 17 augustus werd georganiseerd, bleek nogmaals een fundamenteel verschil in visie met de directie over de verlofproblematiek voor het treinbegeleidingspersoneel.

    De graduele opbouw van het minimum gegarandeerd verlof verloopt in onze ogen te langzaam. De OVS deed een tegemoetkoming door te verzoeken dat in de kerstvakantie volgens een aangepaste dienstregeling zou worden gereden die meer ruimte tot verlof laat, en dat vanaf februari verlof zou kunnen worden toegekend aan 15% van het voorziene kader. Dit voorstel werd niet aanvaard door de directie.

    Meer nog, uit de gesprekken bleek dat de 15% een doelstelling blijft, die volgens de directie welliswaar in de meeste gevallen gehaald zal worden zonder dat ze daar evenwel harde garanties voor wil bieden. Nochtans is deze garantie voor de OVS essentieel omdat ze het personeel zekerheid biedt.

    Het vlinderkader dat naar aanleiding van een eerdere staking door de OVS werd gesuggereerd aan de directie om aan deze 15% te kunnen voldoen, vormt reeds een flinke tegemoetkoming omdat we absoluut geen voorstander zijn van de flexibiliteit die van deze mensen zal worden verwacht. Voor de OVS zijn dus een flink een aantal voorwaarden verbonden aan dit idee. Het moet gaan om een supplementair kader, boven het normale treinbegeleidingscontingent, zuiver op vrijwillige basis en tegen een flinke bijkomende vergoeding zodat het ook interessant wordt om de extra inspanning te leveren. Ook moeten een aantal zekerheden voor dit kader vastgelegd worden, zoals een beperking van de afstand waarop ze inzetbaar zijn, een voorkeur voor vroege of late diensten en een aantal gekende vrije dagen.

    De directie stelde dat, onder die voorwaarden, flink wat extra aanwervingen nodig zouden zijn. Nochtans is dit kader een vereiste om ook in kleinere depots de 15% verlof te kunnen garanderen. Het gegeven dat door de directie onze voorwaarden voor dit vlinderkader als te beperkend werden ervaren, legt ook duidelijk de krijtlijnen bloot waarbinnen de werkgroepen die met de erkende organisaties over dit onderwerp worden georganiseerd. Het wantrouwen voor deze werkgroepen blijkt dus terecht.

    Hoewel de vergaderingen op een serene en constructieve wijze zijn verlopen, zijn we alsnog op een punt komen waar een staking onoverkomelijk is. De directie wil immers niet voorzien in een personeelsbestand dat in alle depots voor 15% van het voorziene kader verlof garandeert.  

    Natuurlijk is er extra personeel nodig, bovenop de huidige aanwervingen, om een werkbaar systeem te ontwikkelen waarmee men in alle depots (ook de kleinere) steeds een garantie op verlof kan bieden. Zulk een kader laat bovendien toe om méér personeel op de treinen in te zetten, waardoor zowel de kwaliteit van de dienstverlening als de veiligheid stijgen.

    Bij de vorige actie reed volgens onze eigen tellingen minder dan de helft van de treinen, en dan nog door de massale inzet van omkaderingspersoneel, wat een zeer krachtig signaal was. De directie is zich daarvan bewust en deed alle moeite om dit cijfer te minimaliseren door in hun ‘officiële’ tellingen ook niet commerciële ritten van en naar de stelplaatsen mee te nemen.

    De 15% verlofgarantie is een positieve strijd, een gerechtvaardigde strijd en dient op een eerlijke manier te worden verwezenlijkt. Daar gaan we als OVS voor. En we rekenen nogmaals op jullie massale steun.

  • Analyse OVS na staking

    Analyse OVS na staking

    Beste collega, lid, sympathisant,

    Met betrekking tot de verlofproblematiek van het treinbegeleidingspersoneel is uit de gesprekken met de directie is een fundamenteel verschil in visie gebleken, wat de actie van 27 juli, en mogelijk verdere acties, onvermijdelijk maakte. We hebben de afgelopen week benut om de situatie grondig te analyseren en een reactie te formuleren.

