Categorie: NMBS

  • Analyse OVS na staking

    Analyse OVS na staking

    Beste collega, lid, sympathisant,

    Met betrekking tot de verlofproblematiek van het treinbegeleidingspersoneel is uit de gesprekken met de directie is een fundamenteel verschil in visie gebleken, wat de actie van 27 juli, en mogelijk verdere acties, onvermijdelijk maakte. We hebben de afgelopen week benut om de situatie grondig te analyseren en een reactie te formuleren.

    De OVS stelt steeds het personeel op de eerste plaats. Als onafhankelijke vakbond vinden wij dat alles eerst vanuit de noden van het personeel dient bekeken te worden. Elk toekomstig vervoersplan dient uit te gaan van het effectief kader, en dan pas dient er naar de noden van reizigers en de NMBS gekeken te worden. De NMBS ziet dat andersom. Treinen zullen rijden, desnoods ten koste van het recht op vakantie van het personeel.

    Wat de directie op de verzoeningsvergadering op tafel heeft gelegd, ging verder dan wat er via werkgroepen werd bereikt. Desondanks waren het niet meer dan louter engagementen. Engagementen die afhangen van onzekere factoren zoals het moeten aanwerven van voldoende nieuwe collega’s en voorkomen dat nog meer treinbegeleiders het bedrijf verlaten. Enige garantie dat het treinbegeleidingskader niet alweer het kind van de rekening zal worden als de doelstellingen niet worden gehaald, wil de directie hierbij niet bieden.

    Dat enorme verschil in visie zorgt ervoor dat de strijd die wij moeten aangaan ook in dat licht dient geëvalueerd te worden, en daar hebben we nog even tijd voor nodig om te zien hoe we dat gaan aanpakken.

    Op de verzoeningsvergadering die volgde op onze stakingsaanzegging werd door HR-Rail vrij expliciet het dreigement geuit dat de OVS niet langer beschouwd zal worden als een acceptabele sociale gesprekspartner als we hun -naar eigen zeggen- ‘uitermate constructief voorstel’ niet zouden aanvaarden. Wij zijn de mening toegedaan dat het niet aan HR-Rail is te bepalen wat een ‘uitermate constructief voorstel’ is, maar aan het personeel zelf, en bij uitbreiding dus ook de vertegenwoordigers van het personeel. De OVS bevindt zich niet in een positie waarin ze het standpunt van het personeel dat door haar wordt vertegenwoordigd, naast zich neer kan leggen en op eigen initiatief een andere koers kan varen. Het miskennen van de OVS als gesprekspartner betekent eveneens het miskennen van de syndicale rechten van onze leden en iedereen die 27 juli het werk heeft neergelegd en zo het mandaat van de OVS om voor het personeel te spreken heeft bevestigd.

    Het -alweer volgens HR-Rail- ‘uitermate constructieve voorstel’ werd op 27 juli breed door het personeel verworpen. Normaal zou dit alarmbellen moeten doen afgaan bij de directie, tot een besef moeten leiden dat hetgeen ze als oplossing voor ogen hebben en de manier waarop ze tot deze oplossing willen komen, onaanvaardbaar is voor het personeel. De normale gang van zaken zou dan ook zijn dat de sociale partners zo snel mogelijk opnieuw rond de tafel worden gesommeerd.

    Dit gebeurde echter niet. Pas nadat de OVS zelf opnieuw contact opnam, leerden we dat voor HR-Rail nieuw overleg ten vroegste 20 augustus zou kunnen doorgaan. Uit de automatische antwoorden die we kregen op onze mail, leerden we eveneens dat, cynisch genoeg, sleutelfiguren in het sociaal overleg met verlof waren. Laat het recht op verlof nu net zijn waar deze strijd om draait.

    Het dreigement dat de OVS niet langer als een aanvaardbare sociale partner zal worden beschouwd, nemen wij uitermate ernstig. In het verleden is men er reeds tijdelijk in geslaagd ons het stakingsrecht te ontzeggen. We bereiden ons dan ook voor op een reactie op dit dreigement. Maar deze strijd gaat in de eerste plaats over het personeelstekort, en niet over de rechten van onze vakbond, en we hoeden er ons dan ook voor om beide met elkaar te vermengen.

    We erkennen dat er vooruitgang is geboekt in het dossier in de zin dat de directie communiceerde dat “het signaal begrepen hebben”. We hebben echter weinig vertrouwen in de weg die men wil volgen om het probleem op te lossen via werkgroepen.

