Auteur: OVS-SIC

  • Spoorstaking: waarom we strijden

    Spoorstaking: waarom we strijden

    De staking in de spoorwegsector roept veel vragen en emoties op. Misschien vraagt u zich af waarom spoorwegarbeiders eerder met pensioen mogen gaan, terwijl anderen langer moeten werken. Misschien stoort het u dat treinen uitvallen en uw dagelijkse routine verstoord wordt.

    Wij begrijpen die frustratie, daarom is het belangrijk te begrijpen dat deze strijd niet alleen over ons gaat. Het is een strijd voor iedereen die een zwaar beroep uitoefent, voor eerlijke arbeidsomstandigheden en voor een toekomst waarin werken geen race tegen de uitputting is.

    In deze brief willen we misverstanden rechtzetten en de ware redenen van deze staking uitleggen. De hoeveelheid halve waarheden en misinformatie die door politici, de pers en zogenaamde experts wordt verspreid, is werkelijk hallucinant.

    Enkel de kleine bonden?

    De negendaagse staking werd aanvankelijk afgedaan als een actie van twee kleine bonden met nauwelijks leden. De impact werd zelfs geminimaliseerd.

    Toch bleek die impact gigantisch. OVS en ASTB hebben immers een sterke vertegenwoordiging onder de operationele beroepen binnen de NMBS—de mensen die de treinen doen rijden.Bovendien hadden ook collega’s die bij een andere vakbond zijn aangesloten of niet gesyndiceerd zijn, het recht om mee te staken.

    Ondanks het feit dat andere bonden meestal geen stakingsvergoeding uitbetalen, sloten hun leden zich massaal aan bij de actie.De onvrede bij het personeel is dan ook enorm. Alle personeelsleden worden geraakt door de maatregelen, en in het bijzonder zij die bij Infrabel of de NMBS een zwaar beroep uitoefenen.

    De impact op de reiziger: een uitgeholde dienstverlening en duurdere tickets

    We beseffen maar al te goed dat de reizigers ook het slachtoffer zijn van onze acties. Dit doet ons pijn, want we zetten ons dagelijks in om hen op tijd en vooral veilig te vervoeren.

    Het is u de laatste jaren wellicht opgevallen dat steeds vaker treinen worden afgeschaft, rijden in kortere samenstellingen dan gebruikelijk, of niet doorrijden tot hun eindstation om vertraging in te halen. Stationsgebouwen verloederen en de loketten worden gesloten. Personeel dat de reiziger kan bijstaan, is vrijwel nergens nog aanwezig. Allemaal een rechtstreeks gevolg van jarenlange structurele onderfinanciering en besparingen.

    In plaats van voluit te investeren in de spoorwegen als een ecologische en betrouwbare mobiliteitsvorm, wil deze regering volgende legislatuur opnieuw honderden miljoenen besparen, met zelfs voorgestelde sluitingen van haltes. Het directe slachtoffer hiervan is alweer de reiziger.

    De regering lijkt Zwitserland als voorbeeld te nemen voor de organisatie van het spoor, maar vergeet te vermelden dat Zwitserland per capita een veelvoud meer uitgeeft aan de spoorwegen dan ons land.

    Deze handelswijze past binnen de drang van bepaalde politieke strekkingen om het openbaar vervoer te liberaliseren. Draai de geldkraan dicht zodat de dienstverlening erop achteruitgaat en er een draagvlak ontstaat voor een liberalisering waardoor ook andere spelers actief kunnen zijn op de markt. In de buurlanden zien we echter dat dit steevast leidt tot een nog slechtere dienstverlening en duurdere tickets. In het Verenigd Koninkrijk wordt deze liberalisering nu zelfs teruggedraaid.

    Het doel van een openbare dienst is niet om winst te maken, of zelfs maar kostendekkend te zijn. De echte meerwaarde ligt in het feit dat mensen stipt en betaalbaar op hun bestemming geraken, dat er minder auto’s en vrachtwagens op de weg zijn, dat de luchtkwaliteit verbetert…

    De misleiding door de politiek

    We worden beschuldigd van het direct inzetten van grof geschut en van een gebrek aan overleg. Dit is een flagrante leugen. Al tijdens de regeringsvorming trokken we aan de alarmbel en waarschuwden we voor de desastreuze gevolgen van de besparingsplannen en zochten we contact met alle politieke partijen. Een deel van de oppositie luisterde, maar de regeringspartijen zwegen.

    Nu beweert -we hebben nog geen uitnodiging ontvangen- minister Crucke dat hij de dialoog wil aangaan, maar zijn bevoegdheden zijn beperkt. Voor pensioenen moeten we bij minister Jambon zijn, die liever sneren uitdeelt via sociale media (“negen dagen staking maakt geen indruk op mij”) dan een serieus gesprek aan te gaan. Minister Clarnival, verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden, hult zich in absoluut stilzwijgen.

    Hoe kunnen we onderhandelen als de juiste mensen weigeren met ons in gesprek te gaan? Onmiddellijk na het bereiken van een regeerakkoord werd gecommuniceerd dat hier niets meer aan zou veranderen. Hoe kan er dan sprake zijn van zinvol overleg? Wij zijn ervan overtuigd dat het de verantwoordelijkheid van de regering is om een kader te scheppen waarin sociaal overleg wél mogelijk is, juist om acties met een verlammende impact op het land te voorkomen. Wanneer de overheid reeds op voorhand zelf elke brug opblaast, kan men moeilijk de vakbonden verwijten dat ze geen bruggen bouwen.

    Vergelijking met het buitenland

    Er wordt vaak gewezen naar het buitenland, bijvoorbeeld naar Nederland en Duitsland, met de vraag waarom spoorwegarbeiders daar tot 67 jaar werken. Maar dit is een halve waarheid.

    In Nederland werken machinisten langer, maar hun pensioen is quasi gelijk aan hun laatste loon. Naar het einde van hun loopbaan toe wordt ook meer rekening gehouden met hun arbeidsomstandigheden: minder extreme werktijden, gegarandeerde pauzes en extra rustdagen. Vanaf een zekere leeftijd kunnen ze deeltijds werken met volledig behoud van loon.

    Binnen de NMBS is er geen enkel budget om oudere werknemers een minder zwaar werkregime te geven. Specifieke eindeloopbaanregelingen zijn onbestaande. De enige optie zou zijn om jonge werknemers alle zware diensten te laten doen, maar dat is ook niet werkbaar op lange termijn. Het kan niet de bedoeling zijn dat de werklast voor jongere collega’s nog groter wordt, enkel en alleen om de oudere te ontlasten. De gevolgen hiervan zullen zich al snel uiten in burn-outs, fysieke overbelasting en gezondheidsproblemen.

    Duitsland bevindt zich dan weer aan de andere kant van het spectrum. Spoorwegpersoneel wordt er haast letterlijk uitgeperst waardoor velen voortijdig afhaken. Dit is niet het model dat wij voor de Belgische spoorwegen willen.

    Waarom mogen spoorwegarbeiders vroeger met pensioen?