    De OVS stelt steeds het personeel op de eerste plaats. Als onafhankelijke vakbond vinden wij dat alles eerst vanuit de noden van het personeel dient bekeken te worden. Elk toekomstig vervoersplan dient uit te gaan van het effectief kader, en dan pas dient er naar de noden van reizigers en de NMBS gekeken te worden. De NMBS ziet dat andersom. Treinen zullen rijden, desnoods ten koste van het recht op vakantie van het personeel.

    Wat de directie op de verzoeningsvergadering op tafel heeft gelegd, ging verder dan wat er via werkgroepen werd bereikt. Desondanks waren het niet meer dan louter engagementen. Engagementen die afhangen van onzekere factoren zoals het moeten aanwerven van voldoende nieuwe collega’s en voorkomen dat nog meer treinbegeleiders het bedrijf verlaten. Enige garantie dat het treinbegeleidingskader niet alweer het kind van de rekening zal worden als de doelstellingen niet worden gehaald, wil de directie hierbij niet bieden.

    Dat enorme verschil in visie zorgt ervoor dat de strijd die wij moeten aangaan ook in dat licht dient geëvalueerd te worden, en daar hebben we nog even tijd voor nodig om te zien hoe we dat gaan aanpakken.

    Op de verzoeningsvergadering die volgde op onze stakingsaanzegging werd door HR-Rail vrij expliciet het dreigement geuit dat de OVS niet langer beschouwd zal worden als een acceptabele sociale gesprekspartner als we hun -naar eigen zeggen- ‘uitermate constructief voorstel’ niet zouden aanvaarden. Wij zijn de mening toegedaan dat het niet aan HR-Rail is te bepalen wat een ‘uitermate constructief voorstel’ is, maar aan het personeel zelf, en bij uitbreiding dus ook de vertegenwoordigers van het personeel. De OVS bevindt zich niet in een positie waarin ze het standpunt van het personeel dat door haar wordt vertegenwoordigd, naast zich neer kan leggen en op eigen initiatief een andere koers kan varen. Het miskennen van de OVS als gesprekspartner betekent eveneens het miskennen van de syndicale rechten van onze leden en iedereen die 27 juli het werk heeft neergelegd en zo het mandaat van de OVS om voor het personeel te spreken heeft bevestigd.

    Het -alweer volgens HR-Rail- ‘uitermate constructieve voorstel’ werd op 27 juli breed door het personeel verworpen. Normaal zou dit alarmbellen moeten doen afgaan bij de directie, tot een besef moeten leiden dat hetgeen ze als oplossing voor ogen hebben en de manier waarop ze tot deze oplossing willen komen, onaanvaardbaar is voor het personeel. De normale gang van zaken zou dan ook zijn dat de sociale partners zo snel mogelijk opnieuw rond de tafel worden gesommeerd.

    Dit gebeurde echter niet. Pas nadat de OVS zelf opnieuw contact opnam, leerden we dat voor HR-Rail nieuw overleg ten vroegste 20 augustus zou kunnen doorgaan. Uit de automatische antwoorden die we kregen op onze mail, leerden we eveneens dat, cynisch genoeg, sleutelfiguren in het sociaal overleg met verlof waren. Laat het recht op verlof nu net zijn waar deze strijd om draait.

    Het dreigement dat de OVS niet langer als een aanvaardbare sociale partner zal worden beschouwd, nemen wij uitermate ernstig. In het verleden is men er reeds tijdelijk in geslaagd ons het stakingsrecht te ontzeggen. We bereiden ons dan ook voor op een reactie op dit dreigement. Maar deze strijd gaat in de eerste plaats over het personeelstekort, en niet over de rechten van onze vakbond, en we hoeden er ons dan ook voor om beide met elkaar te vermengen.

    We erkennen dat er vooruitgang is geboekt in het dossier in de zin dat de directie communiceerde dat “het signaal begrepen hebben”. We hebben echter weinig vertrouwen in de weg die men wil volgen om het probleem op te lossen via werkgroepen.