    Het is geen geheim dat de OVS, net zoals het personeel, erg kritisch staat tegenover werkgroepen. Ook bij het herwaarderingsdossier voor de treinbestuurders is dit volledig misgelopen. We wachten nog altijd op concrete resultaten van de werkgroepen over ‘work-lifebalans’ en ‘reglementering’. Een deel van de uitwerking van een eventueel akkoord moet inderdaad in werkgroepen gebeuren, maar dat kan vanzelfsprekend pas als een akkoord werd bereikt en de doelstelling zijn vastgelegd. De manier waarop andere organisaties in syndicale berichten omheen de definitie van 15% gegarandeerd verlof draaien, bevestigen ons enkel maar dat men nog maar bezig is een doelstelling te definiëren. De eis, die over de vakbondsgrenzen heen door de verkozen vertegenwoordigers in diverse comités werd geformuleerd, was nochtans eenvoudig: op elk moment moet in elke depot minstens 15% van het voorziene kader verlof kunnen krijgen, los van ziekte, loopbaanonderbreking en dergelijke meer.

    De OVS werd afgelopen week fel bekritiseerd door een andere sociale partner. We zouden eraan willen herinneren dat deze beweging voor 15% gegarandeerd verlof vanuit de basis ontstond, los van de OVS, door contacten van verkozen leden van de CPBW’s en GPC’s. We zouden er tevens aan willen herinneren dat de OVS nog voor er door eender welke organisatie aan de alarmbel werd getrokken, een oproep deed naar de andere organisaties om dit probleem samen aan te pakken. Een oproep die, als vanouds, onbeantwoord bleef.

    Desondanks blijft de uitgestoken hand nog altijd uitgestoken. De OVS vecht hier niet voor onverdedigbare eisen of privileges, maar voor een basisrecht, het recht op verlof. En dit niet in juli volgend jaar, maar zo snel mogelijk door middel van ingrijpende maatregelen. In het verleden heeft de OVS steeds deelgenomen aan acties tegen het inkrimpen van de werkingsmiddelen van de Belgische Spoorwegen. Die acties, destijds ‘politieke’ stakingen genoemd, werden georganiseerd door de erkende organisaties en OVS begreep destijds goed waarom ze noodzakelijk waren.

    De malaise waarmee we vandaag op verschillende gebieden worden geconfronteerd, is een rechtstreeks gevolg van het inkrimpen van deze werkingsmiddelen. Het statuut wordt systematisch afgebouwd, vrije dagen worden afgenomen, diensten zitten overvol en de kaders zijn zodanig krap berekend dat tekorten snel ontstaan. Dit is niet alleen voelbaar bij het treinbegeleidingspersoneel, maar bij alle uitvoerende beroepen binnen de NMBS. We zien trouwens dat, in navolging van de treinbegeleiders, ook bij beroepscategorieën militanten van verschillend pluimage zich beginnen te verenigen om gezamenlijk hun eisen kracht bij te zetten. We kunnen hen hierbij alleen maar aanmoedigen!

    Omdat we vertrokken zijn voor een potentieel lange en ongetwijfeld zware strijd die nog meer harde acties zal vereisen, hopen we dat we maximaal op solidariteit mogen rekenen. Solidariteit van de andere syndicale vertegenwoordigers en hun militanten. Solidariteit van de reiziger. Solidariteit aan beide kanten van de taalgrens. In het verleden werd de strijd aan de Waalse kant van de taalgrens vaak net iets heviger gevoerd, waarbij de Vlaamse kant evenveel mee kon profiteren van behaalde resultaten, wat wij steeds betreurd hebben. We hopen dan ook dat 27 juli aan iedereen heeft getoond dat de bereidheid tot actie ook bestaat in Vlaanderen, en hopen dan ook dat toekomstige acties in Wallonië nog beter gevolgd zullen worden dan nu al het geval was.

    Uiteindelijk oefenen we allemaal hetzelfde beroep uit bij hetzelfde bedrijf, en worden we vaak met dezelfde problemen geconfronteerd. De eis tot 15% verlof in alle omstandigheden is een algemene eis waar ook depots die niet met een personeelstekort kampen bij gebaat zijn. Ze biedt immers zekerheid dat verlof toegekend moet worden, zekerheid die er nu niet is.

    Het is dus  niet meer dan vanzelfsprekend dat we ook samen leren strijden, beter laat dan nooit.

  • Stakingsactie 27 juli: OVS zet door.

    Stakingsactie 27 juli: OVS zet door.

    De gesprekken tussen de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel  OVS en de directie in verband met de problematische verlofsituatie van het treinbegeleidingspersoneel, hebben gisteren niet geleid tot een doorbraak in dit dossier. De directie wou ons tot op zekere hoogte tegemoetkomen, maar verbond hier geen harde garanties aan.

    Volgende maatregelen werden uitgebreid besproken:

    Het opzetten van een wachtdienst voor buddies voor treinbegeleiders die tijdens hun dienst geconfronteerd worden met critical incidents zoals agressie of persoonsongevallen. We appreciëren de inspanningen die de directie op dit gebied wil leveren, maar benadrukken dat dit niet meer is dan een inhaalbeweging ten opzichte van het vaak schrijnend gebrek aan onmiddellijke opvang tegenwoordig, en dat deze maatregel geen enkele invloed heeft op de aangekaarte verlofproblematiek.