    Een veelgestelde vraag is waarom spoorwegarbeiders eerder met pensioen mogen, terwijl anderen tot 67 jaar moeten werken. Dit is een legitieme vraag, maar het antwoord is complexer dan vaak wordt voorgesteld.

    De politiek richt haar pijlen vaak op de regeling van het pensioen op 55 jaar, zonder de bredere context te belichten. Bewust, want ze weten dat het aspect van het pensioen op 55 maar weinig maatschappelijke bijval kent, en door deze polarisatie wordt de aandacht afgeleid van wat er werkelijk gaande is in de spoorwegsector.

    De waarheid is dat wij niet anders zijn dan andere werkenden. We vechten niet voor onszelf, maar voor iedereen die een fysiek slopend beroep uitoefent en de gevolgen daarvan moet dragen. Het is bewezen dat werknemers in dergelijke beroepen een lagere levensverwachting hebben, wat het fundamenteel oneerlijk maakt om hen te vergelijken met bankdirecteurs, consultants of politici die zich geen zorgen hoeven te maken over zware werkomstandigheden.

    Het is belangrijk te benadrukken dat deze regeling uitsluitend geldt voor rijdend personeel met minimaal 30 jaar dienst. Dit maakt het een symbolisch dossier binnen een veel bredere en complexere discussie. In 2023 maakten slechts zeven NMBS-medewerkers gebruik van deze mogelijkheid, in de jaren daarvoor respectievelijk acht, vier en één. In totaal ging het om slechts 20 pensioneringen op 55 jaar, tegenover 4.724 totale pensioneringen in dezelfde periode. Bovendien werden deze werknemers financieel benadeeld, aangezien 30 jaar in rollende dienst niet volstaat om een volledig pensioen op te bouwen. De realiteit is dat de overgrote meerderheid van het rijdend personeel pas met minstens 60 jaar met pensioen gaat, volledig in lijn met de rest van de bevolking.

    Wat vaak vergeten wordt (of bewust verzwegen?), is dat de NMBS tot 2005 een eigen pensioenkas had, opgebouwd uit bijdragen van het personeel. Ook nu nog betaalt het NMBS-personeel extra pensioensbijdragen. Deze pensioenkas werd door de overheid overgenomen om de begroting in evenwicht te krijgen. In ruil daarvoor beloofde de regering dat de pensioenrechten van het personeel gegarandeerd zouden blijven. Deze belofte wordt echter niet nagekomen. In werkelijkheid blijkt deze overname van het pensioenfonds van de NMBS dus niet minder dan een regelrechte confiscatie, zonder dat daar volgens de huidige regering iets tegenover moet staan.


    De begroting en de mythe van de vergrijzing

    Het argument dat iedereen langer moet werken om de begroting te redden, houdt geen stand. Mensen leven gemiddeld langer, maar dat betekent niet dat arbeiders na een zware carrière gezond en wel 90 jaar worden. Studies tonen aan dat zij niet alleen korter leven, maar ook vaker hun laatste jaren in slechte gezondheid doorbrengen. Waarom worden consultants, parlementsleden en bankdirecteurs over één kam geschoren met mensen in zware beroepen, terwijl de eerste groep veel meer kans heeft om in goede gezondheid oud te worden?

    De echte oorzaken van de begrotingsproblemen liggen elders: financiële crisissen, belastingvoordelen voor grote bedrijven en belastingontwijking door de allerrijksten. Tegelijkertijd bezuinigt de overheid op essentiële diensten zoals openbaar vervoer, zorg en sociale zekerheid.Waarom moeten werkende mensen steeds opdraaien voor de tekorten, terwijl de grootste vermogens worden ontzien? Als er een begrotingscrisis is, waarom wordt de oplossing dan altijd bij hen gezocht?

    Lonen onder druk door verdere flexibilisering

    De regering wil nacht- en weekendwerk verder flexibiliseren. Het spoorwegpersoneel is nu al ultraflexibel en werkt vaak ’s nachts en in de weekends. Een aanzienlijk deel van hun inkomen bestaat dan ook uit premies voor deze onregelmatige uren. Door deze hervormingen dreigt een fikse loonsvermindering, terwijl de werkdruk alleen maar toeneemt.

    Afschaffing van HR Rail: verlies van solidariteit en bescherming

    Daarnaast wil men de juridische werkgever HR Rail ontbinden. Dit zou niet alleen het einde betekenen van het eengemaakte statuut van alle spoorwegarbeiders, maar ook van onze kas voor geneeskundige verzorging. Deze kas biedt vaak betere voorwaarden dan traditionele mutualiteiten en wordt volledig gedragen door bijdragen van het personeel zelf. Het is een sterk voorbeeld van solidariteit binnen de sector, maar dreigt nu te verdwijnen.

    Dit wordt voorgesteld als een besparing, maar dat is twijfelachtig. De diensten van HR Rail moeten worden overgeheveld naar nieuwe entiteiten, die op hun beurt eigen directeurs en managers zullen aanstellen.

    Het werkelijke doel is echter duidelijk: het spoorwegpersoneel is zowat de enige groep die door acties nog landelijke impact kan hebben. En dat is een macht die politiek niet graag in de handen ziet van vakbonden. Het opheffen van HR Rail en het eengemaakte statuut, splitst de groep spoorwegpersoneel op in kleinere groepen die moeilijker kunnen opkomen voor hun rechten.

    Beperking van syndicale inspraak

    Ook de inspraak van vakbonden komt in gevaar. In de Nationale Paritaire Commissie wil men de huidige tweederdemeerderheid voor beslissingen verlagen naar een gewone meerderheid. Dit betekent dat de directie eenzijdig beslissingen kan doordrukken zonder echte inspraak van de vakbonden. In plaats van sociaal overleg wordt de dialoog dan gereduceerd tot een formaliteit.

    Nieuwe pensioenberekening: een verborgen besparing

    Daarnaast wil de regering de manier waarop pensioenen berekend worden, fundamenteel wijzigen. Waar het pensioenbedrag nu gebaseerd is op het loon van de laatste tien jaar, zou dit voortaan over de volledige loopbaan berekend worden. Aangezien werknemers in het begin van hun carrière doorgaans aanzienlijk minder verdienen dan op latere leeftijd, leidt deze maatregel onvermijdelijk tot een forse daling van het pensioenbedrag. Dit is niets minder dan een verdoken besparing op kap van de werknemers, die na een lange loopbaan recht hebben op een eerlijk pensioen.

    Waarom geen betaalstaking? 

    Heel eenvoudig, omdat de wet dit niet toelaat. Staken is een recht, de producten of diensten van je werkgever gratis weggeven niet.

    Bovendien zou dit de mogelijkheid tot staken beperken tot het personeel dat tussenkomt in de verkoop of controle van de vervoersbewijzen.

    En wie garandeert dat de treinbegeleider die jou moet controleren deelneemt aan de betaalstaking? Staken is immers een recht, geen plicht. Dus als reiziger loop je op zulke dagen ook nog kans op een fikse boete!