    Het is geen geheim dat de OVS, net zoals het personeel, erg kritisch staat tegenover werkgroepen. Ook bij het herwaarderingsdossier voor de treinbestuurders is dit volledig misgelopen. We wachten nog altijd op concrete resultaten van de werkgroepen over ‘work-lifebalans’ en ‘reglementering’. Een deel van de uitwerking van een eventueel akkoord moet inderdaad in werkgroepen gebeuren, maar dat kan vanzelfsprekend pas als een akkoord werd bereikt en de doelstelling zijn vastgelegd. De manier waarop andere organisaties in syndicale berichten omheen de definitie van 15% gegarandeerd verlof draaien, bevestigen ons enkel maar dat men nog maar bezig is een doelstelling te definiëren. De eis, die over de vakbondsgrenzen heen door de verkozen vertegenwoordigers in diverse comités werd geformuleerd, was nochtans eenvoudig: op elk moment moet in elke depot minstens 15% van het voorziene kader verlof kunnen krijgen, los van ziekte, loopbaanonderbreking en dergelijke meer.

    De OVS werd afgelopen week fel bekritiseerd door een andere sociale partner. We zouden eraan willen herinneren dat deze beweging voor 15% gegarandeerd verlof vanuit de basis ontstond, los van de OVS, door contacten van verkozen leden van de CPBW’s en GPC’s. We zouden er tevens aan willen herinneren dat de OVS nog voor er door eender welke organisatie aan de alarmbel werd getrokken, een oproep deed naar de andere organisaties om dit probleem samen aan te pakken. Een oproep die, als vanouds, onbeantwoord bleef.

    Desondanks blijft de uitgestoken hand nog altijd uitgestoken. De OVS vecht hier niet voor onverdedigbare eisen of privileges, maar voor een basisrecht, het recht op verlof. En dit niet in juli volgend jaar, maar zo snel mogelijk door middel van ingrijpende maatregelen. In het verleden heeft de OVS steeds deelgenomen aan acties tegen het inkrimpen van de werkingsmiddelen van de Belgische Spoorwegen. Die acties, destijds ‘politieke’ stakingen genoemd, werden georganiseerd door de erkende organisaties en OVS begreep destijds goed waarom ze noodzakelijk waren.

    De malaise waarmee we vandaag op verschillende gebieden worden geconfronteerd, is een rechtstreeks gevolg van het inkrimpen van deze werkingsmiddelen. Het statuut wordt systematisch afgebouwd, vrije dagen worden afgenomen, diensten zitten overvol en de kaders zijn zodanig krap berekend dat tekorten snel ontstaan. Dit is niet alleen voelbaar bij het treinbegeleidingspersoneel, maar bij alle uitvoerende beroepen binnen de NMBS. We zien trouwens dat, in navolging van de treinbegeleiders, ook bij beroepscategorieën militanten van verschillend pluimage zich beginnen te verenigen om gezamenlijk hun eisen kracht bij te zetten. We kunnen hen hierbij alleen maar aanmoedigen!

    Omdat we vertrokken zijn voor een potentieel lange en ongetwijfeld zware strijd die nog meer harde acties zal vereisen, hopen we dat we maximaal op solidariteit mogen rekenen. Solidariteit van de andere syndicale vertegenwoordigers en hun militanten. Solidariteit van de reiziger. Solidariteit aan beide kanten van de taalgrens. In het verleden werd de strijd aan de Waalse kant van de taalgrens vaak net iets heviger gevoerd, waarbij de Vlaamse kant evenveel mee kon profiteren van behaalde resultaten, wat wij steeds betreurd hebben. We hopen dan ook dat 27 juli aan iedereen heeft getoond dat de bereidheid tot actie ook bestaat in Vlaanderen, en hopen dan ook dat toekomstige acties in Wallonië nog beter gevolgd zullen worden dan nu al het geval was.

    Uiteindelijk oefenen we allemaal hetzelfde beroep uit bij hetzelfde bedrijf, en worden we vaak met dezelfde problemen geconfronteerd. De eis tot 15% verlof in alle omstandigheden is een algemene eis waar ook depots die niet met een personeelstekort kampen bij gebaat zijn. Ze biedt immers zekerheid dat verlof toegekend moet worden, zekerheid die er nu niet is.

    Het is dus  niet meer dan vanzelfsprekend dat we ook samen leren strijden, beter laat dan nooit.

  • Stakingsactie 27 juli: OVS zet door.

    Stakingsactie 27 juli: OVS zet door.

    De gesprekken tussen de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel  OVS en de directie in verband met de problematische verlofsituatie van het treinbegeleidingspersoneel, hebben gisteren niet geleid tot een doorbraak in dit dossier. De directie wou ons tot op zekere hoogte tegemoetkomen, maar verbond hier geen harde garanties aan.