    De OVS lanceerde op een eerdere verzoeningsvergadering het idee van een zogenaamd “vlinderkader”. Een “vlinder” is een treinbegeleider die, louter op vrijwillige basis en tegen vergoeding, uitermate flexibel opgesteld kan worden in verschillende standplaatsen in functie van eventuele personeelstekorten, bijvoorbeeld door ziekte of deeltijds werken. Voor OVS dient dit vlinderkader een contingent te zijn bovenop het normale treinbegeleidingskader. Op momenten dat ‘vlinders’ niet als vlinder worden ingezet, kunnen ze opgesteld worden als bijvoorbeeld controlebediende. De directie staat open voor de oprichting van dat kader, waarvoor de specifieke tewerkstellingsmodaliteiten nog moeten worden uitgewerkt, maar niet als extra contingent bovenop het voorziene kader.

    De centrale eis van OVS betrof het verplicht moeten kunnen toekennen van verlof aan minstens 15% van het voorziene kader in elke standplaats, en dit op elk ogenblik en ongeacht de omstandigheden. Afwezigheden zoals rust- en compensatiedagen, ziekte of vormen van (al dan niet thematische) deeltijdse arbeid mogen dus niet worden meegeteld voor het berekenen van deze ondergrens.

     Vanuit deze eis werd door de directie het engagement geuit om deze maatregel gefaseerd in te voeren. Een eerste voorstel ging uit van 13% begin december, 14% bij de aanvang van de paasvakantie 2020 en 15% bij de zomervakantie 2020. Dit engagement werd later bijgesteld tot 15% bij aanvang van de paasvakantie 2020, dit gecombineerd met een verhoging van het aandeel deeltijdse arbeid van 10% van het kader nu, tot 12% in december.

    Voor OVS is deze gefaseerde uitrol, zonder enige garantie dat de doelstellingen effectief bereikt zullen worden, te weinig ambitieus.  Wij hebben de directie er herhaaldelijk op gewezen dat we geen onredelijke eisen stellen, enkel dat een basisrecht van het personeel wordt gerespecteerd. Het is onaanvaardbaar dat zelfs nu nog treinbegeleiders hun verlof in extremis wordt ingetrokken, dat men pas de dag voordien enige zekerheid heeft of dat men tijdens een meerdaagse afwezigheid geacht wordt elke dag contact op te nemen met de diensttabel om na te gaan of men al dan niet ingepland werd.

    De OVS kan tot op zekere hoogte begrip opbrengen voor een aantal door de directie opgeworpen praktische bezwaren die de onmiddellijke implementatie van de gevraagde maatregelen bemoeilijken. De OVS heeft een ultiem tegenvoorstel geformuleerd dat uitging van 15% gegarandeerd verlof in alle omstandigheden in alle standplaatsen uiterlijk in december, en dit gecombineerd met een gefaseerde uitrol van het nieuwe vervoersplan.

    Deze gefaseerde uitrol van het vervoersplan vormt voor ons de garantie dat het treinbegeleidingspersoneel niet alweer kind van de rekening wordt als de aanwerveringsdoelstellingen niet gehaald worden. In ons voorstel zou in een eerste fase van het vervoersplan het treinaanbod uitgaan van het aantal beschikbare treinbegeleiders in december, waaraan later treinen kunnen worden toegevoegd in functie van een eventuele nieuwe instroom aan treinbegeleiders. Hiermee raakten we echter een heilig huisje voor de directie.

    De OVS vindt zich niet terug in kritiek omtrent ‘opgevoerde negativiteit op de sociale media’ vanwege een andere syndicale organisatie, die nu wel gesteund door de druk van de stakingsactie van OVS aan de onderhandelingstafel kan plaatsnemen. In tegendeel, wij menen ons in dit verhaal sereen, correct en uitermate constructief te hebben opgesteld, en dit zonder de belangen van het treinbegeleidingspersoneel en onze leden uit het oog te hebben verloren. Een zoveelste dossier gebasseerd op louter engagementen zonder harde garanties, is gezien de huidige situatie op geen enkele manier verdedigbaar naar de mensen die nu keer op keer hun verlofplannen in het water zien vallen.

    Tenslotte benadrukt de OVS dat, in tegenstelling tot bepaalde insinuaties door een erkende syndicale organisatie, in dit dossier -en talrijke vorige dossiers- wel degelijk de hand naar de andere partijen werd uitgestoken om het probleem samen in gemeenschappelijk front aan te pakken. Een antwoord bleef tot op heden uit, maar de hand blijft ondanks alles uitgestoken.

  • Gastbijdrage: Het is niet al kommer en kwel.

    Gastbijdrage: Het is niet al kommer en kwel.