    Waarom deze staking belangrijk is

    Deze staking is geen kwestie van onwil om te werken. Dit is een noodzakelijke reactie op een allesomvattende aanval op de Belgische spoorwegen en haar werknemers. Onze arbeidsomstandigheden en lonen worden onder druk gezet, onze pensioenleeftijd wordt verhoogd en onze pensioenbedragen verlaagd. De syndicale inspraak wordt uitgehold en ook de reizigers worden niet gespaard: verdere besparingen zullen de dienstverlening nog verder verslechteren.

    Dit is geen geïsoleerde strijd van het spoorwegpersoneel. Dit is een aanval op de rechten van álle werknemers in België. Werk mag geen uitputtingsslag zijn. Wij vragen geen gunsten, wij eisen rechtvaardigheid.

    Iedereen die een toekomst verdient waarin arbeid niet ten koste gaat van gezondheid en welzijn, roepen wij op om samen met ons in verzet te komen.

  • Reactie OVS op “Elke seconde telt!”

    Reactie OVS op “Elke seconde telt!”

    25 juni ontving een groot deel van het personeel een mail van dhr. Carliez, Director Transport Operations, waarin gesteld wordt dat het personeel een grote impact kan hebben op de stiptheidscijfers door 23 seconden te winnen bij elke trein in vertraging.

    Verschillende collega’s contacteerden ons omdat ze deze mail bijzonder ongepast vonden. De OVS deelt deze mening, en kwam hieromtrent tussen bij dhr. Carliez. De oorzaken van vertraging zijn immers genoegzaam bekend, en de enkele seconden die nu gevraagd worden van het treinpersoneel staan in schril contrast met de minuten en uren aan vertraging als rechtstreeks gevolg van beslissingen door management en politiek. Het moraliserende vingertje wijst dus in de verkeerde richting en kan niet nog misplaatster zijn.

    We kwamen hiervoor tussen bij dhr. Carliez.


    Aan de heer Carliez, Director Transport Operations NMBS

    Afschrift aan Mevrouw Dutordoir, CEO NMBS

     

    Brussel, 30 juni 2024

    Betreft: uw schrijven aan het personeel dd. 25 juni m.b.t. vertragingen.

     

     

    Geachte heer Carliez,

     

    We hebben kennis genomen van de mail waarin u aangeeft dat de directie met spijt vaststelt dat zowel de stiptheid als de klanttevredenheid aanzienlijk zijn gedaald en dat daarom binnenkort een sensibiliseringscampagne met als slogan “Elke seconde telt!” van start gaat.

    Deze mail roept herinneringen op aan de befaamde brief waarin dhr. Cornu na zijn aanstelling als CEO van de NMBS het boordpersoneel betichtte van het veroorzaken van vertraging door een gebrek aan discipline.

    Net als destijds blijkt de juiste verwoording van onze verontwaardiging een moeilijk evenwicht tussen woede, frustratie, cynisme en het verzamelen van feiten en onafhankelijke getuigenissen.

    Na eerdere initiatieven zoals bordpapieren superhelden, stickers met complimenten, sterren op de vloer en de recente campagne met plaktattoo’s, zien we deze mail en bijhorende campagne als wederom een bewijs van de dissociatie van de directie met de realiteit van wat er zich in stations en op treinen afspeelt. De oorzaken van de erbarmelijke stiptheid en klanttevredenheid zijn immers al lang bekend bij het uitvoerend personeel, zelfs zonder dat daar studies door duurbetaalde consultants aan te pas moesten komen.

    Al jarenlang wordt er op het reeksoverleg door het treinpersoneel op gewezen dat prestaties overvol zitten en dat vertragingen soms nog een hele dienst doorwerken. Voor taken zoals het klaarmaken van materieel of aflossen van collega’s wordt, ondanks een bericht waarin minimale bewerkingstijden zijn vastgelegd, vaak te weinig tijd voorzien. Marges om eventuele vertragingen op te vangen zijn grotendeels wegbezuinigd. Onze opmerkingen dat dit een robuuste dienstregeling in de weg staat, worden steevast weggelachen door de planning.

    Veel problemen en vertragingen zijn direct te herleiden tot niets ontziende bezuinigingen. Permanenties zijn slecht of niet bereikbaar ondanks (of dankzij?) de centralisatie en noodzakelijke informatie bereikt het treinpersoneel vaak niet. Als een treinbegeleider op het verkeerde perron staat omdat hij niet ingelicht werd over een materiaalwissel, leidt dit meestal tot meer dan slechts enkele seconden vertraging.

    In stations is geen personeel meer aanwezig dat reizigers kan kanaliseren, groepen kan faciliteren of het boordpersoneel te ondersteunen bij taken zoals het beëindigen van treinen. Door personeelstekorten bij de technische diensten rijdt veel materieel rond met defecten die de stiptheid beïnvloeden, zoals afgezonderde deuren of motoren die niet gebruikt mogen worden. Maar elke seconde telt!

    De directie slaagt er niet in de toenemende agressie tegen het boordpersoneel aan te pakken. Boordpersoneel staat er vaak alleen voor, zelfs op risicotreinen, zonder adequate ondersteuning.
    Een treinbegeleider die bedreigd of bespuwd wordt, of zijn dienst na een fysieke agressie niet kan verderzetten, hoeveel seconden vertraging mogen we hiervoor in rekening brengen?

    Digitalisering kan helpen bij het bestrijden van vertragingen, mits het boordpersoneel beschikt over snelle, betrouwbare en goed geïntegreerde software en applicaties die op elkaar zijn afgestemd. Helaas is dit niet het geval. We moeten werken met logge software, haperende verbindingen en programma’s die niet met elkaar samenwerken. Een niet al te fraai voorbeeld hiervan is de applicatie voor het doorgeven van konvooikarakteristieken aan de treinbestuurder, waarvan de testperiode nog maar eens verlengd werd zodat nog steeds simultaan een omslachtige papieren procedure gevolgd moet worden. En na jaren aandringen kan een treinbestuurder nog altijd niet gewoon op zijn tablet het telefoonnummer van collega’s aanklikken om deze op te roepen.

    Bij de digitalisering speelt ook Linda een rol. Dit systeem zou de stiptheid verbeteren, maar blijkt in de praktijk vaak juist voor vertraging te zorgen. De communicatie tussen de verschillende componenten hapert regelmatig, waardoor de bestuurder soms minutenlang nodeloos op een vertrektoelating moet wachten terwijl de deuren van het konvooi gesloten zijn en het vertreksein de doorrit toelaat.

    Bovendien zijn veel procedures de afgelopen jaren nodeloos omslachtig geworden. Taken die vroeger in seconden (jawel, seconden…!) geregeld werden -zoals het sluiten van een stopsein- duren nu minuten. Waar een treinbestuurder vroeger volledig op eigen initiatief een gesloten permissief stopsein kon overschrijden, moet hij nu eerst contact opnemen met de blokpost wat nog extra vertraging teweegbrengt. Maar elke seconde telt!

    Tenslotte kunnen we niet nalaten erop te wijzen dat de seconden die nu gezocht worden bij het uitvoerend personeel in schril contrast staan met de duizenden achterstallige rust- en compensatiedagen die door opeenvolgende directies gestolen werden van datzelfde personeel. Dit leidt tot uitgeblust en gedemotiveerd personeel met ontslagen, burn-outs en vaak langdurige ziekte tot gevolg waardoor de druk op het overblijvende medewerkers verhoogt Blijkbaar telt elke seconde niet als het over onze rust gaat.