    Volgende maatregelen werden uitgebreid besproken:

    Het opzetten van een wachtdienst voor buddies voor treinbegeleiders die tijdens hun dienst geconfronteerd worden met critical incidents zoals agressie of persoonsongevallen. We appreciëren de inspanningen die de directie op dit gebied wil leveren, maar benadrukken dat dit niet meer is dan een inhaalbeweging ten opzichte van het vaak schrijnend gebrek aan onmiddellijke opvang tegenwoordig, en dat deze maatregel geen enkele invloed heeft op de aangekaarte verlofproblematiek.

    De OVS lanceerde op een eerdere verzoeningsvergadering het idee van een zogenaamd “vlinderkader”. Een “vlinder” is een treinbegeleider die, louter op vrijwillige basis en tegen vergoeding, uitermate flexibel opgesteld kan worden in verschillende standplaatsen in functie van eventuele personeelstekorten, bijvoorbeeld door ziekte of deeltijds werken. Voor OVS dient dit vlinderkader een contingent te zijn bovenop het normale treinbegeleidingskader. Op momenten dat ‘vlinders’ niet als vlinder worden ingezet, kunnen ze opgesteld worden als bijvoorbeeld controlebediende. De directie staat open voor de oprichting van dat kader, waarvoor de specifieke tewerkstellingsmodaliteiten nog moeten worden uitgewerkt, maar niet als extra contingent bovenop het voorziene kader.

    De centrale eis van OVS betrof het verplicht moeten kunnen toekennen van verlof aan minstens 15% van het voorziene kader in elke standplaats, en dit op elk ogenblik en ongeacht de omstandigheden. Afwezigheden zoals rust- en compensatiedagen, ziekte of vormen van (al dan niet thematische) deeltijdse arbeid mogen dus niet worden meegeteld voor het berekenen van deze ondergrens.

     Vanuit deze eis werd door de directie het engagement geuit om deze maatregel gefaseerd in te voeren. Een eerste voorstel ging uit van 13% begin december, 14% bij de aanvang van de paasvakantie 2020 en 15% bij de zomervakantie 2020. Dit engagement werd later bijgesteld tot 15% bij aanvang van de paasvakantie 2020, dit gecombineerd met een verhoging van het aandeel deeltijdse arbeid van 10% van het kader nu, tot 12% in december.

    Voor OVS is deze gefaseerde uitrol, zonder enige garantie dat de doelstellingen effectief bereikt zullen worden, te weinig ambitieus.  Wij hebben de directie er herhaaldelijk op gewezen dat we geen onredelijke eisen stellen, enkel dat een basisrecht van het personeel wordt gerespecteerd. Het is onaanvaardbaar dat zelfs nu nog treinbegeleiders hun verlof in extremis wordt ingetrokken, dat men pas de dag voordien enige zekerheid heeft of dat men tijdens een meerdaagse afwezigheid geacht wordt elke dag contact op te nemen met de diensttabel om na te gaan of men al dan niet ingepland werd.

    De OVS kan tot op zekere hoogte begrip opbrengen voor een aantal door de directie opgeworpen praktische bezwaren die de onmiddellijke implementatie van de gevraagde maatregelen bemoeilijken. De OVS heeft een ultiem tegenvoorstel geformuleerd dat uitging van 15% gegarandeerd verlof in alle omstandigheden in alle standplaatsen uiterlijk in december, en dit gecombineerd met een gefaseerde uitrol van het nieuwe vervoersplan.

    Deze gefaseerde uitrol van het vervoersplan vormt voor ons de garantie dat het treinbegeleidingspersoneel niet alweer kind van de rekening wordt als de aanwerveringsdoelstellingen niet gehaald worden. In ons voorstel zou in een eerste fase van het vervoersplan het treinaanbod uitgaan van het aantal beschikbare treinbegeleiders in december, waaraan later treinen kunnen worden toegevoegd in functie van een eventuele nieuwe instroom aan treinbegeleiders. Hiermee raakten we echter een heilig huisje voor de directie.