    Personeelsgebrek aankaarten is voor een vakbond geen evidente zaak. Enerzijds kunnen en mogen we niet doof zijn voor de roep van de werkvloer, die terecht vindt dat problemen zoals verlof dat niet kan worden toegekend, een verhoogde werkdruk en een veel te hoge psychosociale belasting moeten worden aangekaart. Anderzijds moeten we steeds voor ogen houden dat net door het aankaarten van een personeelsgebrek bij de buitenwereld de perceptie kan ontstaan dat het niet goed werken is bij een bedrijf, zeker bij een bedrijf dat zo in de maatschappelijke kijker loopt als de NMBS, wat een invloed kan hebben op eventuele aanwervingscampagnes die juist tot doel hadden het personeelsgebrek aan te pakken.

    We denken dat we binnen OVS en in onze communicatie met pers en buitenwereld steeds zeer sereen en correct deze dunne lijn hebben bewandeld. We beseffen echter ook dat de berichten over agressie en personeelsgebrek die met de regelmaat van de klok in de media verschijnen, een afknapper kunnen zijn voor mensen die aan de slag willen als treinbegeleider.

    Eén van onze leden schreef een gastbijdrage over waarom hij zijn beroep, ondanks alles, nog steeds met veel plezier en trots uitoefent. Een bijdrage die we maar al te graag publiceren, want ze verwoordt perfect wat leeft bij de overgrote meerderheid van de treinbegeleiders.

    “Nu bijna tien jaar geleden besloot ik mijn leven een nieuwe wending te geven. Ik gaf mijn job in de verkoop op, en werd treinbegeleider. Een beslissing die ik me sindsdien nog geen dag beklaagd heb.

     Akkoord, door personeelsgebrek is de verlofsituatie momenteel verre van optimaal. En ja, je komt als treinbegeleider vaak in contact met mensen die zich onbeschoft of soms zelfs agressief opstellen. Maar toch zijn de meeste van mijn collega’s zeer gedreven mensen die hun beroep met passie, plezier en fierheid uitoefenen. Niet verbazend, want er zijn dan ook tal van voordelen aan ons beroep verbonden.

    Eentonigheid kennen we niet als treinbegeleider, geen twee dagen zijn hetzelfde. Elke dag weer kom je met andere reizigers en collega’s in contact, meestal op een positieve manier. Er ontstaan dan ook regelmatig hechte vriendschapsbanden, zowel met collega’s als met regelmatige reizigers.

    Je voert daarbij een job uit met veel verantwoordelijkheid. Samen met de machinist ben je immers baas in eigen trein, en ben je mee verantwoordelijk voor de veiligheid aan boord. Vaak moet je dan ook nog eens probleemoplossend en klantgericht denken omdat lang niet alle situaties beschreven staan in de reglementering.

    De wisselende uren, gecombineerd met zeer vroege en/of zeer late diensten zijn soms zwaar, maar brengen ook veel voordelen met zich mee. Ik doe boodschappen in een bijna lege supermarkt, en kan meestal de kinderen naar school doen of gaan halen. Je wordt zelden of nooit geconfronteerd met files of verkeersdrukte, en na verloop van tijd kun je meestal terecht in een depot dicht bij je woonplaats. Vaak ben je ook gewoon in de week één of meerdere dagen thuis.

    Treinbegeleiders worden, zeker gezien het vereiste opleidingsniveau om aan de toelatingsproeven te mogen deelnemen, op een zeer correcte manier verloond voor hun werk. Met enkele jaren anciënniteit zal je, premies inbegrepen, zelden of nooit minder dan 2000€ netto per maand verdienen. Je wedde is daarenboven gekoppeld aan een barema, waardoor je in de loop van je loopbaan op regelmatige tijdstippen meer zult gaan verdienen. Een garantie die je niet bij veel werkgevers hebt.

    Tenslotte geniet je als personeelslid van de NMBS over aanzienlijke verkeersvoordelen. Je krijgt zelf een vrijkaart waarmee je gratis de trein kan nemen doorheen de Benelux. Voor je gezinsleden krijg je coupons waarmee ze hetzelfde kunnen doen, in eerste klasse. Op tal van andere Europese spoornetten krijg je aanzienlijke kortingen, of zelfs vrijbiljetten.

    Er wordt momenteel een doorgedreven aanwervingscampagne gevoerd die het personeelstekort hopelijk binnen niet al te lange termijn oplost. Dat is echter maar de helft van het verhaal. OVS ijvert nu voor een garantie op verlof, die meer zekerheid geeft en de job voor mij en mijn collega’s nog aantrekkelijker zal maken. Kortom, ambieer je een carrièreswitch, wil je werken als treinbegeleider, laat je dan niet teveel afschrikken door de negatieve berichtgeving, en zet de stap!”

  • Stakingsaanzegging personeelstekorten treinbegeleiding.