    Daarnaast zorgen de elkaar snel opvolgende wijzigingen in diensten, met drastisch veranderende begin- en eindtijden, voor grote gevolgen voor het gezins- en sociale leven van het personeel. Elke seconde telt blijkbaar niet voor onze familie en vrienden.

    Waarvoor telt elke seconde dan wel? Voor het behalen van de doelstelling van 90,2 procent vastgelegd in het contract van openbare dienst? Op de weerslag die het niet behalen van deze doelstelling mogelijk zal hebben op de premies van het management en de hiërarchische lijn?

    Vergis u niet, we zijn het volledig eens met de stelling dat elke seconde telt. Echter, de seconden die gewonnen kunnen worden door het uitvoerend personeel staan in schril contrast met de minuten en uren die verloren worden door beslissingen van management en politiek. Het moraliserende vingertje wijst in de verkeerde richting en kan niet nog misplaatster zijn.

    Als u bij gelegenheid enkele seconden de tijd heeft, dan willen we gerust even met u de koppen bij elkaar steken en u enkele ideetjes aan de hand doen die werkelijk impact zullen hebben op de stiptheid. Gratis en voor niets, vanzelfsprekend.

     

    Hoogachtend,

    Voor OVS,

     

    Kevin van Dooren

    Nationaal secretaris

  • Tussenkomst OVS treinbesturingspersoneel TCT Brussel -> risicoanalyse psychosociale belasting correct uitgevoerd?

    Tussenkomst OVS treinbesturingspersoneel TCT Brussel -> risicoanalyse psychosociale belasting correct uitgevoerd?

    Brussel, 21 mei 2024

    Aan de voorzitter van het comité pbw tractie CE NMBS

    Geachte voorzitter,
    Mijnheer VH,

    Graag breng ik uw aandacht op een belangrijk onderwerp dat al enige tijd in het Comité PBW wordt besproken.

    Tijdens hun jaarlijkse medische onderzoeken hebben meerdere treinbestuurders melding gemaakt van verschillende ernstige klachten bij onze externe preventieadviesorgaan, IDEWE. Deze klachten omvatten zaken zoals vermoeidheid, neerslachtigheid en de zwaarte van de job. De recuperatietijd binnen en buiten de diensten is soms te kort en er zijn diverse andere psychosociale belastende factoren voor onze collega’s.

    IDEWE heeft deze klachten gebundeld en in een officiële brief overgemaakt aan de NMBS, met het advies om de problematiek grondig te onderzoeken. In reactie hierop heeft de NMBS een brief teruggestuurd waarin zij verwijzen naar hun interne reglementering, het ARPS 541, waarin de werkomstandigheden en recuperatietijd klaarblijkelijk zouden worden gewaarborgd.

    Het Comité PBW Besturing Centrum heeft lucht gekregen van het bestaan van deze brieven tussen IDEWE en de NMBS. Het is echter zorgwekkend dat de NMBS maandenlang heeft gewacht om deze brieven ter inzage te geven aan het Comité. Het afwijzen van het advies van IDEWE, om in feite een risicoanalyse te ontwikkelen, werd met grote verbazing onthaald.

    Na de afwijzing van de NMBS om de problematiek te onderzoeken, heeft de voltallige personeelsafvaardiging van het Comité PBW gestemd om toch een risicoanalyse psychosociale belasting uit te voeren, gebaseerd op de problematiek die IDEWE heeft geschetst. Deze procedure is voorzien in de codex welzijn op het werk, boek 1, titel 3, hoofdstuk 1, artikel 4 (*). De werkgever is dus gebonden aan het uitvoeren van deze gevraagde risicoanalyse.

    Wat er in de daarop volgende maanden is gebeurd, is onduidelijk, maar vandaag wordt blijkbaar beweerd dat de risicoanalyse werd uitgevoerd. In het comité van laatstleden werd door de personeelsafvaardiging met enige verstomming gereageerd op deze melding. De risicoanalyse zelf was niet ter inzage beschikbaar, nochtans ook een verplichting opgenomen in de Codex welzijn op het werk, Boek 2 Titel 7 Hoofdstuk 3 Art. II 7-14 en 15 (**). Van een ernstig opgebouwd actieplan lijkt vooralsnog geen sprake.

    We betwijfelen ook sterk dat IDEWE wordt betrokken bij de ontwikkeling van deze risicoanalyse, hoewel de NMBS zichzelf de maatstaf oplegt om psychosociale risicoanalyses te laten uitvoeren door deze externe partner. De interne preventiedienst heeft niet de bevoegdheid over de psychosociale risico’s, zie bijlage aan deze mail (***).

    Conclusie, de indruk is minstens gewekt dat de vraag van het comité om een risicoanalyse uit te voeren, niet ernstig werd genomen.

    Dit leidt ons tot volgende verzoeken:

    -> Kunt u zo snel mogelijk de leden van het Comité inzage geven in àlle documentatie betreffende de ontwikkeling van deze risicoanalyse?

    -> Kunt u het gedetailleerd resultaat van de risicoanalyse zélf ook bezorgen aan de leden van het Comité

    -> Kunt u ons bevestigen en bewijzen dat IDEWE werd betrokken bij de ontwikkeling van deze risicoanalyse? Graag zouden we hierover ook rechtsreeks de verantwoordelijke van IDEWE belast met de analyse op het Comité willen interpelleren.

    Gezien de ernst van de situatie en het welzijn van onze treinbestuurders, verzoek ik u dringend om dit onderwerp opnieuw te evalueren en om steun te verlenen aan de uitvoering van de risicoanalyse zoals voorgesteld door het Comité PBW. We twijfelen niet aan uw persoonlijke goede intenties en de complexiteit van zowel de materie als de maatschappij evenals haar budgettering spelen ongetwijfeld een grote rol in dit verhaal. Niettemin dienen klachten op psychosociaal vlak met de grootste ernst te worden behandeld en heeft het treinbesturingspersoneel van TCT Brussel recht op een ernstig en volwassen welzijnsbeleid.

    Met vriendelijke groet,

    Joachim Permentier  
    Voorzitter OVS-SIC  
    Treinbestuurder Brussel-Zuid

    (*) Art. I.3-4.- Naast de algemene risicoanalyse bedoeld in artikel I.3-1, kan een risicoanalyse van de psychosociale risico’s op het werk gebeuren op het niveau van een specifieke arbeidssituatie waarin een gevaar werd vastgesteld. Deze risicoanalyse moet worden uitgevoerd wanneer een lid van de hiërarchische lijn of ten minste één derde van de werknemersvertegenwoordigers in het Comité hierom vragen. Ze wordt uitgevoerd door de werkgever met medewerking van de werknemers. De werkgever betrekt er de preventieadviseur psychosociale aspecten bij wanneer hij deel uitmaakt van de interne dienst. Bij ontstentenis, betrekt hij er de preventieadviseur psychosociale aspecten van de externe dienst bij wanneer de complexiteit van de situatie het vereist.