    De OVS vindt zich niet terug in kritiek omtrent ‘opgevoerde negativiteit op de sociale media’ vanwege een andere syndicale organisatie, die nu wel gesteund door de druk van de stakingsactie van OVS aan de onderhandelingstafel kan plaatsnemen. In tegendeel, wij menen ons in dit verhaal sereen, correct en uitermate constructief te hebben opgesteld, en dit zonder de belangen van het treinbegeleidingspersoneel en onze leden uit het oog te hebben verloren. Een zoveelste dossier gebasseerd op louter engagementen zonder harde garanties, is gezien de huidige situatie op geen enkele manier verdedigbaar naar de mensen die nu keer op keer hun verlofplannen in het water zien vallen.

    Tenslotte benadrukt de OVS dat, in tegenstelling tot bepaalde insinuaties door een erkende syndicale organisatie, in dit dossier -en talrijke vorige dossiers- wel degelijk de hand naar de andere partijen werd uitgestoken om het probleem samen in gemeenschappelijk front aan te pakken. Een antwoord bleef tot op heden uit, maar de hand blijft ondanks alles uitgestoken.

  • Gastbijdrage: Het is niet al kommer en kwel.

    Gastbijdrage: Het is niet al kommer en kwel.

    Personeelsgebrek aankaarten is voor een vakbond geen evidente zaak. Enerzijds kunnen en mogen we niet doof zijn voor de roep van de werkvloer, die terecht vindt dat problemen zoals verlof dat niet kan worden toegekend, een verhoogde werkdruk en een veel te hoge psychosociale belasting moeten worden aangekaart. Anderzijds moeten we steeds voor ogen houden dat net door het aankaarten van een personeelsgebrek bij de buitenwereld de perceptie kan ontstaan dat het niet goed werken is bij een bedrijf, zeker bij een bedrijf dat zo in de maatschappelijke kijker loopt als de NMBS, wat een invloed kan hebben op eventuele aanwervingscampagnes die juist tot doel hadden het personeelsgebrek aan te pakken.

    We denken dat we binnen OVS en in onze communicatie met pers en buitenwereld steeds zeer sereen en correct deze dunne lijn hebben bewandeld. We beseffen echter ook dat de berichten over agressie en personeelsgebrek die met de regelmaat van de klok in de media verschijnen, een afknapper kunnen zijn voor mensen die aan de slag willen als treinbegeleider.

    Eén van onze leden schreef een gastbijdrage over waarom hij zijn beroep, ondanks alles, nog steeds met veel plezier en trots uitoefent. Een bijdrage die we maar al te graag publiceren, want ze verwoordt perfect wat leeft bij de overgrote meerderheid van de treinbegeleiders.

    “Nu bijna tien jaar geleden besloot ik mijn leven een nieuwe wending te geven. Ik gaf mijn job in de verkoop op, en werd treinbegeleider. Een beslissing die ik me sindsdien nog geen dag beklaagd heb.

     Akkoord, door personeelsgebrek is de verlofsituatie momenteel verre van optimaal. En ja, je komt als treinbegeleider vaak in contact met mensen die zich onbeschoft of soms zelfs agressief opstellen. Maar toch zijn de meeste van mijn collega’s zeer gedreven mensen die hun beroep met passie, plezier en fierheid uitoefenen. Niet verbazend, want er zijn dan ook tal van voordelen aan ons beroep verbonden.

    Eentonigheid kennen we niet als treinbegeleider, geen twee dagen zijn hetzelfde. Elke dag weer kom je met andere reizigers en collega’s in contact, meestal op een positieve manier. Er ontstaan dan ook regelmatig hechte vriendschapsbanden, zowel met collega’s als met regelmatige reizigers.

    Je voert daarbij een job uit met veel verantwoordelijkheid. Samen met de machinist ben je immers baas in eigen trein, en ben je mee verantwoordelijk voor de veiligheid aan boord. Vaak moet je dan ook nog eens probleemoplossend en klantgericht denken omdat lang niet alle situaties beschreven staan in de reglementering.

    De wisselende uren, gecombineerd met zeer vroege en/of zeer late diensten zijn soms zwaar, maar brengen ook veel voordelen met zich mee. Ik doe boodschappen in een bijna lege supermarkt, en kan meestal de kinderen naar school doen of gaan halen. Je wordt zelden of nooit geconfronteerd met files of verkeersdrukte, en na verloop van tijd kun je meestal terecht in een depot dicht bij je woonplaats. Vaak ben je ook gewoon in de week één of meerdere dagen thuis.