    Stakingsaanzegging personeelstekorten treinbegeleiding.

    Op 03/07/2019 activeerde de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel de alarmbelprocedure met betrekking tot de problematische verlofsituatie van het treinbegeleidingspersoneel en de sterk verhoogde psychosociale belasting die hieruit voortvloeit.

    Op de verzoeningsgesprekken die hierop volgden werd geen consensus bereikt over de te nemen maatregelen om aan deze problematiek te verhelpen. De directie wil zich enkel engageren tot een doorgedreven aanwervingscampagne, de maximale inzet van omkadering en instructie op de treinen, en de belofte dat er bij het opstellen van een toekomstig vervoersplan rekening zou worden gehouden met het beschikbare kader.

    Voor de OVS gaan deze engagementen niet ver genoeg. De problematiek is al lang en genoegzaam bekend en vereist onmiddellijke maatregelen, geen engagementen, geen studies, geen verdere besprekingen in comités.

    De OVS eist enerzijds onmiddellijke ingrepen die de psychosociale belasting doen afnemen, en anderzijds dat de nodige garanties gegeven worden dat in de toekomst, ongeacht de omstandigheden, in elke treinbegeleidingsdepot gegarandeerd aan minstens 15 procent van het voorziene kader gelijktijdig verlof kan worden toegekend.

    Aangezien de directie niet aan deze eisen wou tegemoetkomen, heeft de OVS een stakingsaanzegging neergelegd voor alle treinbegeleiders, hun omkadering en hun instructie. Deze aanzegging dekt de periode van 27/07/2019 03u00 tot 28/07/2019 03u00, en is de eerste stap in een actieplan dat verdere actiedagen omvat.

    De bal ligt nu in het kamp van de directie. Wij staan klaar om onze verantwoordelijkheid te nemen, maar hopen nog steeds dat een doorbraak kan worden geforceerd die de actie overbodig maakt.

  • Personeelstekort Treinbegeleiding, OVS start alarmbelprocedure

    Personeelstekort Treinbegeleiding, OVS start alarmbelprocedure

    Aan De Heer P. Hautekiet
    Frankrijkstraat 85 
    1060 Brussel 

    Mevrouw S. Dutordoir
    Atriumgebouw
    Hallepoortlaan 40
    1060 Brussel

    PER AANGETEKENDE EN GEWONE POST

    Betreft: Activatie alarmbelprocedure

    Brussel, 03 juli 2019

    Mijnheer de algemeen directeur,

    Mevrouw de CEO,

    Al geruime tijd kampt het treinbegeleidingskader met aanzienlijke personeelstekorten. Dit resulteert in een sterk verhoogde psychosociale belasting en een dramatische verlofsituatie.

    Het is voor het treinbegeleidingspersoneel momenteel nagenoeg onmogelijk om verlof te krijgen. Bovendien is er vaak pas daags voordien zekerheid of een gevraagde verlofdag al dan niet wordt toegekend, wat plannen of afspraken maken onmogelijk maakt, en worden regelmatig reeds toegekende dagen ingetrokken. Op de wettelijk gewaarborgde vormen van loopbaanonderbreking zoals ouderschaps- of zorgverlof na, is deeltijds werken quasi onmogelijk.

    Eén en ander leidt tot problematische thuissituaties, een verhoogd ziekteverzuim en burn-outs, waardoor de druk op het overblijvend personeel nog verder toeneemt. Veel treinbegeleiders verlaten dan ook het bedrijf, of overwegen dit te doen.

    De verlof- en aanwervingsproblematiek werd bij tal van gelegenheden en op diverse niveaus aangekaart, inbegrepen maar niet beperkt tot regelmatige interventies in de CPBW’s en GPC’s van verschillende districten en gewesten, een schrijven gericht aan CEO mevr. Dutordoir dd. 28 augustus 2018 en het spoedoverleg dat op 19 juni 2019 in district NW werd georganiseerd naar aanleiding van de commotie omtrent de extra treinen die ingelegd worden naar diverse evenementen.

    Op 16 mei 2019 trok een delegatie treinbegeleiders en verkozen militanten uit de CPBW’s en GPC’s naar Brussel om persoonlijk hun grieven aan de directie kenbaar te maken. Ze werden niet ontvangen, maar opgewacht door veiligheidsagenten van Securail.

    Gezien het groeiend ongenoegen bij het personeel over deze situatie en het klaarblijkelijk onvermogen van de directie om een passend antwoord te bieden op deze problematiek, verzoeken we u krachtens de bepalingen van ARPS Bundel 548, Deel VI Hoofdstuk X, art. 176, de alarmbelprocedure in werking te laten treden.

    In afwachting van een persoonlijk onderhoud over deze kwestie, tekenen we met de meeste hoogachting.