    (**) Boek 2 Titel 7 Hoofdstuk 3 Art. II 7-14 en 15

    Art. II.7-14.- De werkgever is er toe gehouden aan het Comité alle nodige informatie te verstrekken opdat het met volkomen kennis van zaken advies zou kunnen uitbrengen. Hij stelt een documentatie samen betreffende de vraagstukken inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, het intern en extern milieu, waarvan de inhoud is bepaald in bijlage II.1-1, en houdt deze ter beschikking van het Comité. Daartoe moeten de leden van het Comité op de hoogte worden gebracht en kennis kunnen krijgen van alle al dan niet door de arbeids- of milieureglementering opgelegde inlichtingen, verslagen, adviezen en documenten die verband houden met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, het intern of extern milieu.

    Art. II.7-15.- De werkgever verstrekt aan het Comité alle nodige informatie betreffende de risico’s voor het welzijn op het werk, evenals de beschermings- en preventiemaatregelen, zowel voor de organisatie in haar geheel als op het niveau van elke groep van werkposten of functies evenals alle nodige informatie betreffende de maatregelen genomen met betrekking tot de eerste hulp, de brandbestrijding en de evacuatie van werknemers. De werkgever verstrekt bovendien alle nodige informatie betreffende de evaluatie van de risico’s en de beschermende maatregelen, in het kader van het dynamisch risicobeheersingssysteem en het globaal preventieplan.

     
    (***) Uit Identificatiedocument van de IDPBW:

  • Tussenkomst OVS ivm extra werklast (bvb E-Learning) treinbesturingspersoneel en gebrek aan pauzes in de diensten.

    Tussenkomst OVS ivm extra werklast (bvb E-Learning) treinbesturingspersoneel en gebrek aan pauzes in de diensten.

    Aan Dhr. Frank Windmolders, 
    Algemeen Directeur B-TO NMBS

    Geachte heer Windmolders,

    Met deze tussenkomst brengen we de toenemende werkdruk en het gebrek aan adequate pauzes voor het treinbesturingspersoneel onder uw aandacht.

    Wij constateren dat het treinbesturingspersoneel te weinig mogelijkheden heeft voor pauzes tijdens hun diensten. Recente voorstellen van de directie, meegedeeld in het jaaractieplan op het bedrijfscomité pbw NMBS, om zogenoemde “pauzemomenten”, zoals een hlp rit, in te lassen voldoen niet aan de vereisten van een kwalitatieve pauze zoals gedefinieerd in de welzijnswet. Bovendien werd er, nadat de OVS het management hierop attent maakte, uiteindelijk gedreigd om pauzes buiten de werktijd om in te plannen, wat in strijd is met artikel 82 van het ARPS 541. Dit artikel stelt duidelijk dat de arbeidsduur niet onderbroken mag worden, wat impliceert dat pauzes binnen de arbeidsduur moeten worden geïntegreerd en niet daarbuiten. Het is niet omdat de OVS slechts één mandaat heeft in het bedrijfscomité, dat zij genegeerd mag worden als zij de NMBS op onwetmatigheden wijst.

    Op 28/10/2023 hebben wij reeds contact opgenomen met de verantwoordelijke manager B-TO, Dhr Wyns, om deze misvatting nogmaals aan te kaarten. Deze mail bleef onbeantwoord. Het is cruciaal dat de wettelijke verplichtingen betreffende pauzes binnen de arbeidsduur worden nageleefd.

    Daarnaast zijn er verschillende verplichtingen en taken die momenteel moeilijk uitvoerbaar zijn binnen de huidige dienstschema’s. Denk hierbij aan het invullen van trimestriële e-questions, deelnemen aan E-Learning sessies zoals de cursus cyberveiligheid, alsook de noodzakelijke interacties met teamleaders en het passen of instellen van nieuw materiaal (aangepast schoeisel, hesjes, smartphone …).

    Wij stellen voor om per kwartaal specifieke tijd in te plannen zodat het personeel deze bijkomende taken kan vervullen binnen de reguliere werkuren. Verder benadrukken wij het belang van het inlassen van kwalitatieve pauzes -die het doel in bovenstaand paragraaf niet mogen dienen- tijdens elke dienst.

    We kunnen niet om de vaststelling heen dat onze directie het welzijn van het personeel aan de basis ten koste laat gaan voor de winstmarges, KPI en productiviteit. We wijzen erop dat de kostprijs van treinpersoneel ten overstaan van het totale kostenplaatje om een trein te laten rijden, volstrekt verwaarloosbaar is. De investering in hun welzijn is daarentegen van onschatbare waarde. We verwachten dat de NMBS de gevraagde correcties toepast. We horen graag uw reactie hierop.

    Met vriendelijke groet,

    Joachim Permentier 
    Voorzitter OVS

  • Mededeling van de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel

    Mededeling van de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel

    Stakingsactie 05/12/23 22:00 tot 07/12/23 22:00

    Beste leden en collega’s,

    Terwijl de NMBS, de reiziger en het personeel zich voorbereiden op de stakingsactie bij de Belgische Spoorwegen van 05/12/23, 22:00 uur tot 07/12/23, 22:00 uur, is het belangrijk dat we ons bewust zijn van de onderliggende kwesties en de noodzaak van eenheid binnen onze vakbeweging. De recente terugtrekking van een van de vakbonden uit deze staking is een zorgwekkende ontwikkeling. Het risico bestaat dat dit het collectieve verzet tegen besparingen verzwakt en de positie van de directie versterkt. In deze cruciale tijd is het essentieel dat we verenigd blijven in onze strijd tegen de malaise die we dagelijks op de werkvloer ervaren.

    De aanleiding, en een urgente kwestie is de poging om de productiviteit bij het treinbegeleidingspersoneel te verhogen door de aanvangstijd te verkorten naar slechts tien minuten, in plaats van twintig. Deze maatregel is onaanvaardbaar gezien de huidige omstandigheden van overvolle diensten, gebrek aan pauzes, en een ernstig personeelstekort, maar dit is een algemeen gegeven waarmee alle personeelscategorieën aan de basis vandaag geconfronteerd worden. Wat nodig is, is een diepgaande analyse die zich richt op het verbeteren van de werkbaarheid en het welzijn van het personeel. De OVS ondervindt aan den lijve dat belangrijke welzijnsthemas compleet onderaan het prioriteitenlijstje staan en voelt de gevolgen ervan samen met haar leden op de werkvloer.

    Tegelijkertijd -en daar heeft de directie wel haar enige prioriteit van gemaakt- worden we geconfronteerd met de voortdurende reorganisaties binnen de directie, die na twintig jaar geen positieve resultaten hebben opgeleverd. De constante veranderingen leiden tot verhoogde stress en een negatieve impact op het personeel. Bovendien is er een opvallende groei in het managementniveau, vaak aangevuld met dure consultants, die niet bijdragen aan de operationele prestaties of efficiëntie van het bedrijf. Dit heeft geleid tot een topzware organisatiestructuur waarin besluitvorming en daadkracht vertraagd wordt en communicatie met de werkvloer verslechtert, terwijl het personeel op de werkvloer te maken krijgt met toenemende werkdruk en mankementen van alle aard.