    Treinbegeleiders worden, zeker gezien het vereiste opleidingsniveau om aan de toelatingsproeven te mogen deelnemen, op een zeer correcte manier verloond voor hun werk. Met enkele jaren anciënniteit zal je, premies inbegrepen, zelden of nooit minder dan 2000€ netto per maand verdienen. Je wedde is daarenboven gekoppeld aan een barema, waardoor je in de loop van je loopbaan op regelmatige tijdstippen meer zult gaan verdienen. Een garantie die je niet bij veel werkgevers hebt.

    Tenslotte geniet je als personeelslid van de NMBS over aanzienlijke verkeersvoordelen. Je krijgt zelf een vrijkaart waarmee je gratis de trein kan nemen doorheen de Benelux. Voor je gezinsleden krijg je coupons waarmee ze hetzelfde kunnen doen, in eerste klasse. Op tal van andere Europese spoornetten krijg je aanzienlijke kortingen, of zelfs vrijbiljetten.

    Er wordt momenteel een doorgedreven aanwervingscampagne gevoerd die het personeelstekort hopelijk binnen niet al te lange termijn oplost. Dat is echter maar de helft van het verhaal. OVS ijvert nu voor een garantie op verlof, die meer zekerheid geeft en de job voor mij en mijn collega’s nog aantrekkelijker zal maken. Kortom, ambieer je een carrièreswitch, wil je werken als treinbegeleider, laat je dan niet teveel afschrikken door de negatieve berichtgeving, en zet de stap!”

  • Stakingsaanzegging personeelstekorten treinbegeleiding.

    Stakingsaanzegging personeelstekorten treinbegeleiding.

    Op 03/07/2019 activeerde de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel de alarmbelprocedure met betrekking tot de problematische verlofsituatie van het treinbegeleidingspersoneel en de sterk verhoogde psychosociale belasting die hieruit voortvloeit.

    Op de verzoeningsgesprekken die hierop volgden werd geen consensus bereikt over de te nemen maatregelen om aan deze problematiek te verhelpen. De directie wil zich enkel engageren tot een doorgedreven aanwervingscampagne, de maximale inzet van omkadering en instructie op de treinen, en de belofte dat er bij het opstellen van een toekomstig vervoersplan rekening zou worden gehouden met het beschikbare kader.

    Voor de OVS gaan deze engagementen niet ver genoeg. De problematiek is al lang en genoegzaam bekend en vereist onmiddellijke maatregelen, geen engagementen, geen studies, geen verdere besprekingen in comités.

    De OVS eist enerzijds onmiddellijke ingrepen die de psychosociale belasting doen afnemen, en anderzijds dat de nodige garanties gegeven worden dat in de toekomst, ongeacht de omstandigheden, in elke treinbegeleidingsdepot gegarandeerd aan minstens 15 procent van het voorziene kader gelijktijdig verlof kan worden toegekend.

    Aangezien de directie niet aan deze eisen wou tegemoetkomen, heeft de OVS een stakingsaanzegging neergelegd voor alle treinbegeleiders, hun omkadering en hun instructie. Deze aanzegging dekt de periode van 27/07/2019 03u00 tot 28/07/2019 03u00, en is de eerste stap in een actieplan dat verdere actiedagen omvat.

    De bal ligt nu in het kamp van de directie. Wij staan klaar om onze verantwoordelijkheid te nemen, maar hopen nog steeds dat een doorbraak kan worden geforceerd die de actie overbodig maakt.

  • Personeelstekort Treinbegeleiding, OVS start alarmbelprocedure

    Personeelstekort Treinbegeleiding, OVS start alarmbelprocedure

    Aan De Heer P. Hautekiet
    Frankrijkstraat 85 
    1060 Brussel 

    Mevrouw S. Dutordoir
    Atriumgebouw
    Hallepoortlaan 40
    1060 Brussel

    PER AANGETEKENDE EN GEWONE POST

    Betreft: Activatie alarmbelprocedure

    Brussel, 03 juli 2019

    Mijnheer de algemeen directeur,

    Mevrouw de CEO,

    Al geruime tijd kampt het treinbegeleidingskader met aanzienlijke personeelstekorten. Dit resulteert in een sterk verhoogde psychosociale belasting en een dramatische verlofsituatie.