    Hoogachtend,

    Voor OVS

  • Tussenkomst OVS inzake overgangsmaatregel “Bachelor naar Eerste Treinbegeleider”

    Tussenkomst OVS inzake overgangsmaatregel “Bachelor naar Eerste Treinbegeleider”

    De OVS kwam tussen op directieniveau naar aanleiding van verschillende klachten en bedenkingen van onze leden over het overgangsexamen Eerste Treinbegeleider voor houders van een bachelordiploma.

    “Brussel, 5 juli 2019

    Geachte heer Kerckaert,

    Geachte heer De Block,

    Sedert enige tijd worden houders van een bachelordiploma onmiddellijk als eerste treinbegeleider aangeworven. Voor de huidige treinbegeleiders in het bezit van een bachelordiploma werd voorzien in een overgangsmaatregel die toeliet om na een interne proef eveneens de rang van eerste treinbegeleider te bekomen. Hoewel deze proef werd voorgesteld als een louter formaliteit, enkel met het oog op het normaliseren van de nieuwe toestand die ontstaan is door het rechtstreeks aanwerven van eerste treinbegeleiders, vernemen wij toch dat verschillende personen niet geslaagd blijken voor deze proef.

    Eén en ander werpt de nodige vragen op, aangezien het hier vaak collega’s met een jarenlange staat van dienst betreft die ongeacht hun ervaring, vanuit het oogpunt van de NMBS, geen aanspraak kunnen maken op de hogere rang die nieuw aangeworven personeelsleden onmiddellijk in de schoot geworpen krijgen. Daarenboven werd op geen enkel ogenblik een te kennen curriculum of parameters waaraan de kandidaten dienen te voldoen om te slagen gecommuniceerd, zodat zeker de eerste deelnemers totaal onvoorbereid aan de proef moesten deelnemen.

    Tevens werden wij op de hoogte gesteld van een aantal misstanden, zoals een treinbegeleider die twee dagen voor zijn proef te horen krijgt dat hij niet kan deelnemen omdat zijn buitenlands bachelordiploma eerst in België gehomologeerd dient te worden, of collega’s die zich omwille van afwezigheid niet tijdig voor de proef konden aanmelden. Ook laat de huidige regeling, met slechts een éénmalige proef, niet toe dat personeelsleden die in de toekomst een bachelordiploma behalen, bijvoorbeeld in avond- of thuisonderwijs, op deze basis de graad van eerste treinbegeleider kunnen bekomen.

    Het spreekt voor zich dat deze situatie van verschillende verloningen voor hetzelfde werk, enkel gebaseerd op een diploma en niet op anciënniteit of relevante ervaring, gecombineerd met een vermoeden van een zekere willekeur omtrent het al dan niet slagen voor voornoemde proef, voor heel wat wrevel en onbegrip zorgt op de werkvloer.

    Enerzijds blijkt deze maatregel slechts een zeer beperkt aantal nieuwe kandidaat-treinbegeleiders op te leveren. Anderzijds vrezen we dat de ontevredenheid erover, en de manier waarop deze werd geïmplementeerd, voor veel treinbegeleiders de spreekwoordelijke druppel in de reeds overvolle emmer vormt en aanleiding zou kunnen zijn om andere professionele oorden op te zoeken. Hierdoor zou het ons niet verbazen dat het uiteindelijke resultaat van deze maatregel op het treinbegeleidingskader negatief zou kunnen blijken.

    Wij dringen dan ook aan op enige reflectie hieromtrent, en pleiten er ook voor om de graad van eerste treinbegeleider makkelijker toegankelijk te maken voor het huidig kader, ongeacht het opleidingsniveau.

    Hoogachtend, “

  • Extra festivaltreinen: met welk personeel?

    Extra festivaltreinen: met welk personeel?

    Gisteren kondigde de NMBS aan dit jaar niet minder dan 76 extra treinen in te leggen naar de zomerfestivals. Speciaal hiervoor wordt zelfs een treinstel in een nieuw jasje gestoken. Wat het persbericht niet vermelde, was welk personeel deze treinen, samen met alle andere extra treinen die deze zomer gewoontegetrouw naar de kust en andere evenementen zullen worden ingelegd, zal moeten verzekeren.

    Zowat alle operationele diensten binnen de NMBS worden getroffen door personeelstekorten, maar vooral de treinbegeleiders staat het water tot aan de lippen. Vrije dagen worden maar mondjesmaat toegekend, en vaak weet men pas daags voordien of een vrije dag werd goedgekeurd, of een reeds goedgekeurde dag niet werd ingetrokken. Plannen maken is dus onmogelijk. Op de gewaarborgde vormen van loopbaanonderbreking zoals ouderschaps- of zorgverlof na is het nagenoeg onmogelijk om deeltijds te werken.

    Eén en ander leidt vanzelfsprekend tot problematische thuissituaties, een verhoogd ziekteverzuim en burn-outs, waardoor de druk op het overblijvend personeel verder toeneemt en de neerwaartse spiraal nog sneller gaat draaien. Meer en meer treinbegeleiders verlaten het bedrijf, of overwegen dit sterk.