    Deze problemen, samen met een breed scala aan andere uitdagingen zoals onrealistische roosters, ontoereikende middelen, en het negeren van de stem van het personeel, benadrukken een diepgaand probleem binnen onze organisatie. Ze wijzen op een gebrek aan respect voor arbeidsrechten en een fundamenteel misverstand over wat nodig is voor een gezonde en productieve werkomgeving.

    Deze staking is niet alleen een protest tegen deze specifieke problemen; het is een strijd voor onze fundamentele rechten en voor een rechtvaardige en duurzame toekomst bij de Belgische Spoorwegen. We nemen dan ook verder deel en roepen iedereen op om zich bij deze staking aan te sluiten en onze stemmen te verenigen in deze moeilijke, maar cruciale strijd.

    Met vastberaden groeten,

    Het directiecomité

  • Standpunt OVS ivm staking november

    Standpunt OVS ivm staking november

    Beste leden en sympathisanten,

    Zoals jullie wellicht weten, heeft het vakbondsfront bestaande uit ACOD, ACV en VSOA een staking aangekondigd van 7 november 2023 om 22u tot 9 november 2023 om 22u. De Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel (OVS) zal volledig deelnemen aan deze staking.

    Wij staan voor een gezonde achterdocht bij het sociaal overleg en houden daarbij de belangen van het personeel op de eerste plaats. In het verleden hebben wij ons ingezet voor de herwaardering van de treinbestuurders en een minimum garantie verlof voor de treinbegeleiders in de strijd tegen het personeelstekort. Helaas kregen wij toen weinig steun van de leiding van de erkende vakbonden. Het leek wel alsof de belangen van de directie belangrijker waren dan die van het personeel. We zien vandaag hoe die problemen helaas verder zijn uitgediept.

    Ook recentelijk hebben wij gezien dat er achter de schermen voorakkoorden werden gesloten die niet in het belang zijn van het personeel. Zo werd er na de sociale verkiezingen een voorakkoord gesloten over de comités PBW, waarbij er bespaard werd op het aantal verkozenen in plaats van op de werkingsmiddelen die naar de erkende syndicale organisaties gaan. Ons bezwaar dat er eerst een akkoord moet zijn over de werking van de comités voordat er beslist wordt over het aantal, werd van tafel geveegd.

    Het zou beter zijn dat een syndicaal front wordt gevormd in functie van de strijd en niet in functie van wie het initiatief neemt. Dat zou in elk geval meer respect afdwingen aan de onderhandelingstafel en vanuit het personeel. Wat nog veel erger is, is de houding die de directie aanneemt tegenover sociaal overleg. Er wordt weliswaar kwantitatief veel overleg gepleegd, maar kwalitatief is dat overleg degoutant slecht. Het lijkt erop dat sinds het invoeren van de minimale dienstverlening en de zeer complexe alarmbelprocedure -waarbij HR Rail zowel scheidsrechter als betrokken partij is- de directie almaar agressiever haar agenda doordrukt. Er is zeker een lijn te trekken tussen de invoering van de minimale dienstverlening en de almaar drastischere besparingsplannen die worden opgedrongen. Het verbaast ons dan ook dat het afschaffen van de alarmbelprocedure en de minimale dienstverlening geen deel uitmaakt van de eisen van het “gemeenschappelijke” vakbondsfront.

    Bovendien is het problematisch wie tegenwoordig deel uitmaakt van de directie. Niet enkel betaalt de NMBS miljoenen voor dure consultancyopdrachten, veel topfuncties binnen ons bedrijf blijken ingenomen door ex-consultants die eerder topfuncties bekleedden bij consultancybedrijven zoals McKinsey. McKinsey heeft een bedenkelijke reputatie op het gebied van “winstoptimalisatie” op de kap van het uitvoerende personeel en adviseert landen met een bedenkelijke reputatie op het gebied van mensenrechten. Het spreekt voor zich dat een menselijk welzijnsbeleid bijzaak is voor personen met dergelijke achtergrond en leerschool.

    We kunnen hier ook de vraag stellen of deze directie het wel goed voor heeft met de NMBS.  De NMBS bleek bereid haar expertise te verhuren aan een agressieve toekomstige concurrent zoals Arriva zodat diens materieel gehomologeerd kon worden op het Belgische net. Bovendien blijkt de NMBS probleemloos personeel te willen verhuren om de Arrivatreinen te verzekeren. En ten slotte mag Arriva zelfs onder de NMBS licentie rijden in België. Dit zou alarmbellen op alle niveaus moeten doen afgaan. Temeer daar deze firma, die recent werd verkocht aan Amerikaanse investeerders, reeds liet verstaan te willen inbreken op de Belgische markt.

    Wordt de NMBS voorbereid op de liberalisering, zoals de directie beweert, of wordt het bedrijf gebruikt om de liberalisering in België zelf te bewerkstelligen? Hoe veel kan een bedrijf dat zo weinig om de eigen positie lijkt te geven nog geven om het personeel dat er werkt, dat elke dag weer het beste van zichzelf geeft om in de meest precaire omstandigheden toch een maximum aan treinen in veilige omstandigheden te doen rijden?


    We hebben dus vandaag alle reden om te staken, we hebben alle redenen om het sociaal overleg met dit management volledig op te blazen. Laat ons hopen dat de strijd niet uitdooft. Laat ons hopen dat de initiatiefnemers van deze actie dezelfde analyse maken als OVS.

    Met vriendelijke groet,

    Het directiecomité van OVS

  • Tweede Desiro kopruit die versplintert en bestuurder verwondt. Is er sprake van nalatigheid om dit soort gevaar uit te sluiten?

    Tweede Desiro kopruit die versplintert en bestuurder verwondt. Is er sprake van nalatigheid om dit soort gevaar uit te sluiten?

    Na het recente incident met rondvliegende glasscherven in een Desirostel, informeerden leden en militanten ons dat een gelijkaardig voorval al eerder heeft plaatsgevonden. Hierop ging de OVS op onderzoek uit. Was er sprake van nalatigheid vanuit de directie om dit gevaar uit te sluiten? Een overzicht:

    Het recente incident met de gebroken Desiro kopruit

    Op 19 juni 2023 vond er een alarmerend incident plaats bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). Een Desiro-stel reed met hoge snelheid toen een vooralsnog onbekend voorwerp tegen de voorruit sloeg. De voorruit verbrijzelde bij impact en glasscherven vlogen door de stuurpost, wat resulteerde in verwondingen bij de treinbestuurder.

    Dit incident heeft een schok teweeggebracht binnen de gemeenschap van treinbestuurders en de bredere NMBS-gemeenschap. Het heeft ook een breed debat geopend over de veiligheidsmaatregelen en -procedures die op dit moment binnen de NMBS van kracht zijn.

    Wat vooraf ging…

    Wat dit incident echter nog verontrustender maakt, is het feit dat dit niet de eerste keer is dat zoiets gebeurt. Leden en militanten van de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel (OVS) hebben melding gemaakt van een eerder, vergelijkbaar incident. In dit eerdere incident leidde een aanrijding met een hert ook tot een verbrijzelde voorruit met scherpe stukken glas.