    Het is voor het treinbegeleidingspersoneel momenteel nagenoeg onmogelijk om verlof te krijgen. Bovendien is er vaak pas daags voordien zekerheid of een gevraagde verlofdag al dan niet wordt toegekend, wat plannen of afspraken maken onmogelijk maakt, en worden regelmatig reeds toegekende dagen ingetrokken. Op de wettelijk gewaarborgde vormen van loopbaanonderbreking zoals ouderschaps- of zorgverlof na, is deeltijds werken quasi onmogelijk.

    Eén en ander leidt tot problematische thuissituaties, een verhoogd ziekteverzuim en burn-outs, waardoor de druk op het overblijvend personeel nog verder toeneemt. Veel treinbegeleiders verlaten dan ook het bedrijf, of overwegen dit te doen.

    De verlof- en aanwervingsproblematiek werd bij tal van gelegenheden en op diverse niveaus aangekaart, inbegrepen maar niet beperkt tot regelmatige interventies in de CPBW’s en GPC’s van verschillende districten en gewesten, een schrijven gericht aan CEO mevr. Dutordoir dd. 28 augustus 2018 en het spoedoverleg dat op 19 juni 2019 in district NW werd georganiseerd naar aanleiding van de commotie omtrent de extra treinen die ingelegd worden naar diverse evenementen.

    Op 16 mei 2019 trok een delegatie treinbegeleiders en verkozen militanten uit de CPBW’s en GPC’s naar Brussel om persoonlijk hun grieven aan de directie kenbaar te maken. Ze werden niet ontvangen, maar opgewacht door veiligheidsagenten van Securail.

    Gezien het groeiend ongenoegen bij het personeel over deze situatie en het klaarblijkelijk onvermogen van de directie om een passend antwoord te bieden op deze problematiek, verzoeken we u krachtens de bepalingen van ARPS Bundel 548, Deel VI Hoofdstuk X, art. 176, de alarmbelprocedure in werking te laten treden.

    In afwachting van een persoonlijk onderhoud over deze kwestie, tekenen we met de meeste hoogachting.

    Hoogachtend,

    Voor OVS

  • Tussenkomst OVS inzake overgangsmaatregel “Bachelor naar Eerste Treinbegeleider”

    Tussenkomst OVS inzake overgangsmaatregel “Bachelor naar Eerste Treinbegeleider”

    De OVS kwam tussen op directieniveau naar aanleiding van verschillende klachten en bedenkingen van onze leden over het overgangsexamen Eerste Treinbegeleider voor houders van een bachelordiploma.

    “Brussel, 5 juli 2019

    Geachte heer Kerckaert,

    Geachte heer De Block,

    Sedert enige tijd worden houders van een bachelordiploma onmiddellijk als eerste treinbegeleider aangeworven. Voor de huidige treinbegeleiders in het bezit van een bachelordiploma werd voorzien in een overgangsmaatregel die toeliet om na een interne proef eveneens de rang van eerste treinbegeleider te bekomen. Hoewel deze proef werd voorgesteld als een louter formaliteit, enkel met het oog op het normaliseren van de nieuwe toestand die ontstaan is door het rechtstreeks aanwerven van eerste treinbegeleiders, vernemen wij toch dat verschillende personen niet geslaagd blijken voor deze proef.

    Eén en ander werpt de nodige vragen op, aangezien het hier vaak collega’s met een jarenlange staat van dienst betreft die ongeacht hun ervaring, vanuit het oogpunt van de NMBS, geen aanspraak kunnen maken op de hogere rang die nieuw aangeworven personeelsleden onmiddellijk in de schoot geworpen krijgen. Daarenboven werd op geen enkel ogenblik een te kennen curriculum of parameters waaraan de kandidaten dienen te voldoen om te slagen gecommuniceerd, zodat zeker de eerste deelnemers totaal onvoorbereid aan de proef moesten deelnemen.

    Tevens werden wij op de hoogte gesteld van een aantal misstanden, zoals een treinbegeleider die twee dagen voor zijn proef te horen krijgt dat hij niet kan deelnemen omdat zijn buitenlands bachelordiploma eerst in België gehomologeerd dient te worden, of collega’s die zich omwille van afwezigheid niet tijdig voor de proef konden aanmelden. Ook laat de huidige regeling, met slechts een éénmalige proef, niet toe dat personeelsleden die in de toekomst een bachelordiploma behalen, bijvoorbeeld in avond- of thuisonderwijs, op deze basis de graad van eerste treinbegeleider kunnen bekomen.