    Deze situatie werd reeds meermaals aangekaart op alle niveaus, maar de directie lijkt doof voor de alarmsignalen. Dat net op een moment dat het huidige personeelskader nog nauwelijks volstaat voor het verzekeren van het reguliere treinaanbod een groot aantal extra treinen naar festivals worden aangekondigd, is een kaakslag voor het personeel dat hierdoor wellicht deze zomer nauwelijks thuis zal zijn en zelf amper kans heeft om naar deze festivals te trekken.

    De NMBS speelt als publieke dienstverlener een sleutelrol in het streven naar een duurzame mobiliteit, en het inleggen van extra treinen kadert dan ook perfect in de maatschappelijke rol van de spoorwegmaatschappij. Het is echter onaanvaardbaar dat dit gaat ten koste van de rechten van het NMBS-personeel. Het aantal vervoerde reizigers is op grofweg vijftien jaar met de helft gestegen, terwijl het personeelsbestand met een kwart is ingekrompen.

    Alle beloften ten spijt lijkt het erop dat ook dit jaar het aantal voorziene aanwervingen niet gehaald zal worden. De Onafhankelijke Vakbond voor het Spoorpersoneel zal dan ook de personeelstekorten op alle niveaus blijven aanvechten, en sluit in de toekomst hardere acties niet uit.

  • Herwaardering treinbestuurders: Stand van zaken?

    Herwaardering treinbestuurders: Stand van zaken?

    Juli vorig jaar werd besloten tot een herwaardering van het besturingspersoneel. De omstandigheden waaronder deze ‘herwaardering’ tot stand kwam, zijn ondertussen welbekend.

    De productiviteitsverhogende maatregelen die de directie vooropstelde als voorwaarde voor de ‘herwaardering’ vonden onmiddellijk ingang, maar wat betreft de humanisering van het werk en de maatregelen op kwalitatief vlak werden niet meer dan enkele engagementen uitgesproken.

    Ondanks het principe-akkoord hieromtrent met de directie, kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat deze engagementen op de lange baan geschoven worden. We vroegen dhr. Windmolders, general manager, om een gedetailleerde stand van zaken.

    Mijnheer de general manager,

    Medio vorig jaar werd op de Nationale Paritaire Commissie besloten tot een herwaardering van het besturingspersoneel. De modaliteiten van deze herwaardering werden naar het betrokken personeel gecommuniceerd in orderboekbericht OB5-18009-B-TR.

    Deze ‘herwaardering’ werd -en wordt nog steeds- niet gepercipieerd als een herwaardering door een grote meerderheid van het besturingspersoneel. Veel bestuurders stellen dat het financiële luik bitter weinig voorstelt voor hen, en dat er van alle maatregelen met betrekking tot het kwalitatieve luik tot nu toe weinig in huis is gekomen.

    Om een stand van zaken te kunnen opmaken, hadden we u graag volgende vragen voorgelegd:

    Met betrekking tot de financiële maatregelen:

    • De tabel onder punt 6.6.1 van OB5-18009-B-TR visualiseert het maandelijks verschil in premie tussen het oude en het nieuwe premiesysteem voor het besturingskader. Werd bij deze rekenoefening rekening gehouden met de effectieve lijn- en materiaalkennis van elke bestuurder, of werd uitgegaan van de standaardkennis van de reeks waarin een bestuurder zich bevond?
    • De treinbestuurders die met het nieuwe premiesysteem minder productiviteitspremies zouden ontvangen, blijven het uurbedrag van voor juni 2018 behouden zolang ze niet van reeks veranderen. Hoeveel bestuurders vallen momenteel onder deze uitzonderingsregeling?

    Alsook, bericht 82 H-HR 2018 omtrent de productiviteitspremies van het besturingssysteem legt onder punt 3. Vast dat dit gewaarborgd uurbedrag niet zal worden geïndexeerd. Het op de Nationale Paritaire Commissie goedgekeurd document dat besproken wordt in OB5-18009-B-TR maakt op geen enkele manier gewag van deze niet-indexering, die voor het getroffen personeel een extra financieel verlies betekent. Op welke basis werd besloten tot deze niet-indexatie?

    • Er werd de treinbestuurders een premie voor eco-driving onder de vorm van ecocheques voorgehouden. Wat is de status van dit programma, dat onder meer de installatie van verbruiksmeters op verschillende materiaaltypes veronderstelt? Vanaf wanneer zal het besturingspersoneel ecocheques ontvangen, en met welke nominale waarde?