    De onopgeloste kwestie met de gebroken kopruit van 2016

    Deze meldingen brachten de OVS ertoe de notulen van de vergaderingen van de Preventie en Bescherming op het Werk (PBW) te onderzoeken. In de PBW-notulen van 24 maart 2016, werd een probleem geïdentificeerd met betrekking tot glasscherven bij een soortgelijk incident met een Desiro. De directie van de werkplaatsen stelde destijds voor om een folie aan de binnenkant van de ruit te plakken om rondvliegend glas te voorkomen.

    Echter, het lijkt erop dat er na deze melding geen verdere actie is ondernomen. Dit is een kwestie van ernstige bezorgdheid, en de OVS heeft herhaalde vragen gesteld aan de NMBS-directie. Helaas maakt de NMBS zich er nogal snel vanaf: de raam voldoet aan de norm en we zullen het op de agenda van de werkgroep 6VM plaatsen.

    Het dubieuze verloop, de rol en de inactiviteit van werkgroep 6VM

    Het niet aanpakken van dit probleem kan gedeeltelijk worden toegeschreven aan de inactiviteit van werkgroep 6VM, waarnaar het agendapunt van het PBW werd verhuisd. Deze werkgroep, die momenteel onder het Bedrijfscomité PBW NMBS is opgericht, richt zich puur op ergonomie en veiligheidsaspecten van het rollend materieel, maar kwam om onbekende reden sinds eind 2018 niet meer samen tot eind 2022. Vier jaar lang lag deze werkgroep dus volledig stil, en stuurden de pbw’s tevergeefs agendapunten door.

    Het is onduidelijk waarom deze lange periode van inactiviteit plaatsvond, en het is verontrustend dat tijdens deze “time-out” diverse materiële problemen, waaronder het probleem van de rond vliegende glasscherven, niet zijn aangepakt.

    De noodzaak van verantwoording en verandering

    Dit incident illustreert de ernstige gevolgen die kunnen ontstaan wanneer het sociaal overleg onvoldoende impact heeft op de bedrijfsvoering. Het is niet aanvaardbaar dat waarschuwingen en voorstellen voor verbeteringen genegeerd worden, ten koste van de veiligheid van ons personeel.

    Gezien deze reeks gebeurtenissen roept de OVS de NMBS-directie op om verantwoording af te leggen. Dit incident en de daaropvolgende ontdekkingen werpen ernstige vragen op over mogelijke nalatigheid van de NMBS.

    Bovendien hebben de treinbestuurders, in het bijzonder de collega die momenteel herstelt van zijn verwondingen als gevolg van dit incident, recht op een grondige en eerlijke verklaring.

    Het is essentieel dat deze kwestie grondig wordt onderzocht. Het is van groot belang dat de NMBS haar verantwoordelijkheid erkent en concrete maatregelen neemt om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen. Alleen dan kan de veiligheid van haar treinbestuurders en passagiers worden gegarandeerd.



    Aan de CEO van de NMBS
    Mevrouw Dutordoir Sophie
    Hallepoortlaan 40
    1060 Brussel

    Brussel, 29/06/2023

    Geachte Mevrouw Dutordoir,

    Naar aanleiding van een ernstig incident op 19 juni 2023 met een Desiro-stel, waarbij een treinbestuurder gewond raakte door rondvliegende glasscherven, wenst de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel (OVS) actie te zien.

    De notulen van een PBW-vergadering BSNO uit 2016 (in bijlage) tonen aan dat deze kwestie al eerder is aangekaart. Toch is er kennelijk niets ondernomen om de veiligheid van onze treinbestuurders te waarborgen, wat tot de verwondingen van de treinbestuurder in het meest recente incident heeft geleid.

    Dit incident illustreert de ernstige gevolgen die kunnen ontstaan wanneer het sociaal overleg onvoldoende impact heeft op de bedrijfsvoering. Het is niet aanvaardbaar dat waarschuwingen en voorstellen voor verbeteringen genegeerd worden, ten koste van de veiligheid van ons personeel.

    Wij verwachten dat u opheldering geeft over de acties die NMBS heeft ondernomen of heeft nagelaten te nemen met betrekking tot deze kwestie. Bovendien willen we weten wat u van plan bent te doen om te garanderen dat een dergelijk incident zich in de toekomst niet meer voordoet.

    Dit is niet slechts een kwestie van naleving van de minimale normen, maar van fundamentele veiligheid en respect voor het leven en welzijn van ons spoorwegpersoneel.

    Wij zien uw reactie met belangstelling tegemoet.

    Met vriendelijke groeten,
    Joachim Permentier
    Voorzitter OVS
    0487/026.734

  • Tussenkomst OVS: Dringend Onderzoek Vereist naar Ongeval met Desiro-Stel in Forchies-la-Marche

    Tussenkomst OVS: Dringend Onderzoek Vereist naar Ongeval met Desiro-Stel in Forchies-la-Marche

    Naar aanleiding van een ernstig incident, waarbij vandaag een onbekend voorwerp op de voorruit van een Desiro-stel insloeg en de bestuurder verwondingen opliep, kwam de OVS tussen bij de directie van B-TO.

    Geachte heer Windmolders,

    We schrijven u naar aanleiding van een ernstig incident dat vandaag in Forchies-la-Marche heeft plaatsgevonden met een Desiro-stel. Rond 9 uur botste een Desiro-treinstel op een nog ongeïdentificeerd object, wat leidde tot aanzienlijke schade aan de kopruit en verwondingen bij de treinbestuurder.

    Het onderzoek zal de details moeten uitwijzen, maar de eerste verslagen in de media -die bevestigd worden door de woordvoerder van Infrabel- lijken er op te wijzen dat een onderdeel van de bovenleiding tegen de kopruit werd geslingerd.

    Het spreekt voor zich dat we zeer bezorgd zijn over dit incident. Ongeacht de oorzaak roept het feit dat de treinbestuurder verwond werd door glasscherven ernstige vragen op over de veiligheid van de kopruiten van de Desiro. Bij een incident enkele jaren geleden, waarbij een hert tegen de kopruit van een Desiro-stel werd geworpen, liep ook al een bestuurder snijwonden op.

    De logica dicteert dat de kopruit van een voertuig dat tegen hoge snelheid beweegt gemaakt zou moeten zijn van veiligheidsglas dat bij een impact versplintert in kleine, minder scherpe stukjes, en dat de verspreiding van deze stukjes richting de inzittenden wordt voorkomen, bijvoorbeeld door een folie. De foto’s van de binnenkant van de stuurpost tonen echter scherpe glasscherven in de stuurpost.

    De vraag werpt zich dan ook op of het glas van de kopruit van de Desiro voldoet aan de veiligheidsnormen. Los van de mogelijke aanwezigheid van een onderdeel van de bovenleiding in het vrijeruimteprofiel, verzoeken we om een onmiddellijke en grondige analyse van het veiligheidsniveau dat de kopruit van de Desiro biedt, en dat de leden van de CPBW’s met de hoogst mogelijke spoed in kennis gesteld worden van de resultaten van dit onderzoek. Desgevallend, zal de FOD Mobiliteit en Vervoer betrokken bij dergelijk onderzoek?