    Het spreekt voor zich dat deze situatie van verschillende verloningen voor hetzelfde werk, enkel gebaseerd op een diploma en niet op anciënniteit of relevante ervaring, gecombineerd met een vermoeden van een zekere willekeur omtrent het al dan niet slagen voor voornoemde proef, voor heel wat wrevel en onbegrip zorgt op de werkvloer.

    Enerzijds blijkt deze maatregel slechts een zeer beperkt aantal nieuwe kandidaat-treinbegeleiders op te leveren. Anderzijds vrezen we dat de ontevredenheid erover, en de manier waarop deze werd geïmplementeerd, voor veel treinbegeleiders de spreekwoordelijke druppel in de reeds overvolle emmer vormt en aanleiding zou kunnen zijn om andere professionele oorden op te zoeken. Hierdoor zou het ons niet verbazen dat het uiteindelijke resultaat van deze maatregel op het treinbegeleidingskader negatief zou kunnen blijken.

    Wij dringen dan ook aan op enige reflectie hieromtrent, en pleiten er ook voor om de graad van eerste treinbegeleider makkelijker toegankelijk te maken voor het huidig kader, ongeacht het opleidingsniveau.

    Hoogachtend, “

  • Extra festivaltreinen: met welk personeel?

    Extra festivaltreinen: met welk personeel?

    Gisteren kondigde de NMBS aan dit jaar niet minder dan 76 extra treinen in te leggen naar de zomerfestivals. Speciaal hiervoor wordt zelfs een treinstel in een nieuw jasje gestoken. Wat het persbericht niet vermelde, was welk personeel deze treinen, samen met alle andere extra treinen die deze zomer gewoontegetrouw naar de kust en andere evenementen zullen worden ingelegd, zal moeten verzekeren.

    Zowat alle operationele diensten binnen de NMBS worden getroffen door personeelstekorten, maar vooral de treinbegeleiders staat het water tot aan de lippen. Vrije dagen worden maar mondjesmaat toegekend, en vaak weet men pas daags voordien of een vrije dag werd goedgekeurd, of een reeds goedgekeurde dag niet werd ingetrokken. Plannen maken is dus onmogelijk. Op de gewaarborgde vormen van loopbaanonderbreking zoals ouderschaps- of zorgverlof na is het nagenoeg onmogelijk om deeltijds te werken.

    Eén en ander leidt vanzelfsprekend tot problematische thuissituaties, een verhoogd ziekteverzuim en burn-outs, waardoor de druk op het overblijvend personeel verder toeneemt en de neerwaartse spiraal nog sneller gaat draaien. Meer en meer treinbegeleiders verlaten het bedrijf, of overwegen dit sterk.

    Deze situatie werd reeds meermaals aangekaart op alle niveaus, maar de directie lijkt doof voor de alarmsignalen. Dat net op een moment dat het huidige personeelskader nog nauwelijks volstaat voor het verzekeren van het reguliere treinaanbod een groot aantal extra treinen naar festivals worden aangekondigd, is een kaakslag voor het personeel dat hierdoor wellicht deze zomer nauwelijks thuis zal zijn en zelf amper kans heeft om naar deze festivals te trekken.

    De NMBS speelt als publieke dienstverlener een sleutelrol in het streven naar een duurzame mobiliteit, en het inleggen van extra treinen kadert dan ook perfect in de maatschappelijke rol van de spoorwegmaatschappij. Het is echter onaanvaardbaar dat dit gaat ten koste van de rechten van het NMBS-personeel. Het aantal vervoerde reizigers is op grofweg vijftien jaar met de helft gestegen, terwijl het personeelsbestand met een kwart is ingekrompen.

    Alle beloften ten spijt lijkt het erop dat ook dit jaar het aantal voorziene aanwervingen niet gehaald zal worden. De Onafhankelijke Vakbond voor het Spoorpersoneel zal dan ook de personeelstekorten op alle niveaus blijven aanvechten, en sluit in de toekomst hardere acties niet uit.