    Met betrekking tot de maatregelen op kwalitatief vlak:

    • Welke bestuurdersdepots werden reeds gerenoveerd en/of voorzien van een eigentijdse uitrusting? Welke depots zullen nog worden aangepakt, en op welke termijn?
    • Werd er reeds een nieuw raamcontract afgesloten m.b.t. de levering van degelijke trolleys en rugzakken? Zo ja, met welke firma, en welke modellen trolley of rugzak zullen kunnen worden besteld?
    • Werd er reeds een raamcontract afgesloten m.b.t. de levering van parka’s? Zo ja, wanneer zal dit raamcontract in werking treden? Welk model parka zal besteld kunnen worden en hoeveel zal de persoonlijke bijdrage hiervoor bedragen?
    • Men is op dit ogenblik volop bezig met het uitrollen van tablets naar de treinbestuurders. Technisch is het toestel een stap vooruit ten opzichte van de IDA, maar softwarematig is er op dit ogenblik weinig tot geen toegevoegde waarde. Welke applicaties die voor de treinbestuurder een meerwaarde zullen vormen bij de uitvoering van het werk zijn in ontwikkeling, en wanneer zullen deze worden uitgerold?

    Met betrekking tot het engagement van de NMBS met betrekking tot toekomstige evoluties:

    • Hoewel OB5-18009-B-TR stelt dat we de eerste resultaten aangaande de transitie van een driejaarlijkse ondervraging naar een systeem van permanente evaluatie mogen verwachten voor 1 oktober 2018, hebben we geen weet van concrete maatregelen die in deze context werden genomen. Welke concrete maatregelen mogen we op dit gebied verwachten, en op welke termijn?
    • Er zou worden voorzien in preventieve maatregelen om te vermijden dat treinbestuurders medisch of professioneel ongeschikt worden, zoals 4/5e en aangepaste dienstroosters en het inzetten van oudere bestuurders in functie van een maximale kennisoverdracht aan minder ervaren bestuurders. Een eerste resultaat van de werkgroep mocht verwacht worden vóór december 2018. Tot welke concrete resultaten heeft deze werkgroep tot op heden geleid?
    • Welke stappen werden reeds ondernomen m.b.t. de vereenvoudiging en/of leesbaarheid van de reglementering? De wijzigingen aan de HLT die sinds de herwaardering werden doorgevoerd, waren helaas een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet.

    Alsook, werd reeds een zogenaamd ‘dreamteam’ opgericht uit gespecialiseerd instructiepersoneel en gewone treinbestuurders? Zo ja, met welke frequentie komt dit dreamteam samen, welke aanbevelingen werden reeds geformuleerd en op basis van welke criteria werden de leden van dit team -zowel instructie als treinbestuurders- geselecteerd?

    • Aangaande de evolutie van een straffende naar een lerende cultuur, merken we dat sommige leidinggevenden een zekere mate van creativiteit aan de dag leggen bij de interpretatie van bundels en soms obscure berichten om te kunnen sanctioneren zonder terug te moeten vallen op boetes of het tuchtreglement. Deze evolutie gaat naar onze mening volledig tegen de geest van de herwaardering in.

    Voor verdere toelichting staan wij steeds ter uwer beschikking.

    In afwachting van uw reactie, verblijven wij.

    Hoogachtend,

  • Einde van de naambadge

    Einde van de naambadge

    Afgelopen jaar was er heel wat te doen omtrent de naambadges die onder meer treinbegeleiders zouden moeten dragen om zich kenbaar te maken bij het uitschrijven van administratieve sancties. Wij hebben dit meteen aangekaart aangezien aan de hand van de gegevens op deze badge vaak eenvoudig de volledige identiteit en zelfs het adres van een sanctionerende ambtenaar te achterhalen valt, waardoor het risico op agressie zich uitbreidt naar de privésfeer.

    Via een spoedprocedure in de kamer zal de bewuste wet gewijzigd worden in de zin dat een vaststellende ambtenaar niet meer bij naam identificeerbaar moet zijn. Het spreekt voor zich dat we deze ontwikkeling enkel maar kunnen toejuichen. We hebben sinds de nu geviseerde wet in voege getreden is, immers melding gekregen van verschillende incidenten waarbij bedreigingen en beledigingen werden geuit tegen het treinbegeleidingspersoneel via de sociale media.

    We hebben al verschillende bonden de pluimen voor deze evolutie in dit dossier op hun hoed zien steken. De OVS weigert mee te doen aan dit opbod. Zowat alle vakorganisaties die de betrokken personeelscategorieën vertegenwoordigen, zijn in dit dossier op verschillende manieren en op verschillende niveau’s bij diverse instanties tussengekomen, en we nemen aan dat ook de NMBS zelf haar gewicht achter dit dossier gegooid heeft. We nemen dan ook aan dat de gezamenlijke inspanning heeft geleid tot het beoogde resultaat, en nemen dit dossier als voorbeeld van wat bereikt kan worden als alle vakorganisaties zouden samenwerken in plaats van zich keer op keer tegen elkaar te laten uitspelen door directie en regering.