    De veiligheid van onze collega’s en de reizigers moet altijd de hoogste prioriteit hebben. We kijken uit naar uw snelle reactie en actie.

    Met vriendelijke groeten,

    Joachim Permentier

    Voorzitter

    Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel (OVS)

    0487/026.734

  • Update Tussenkomst Linda Vertrekprocedure

    Update Tussenkomst Linda Vertrekprocedure

    U las al eerder dat de OVS tussengekomen is aangaande merkwaardige gedragingen van het vertrekproceduresysteem Linda. We ontvingen een antwoord van de General Manager en stelden ook een nieuw antwoord op. Beide mails kunt u hieronder vinden.

    Antwoord NMBS:

    Goedenavond Joachim,

    Bedankt voor jouw feedback.

    De situatie die je beschrijft is een situatie die zich inderdaad al meerdere malen heeft voorgedaan en door de specialisten van het Linda en eDrive team grondig werd onderzocht.

    Deze situatie komt enkel voor wanneer de bestuurder niet in actieve dienst is en de tablet of smartphone op het einde van de prestatie op een niet voorziene wijze afgesloten werd.

    Deze specifieke situatie kan absoluut niet voorvallen bij een rijdende trein.

    Er zullen enkele extra controles worden toegevoegd aan het Linda systeem. De nieuwe code zal – indien de testen van volgende week het juiste resultaat geven –  deze maand nog in productie worden gesteld op eDrive. Normaliter zou het probleem hiermee van de baan moeten zijn.

    Mvg

    Frank


    Antwoord OVS:

    Brussel, 17/06/2023

    Aan de General Manager B-TO,
    Dhr Windmolders Frank

    Beste heer Windmolders,

    Bedankt voor uw snelle en uitgebreide reactie. We waarderen uw bereidheid om de situatie aan te pakken en begrijpen dat stappen worden ondernomen om deze kwestie op te lossen. We stellen ook uw bevestiging op prijs dat deze specifieke situatie niet kan voorvallen bij een rijdende trein, wat zeker enige geruststelling biedt.

    Echter, we blijven enigszins argwanend. Dit is namelijk niet de eerste keer dat we worden geconfronteerd met een bug in het systeem. Tijdens de testfase van het Linda-systeem hebben we al meerdere malen onverwachte Linda-activaties ervaren. Het werd toen toegeschreven aan programmeerfouten.

    Bovendien werd in talrijke vergaderingen, inclusief die van het PBW bedrijfscomité NMBS, herhaaldelijk benadrukt door de projectverantwoordelijken dat Linda alleen kan functioneren onder specifieke voorwaarden: AND, OR, NOT. Dat een bug zoals deze zich dan alsnog kan voordoen, ondanks deze strikte logica, schept twijfel over de robuustheid van het systeem.

    Ik maak een analogie om onze bezorgdheid te verduidelijken: Als mijn magnetron sporadisch vanzelf aangaat, wil ik ook niet horen van de technicus dat dit niet kan gebeuren wanneer mijn hand er toevallig in zit.

    Verder willen we onder uw aandacht brengen dat we veel meldingen binnenkrijgen van vreemde gedragingen van Linda tijdens de rit. Het is daarbij soms moeilijk te onderscheiden of het aan een menselijke fout ligt of aan het systeem. De betrokken werknemers zijn vaak geneigd om hun ervaringen niet te melden. Vanuit de directie blijkt het vertrouwen in Linda immers groot, en men is -al dan niet terecht- bevreesd dat incidenten aan menselijke fouten zullen worden toegewezen, mogelijk met sancties tot gevolg. In elk geval zou het systeem in staat moeten zijn de menselijke fout te corrigeren, terwijl we vandaag vooral te horen krijgen dat wij bugs moeten negeren.

    We hopen dan ook dat de directie niet zomaar genoegen neemt met een snelle uitleg over dit probleem. Het betreft hier een cruciale procedure waarbij veiligheid altijd de hoogste prioriteit moet hebben.

    We vertrouwen erop dat u deze kwestie met de grootst mogelijke ernst blijft behandelen en kijken uit naar updates over de verdere ontwikkelingen in deze zaak.

    Met vriendelijke groet,

    Joachim Permentier
    Voorzitter OVS


  • Reactie OVS op VRT reportage over afwezigheid van zichtbaar boordpersoneel op late treinen

    Reactie OVS op VRT reportage over afwezigheid van zichtbaar boordpersoneel op late treinen

    Vanuit de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel (OVS) wensen we te reageren op de recente reportage van de VRT over de afwezigheid van boordpersoneel op late treinen. Het is een gevolg van een problematiek waar wij reeds geruime tijd aandacht voor vragen -het ontbreken van een adequaat anti-agressieplan-, maar waar tot op heden nog steeds te weinig daadkrachtige actie voor ondernomen wordt door het NMBS-management.

    De verontrustende statistieken die dit onderwerp omringen zijn ronduit onaanvaardbaar. Elk jaar worden er maar liefst 1900 gevallen van agressie gemeld, dit komt neer op vijf meldingen per dag. Vier op de tien gevallen gaan zelfs zo ver dat er sprake is van fysieke agressie. Dit heeft geleid tot een totaal van 9200 dagen arbeidsongeschiktheid. Deze cijfers vormen slechts het topje van de ijsberg, aangezien vele incidenten nooit gemeld worden door een gebrek aan vertrouwen in het systeem en een vermoeidheid bij het personeel om deze agressie te blijven melden.

    Het management van de NMBS probeert de toename in agressie af te schuiven op de verharding van de maatschappij. Dit mag echter geen excuus vormen voor de nalatigheid van het management om hun personeel adequaat te beschermen.

    Er werd ons een nieuw anti-agressieplan voorgesteld, maar dit plan is verre van voldoende. Het aanvullen en uitbreiden van het securail-personeel is slechts een druppel op een hete plaat, zolang er geen 24/7 tussenkomst mogelijk is in alle centrumsteden.

    Bovendien ontbreken er in dit plan cruciale maatregelen die volgens ons broodnodig zijn om de veiligheid op en rond de treinen te verhogen. Denk hierbij aan de installatie van toegangspoortjes, meer en betere communicatiemiddelen (walkietalkie) voor al het personeel, en een algemene uitbreiding van het securail- en treinbegeleidingspersoneel. Deze noodzakelijke investeringen blijven tot op heden uit.

    Het idee van een meldingssysteem voor reizigers die zich onveilig voelen is op zich een goed initiatief, maar kan niet op zichzelf staan. Dit moet deel uitmaken van een alomvattend veiligheidsplan.

    Wij zijn het beu. We eisen onmiddellijke actie en een concreet, grondig uitgewerkt plan van het NMBS-management om de veiligheid van ons personeel en onze reizigers te waarborgen.

    We waarderen het dat de VRT dit probleem belicht, maar zonder concrete actie van het management en financiële middelen vanuit de politiek, zijn dit soort reportages slechts een druppel op een gloeiende plaat. Het is nu de hoogste tijd voor verandering, en deze verandering moet vandaag nog starten.

    Link naar de reportage van VRT